Ego’s, ruzies en liaisons

Jarenlang werd de groei van uitgeversconcern Reed Elsevier gehypothekeerd door de verbluffende botsing van de magnumego’s aan de top. Zo onthult de bedrijfsbiografie ‘Onder uitgevers’.

Een sfinx is Pierre Vinken altijd al geweest. In juni 1995 trouwde de mediaschuwe tycoon met Sylvia Toth, de grootaandeelhoudster van uitzendketen Content (ondertussen ingepalmd door het Belgische Creyf’s). Een goed jaar later waren ze alweer gescheiden. Naast hun stevige zakenreputatie en immense fortuin, hadden ze nog een karaktertrek gemeen: ze grossierden in relaties met beroemde partners.

De inmiddels 73-jarige Nederlandse topondernemer ontworstelde zich aan de miserie van de Limburgse mijnen, studeerde af als neurochirurg, groeide door tot professor en ontpopte zich finaal als de bikkelharde manager die de uitgeverij Elsevier omtimmerde tot het wereldconcern Reed Elsevier. Vinken is ook de spil in Onder uitgevers, een heerlijk uitputtende bedrijfsbiografie met de even onvermijdelijke als logische nadruk op de periode waarin hij de onderneming domineerde. Meewerken wilde hij niet. “Als ik het zou kunnen, zou ik het boek tegenhouden. Maar ik geef nooit interviews, dus kan ik u niet helpen,” reageerde een gebelgde Vinken. Raymond Vermeulen en Philip de Wit, economiejournalisten van het Algemeen Dagblad, konden wel de meeste andere hoofdrolspelers aan de tand voelen, al mochten ze lang niet bij elke pikante opmerking de getuige bij naam noemen.

Koningsdrama. De carrière van Vinken mondde uit in een koningsdrama, waarop hij de scepter definitief moest afstaan. Begin april 1999 probeerden hij en zijn hondstrouwe luitenant Loek van Vollenhoven de toenmalige directeur de laan uit te sturen, maar de overige commissarissen negeerden het per fax rondgestuurde ultimatum. “De collega’s reageerden smalend op het faxbericht. Ze spraken over het verloren gevecht van Don Quichot en Sancho Panza, over oude mannen die geen afstand konden doen van hun macht.” De windmolen waartegen de oude Vinken stormliep, kwam uit het Britse Reed-kamp. Ironisch genoeg was de fusie met Reed in 1992 het pièce de résistance van de Nederlander.

Het bedrijfshuwelijk kwam tot stand nadat Vinken een blauwtje gelopen had bij Wolters Kluwer. Dat fusiebedrijf kwam op zijn beurt in 1987 tot stand, toen Vinken een vijandig overnamebod uitbracht op Kluwer. Dat was nooit eerder gebeurd in het naar consensus neigende polderland. Maar de prooi bleek taaier dan verwacht. Met spitsvondige beschermingsconstructies spurtte de springbok weg van het jachtluipaard. Uiteindelijk zocht de vluchteling protectie in de armen van Wolters Samsom, dat als witte ridder optrad, maar bij de fusie wel zijn stempel op het geheel kon drukken.

Elsevier bleef hongerig en met gekwetste trots achter. Vinken wou absoluut een grote overname. Hij was er rotsvast van overtuigd dat er een concentratie op til was, waarbij wereldwijd slechts tien tot twaalf mediaconcerns zouden overblijven. Bij Reed vond hij gehoor. De tevredenheid die van de fusiemeester afstraalde, was evenwel misplaatst. Van bij het begin moest een gruwelijk gecompliceerde structuur de fusie aan elkaar lijmen. Algauw botsten ook de bedrijfsculturen en de magnumego’s van de Nederlandse en Britse top met elkaar. Zelfs wie het roer daadwerkelijk in handen hield, werd in de twee moederlanden anders voorgesteld.

Geen bruiloft. Vanaf de fusie leest de kroniek als berichten van het front. “Al een paar jaar waren de hoogste managers nu meer met elkaar bezig dan met het leiden van het bedrijf.” Ondertussen volgt de ene overname op de andere. Strategische zetten en het bekokstoven van liaisons vreten energie. “En als de top daar niet druk mee was geweest, dan was er telkens wel een intern conflict geweest dat de gemoederen bezighield.” Zelfs met Wolters Kluwer volgt alweer een vrijage. Deze keer lijkt de deal meer gericht op het verwateren van het belang van Reed in de groep en op het in de schaduw zetten van tegenspartelende collega-managers. Ook nu volgt er geen bruiloft.

Door het interne gekrakeel moet het concern de rendabiliteitslat, die Vinken ooit op 20% had gelegd, akelig verlagen. Het afstoten van vrijwel alle consumentenuitgaven brengt geld in het laatje, maar de versterking van de wetenschappelijke, juridische en zakenpublicaties vereist meer. Bovendien morren de analisten omdat er onvoldoende ingespeeld wordt op internet. Pas met de recente overname van het Amerikaanse Harcourt werd weer beleggersvertrouwen gewekt. Met die grandioze overname (goed voor ruim 220 miljard frank, al moeten de Amerikaanse mededingingsautoriteiten nog hun fiat geven) zet de nieuwe topman Crispin Davis zijn stempel. De nieuwe CEO, ex- Procter & Gamble, maakte in Engeland furore als de man die een generatie kinderen aan de Pampers kreeg. “Een uitgever is geen kruidenier,” declameerde Elsevier-directeur Jan Klautz in 1937 nog. Nu werd dan toch een merkenman binnengehaald.

Raymond Vermeulen & Philip de Wit, Onder uitgevers. Sun, 288 blz., 790 fr.

luc de decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content