Eerste hulp bij hoge drempels

TOM BRAEKELEIRS "Innovatie en digitalisering zijn nodig om de zorg op het huidige niveau te houden." © FRANKY VERDICKT

De videoconsultaties met huisartsen die ViviDoctor voorstelt op zijn internetplatform, veroorzaakten deze maand commotie. ViviDoctor is een van de tientallen Belgische start-ups in de gezondheidssector, die de virtuele incubator BlueHealth Innovation Center begeleidt. Volgens directeur Tom Braekeleirs moet innovatie de gezondheidszorg betaalbaar houden.

” Als je de investering die naar gezondheidszorg gaat, lineair doortrekt, dan ontploft het budget”, zegt Tom Braekeleirs, directeur van de incubator BlueHealth Innovation Center. “De behoeften groeien omdat de bevolking vergrijst. Er komen meer chronisch ziekten. Innovatie en digitalisering zijn nodig om de zorg op het huidige niveau te houden.”

BlueHealth Innovation Center stimuleert ondernemerschap bij verpleegkundigen, artsen en andere zorgprofessionals via infosessies, hackathons (programmeermarathons om een embryonaal product te maken) en innovatiemanagers. Maar het richt zich evengoed tot studenten economie op zoek naar een businessidee, om hen in de richting van de zorg te sturen. Op die manier koppelt het jonge ondernemers aan concrete behoeften uit de zorgsector.

“Twee keer per jaar selecteren we zes start-ups die we heel intensief begeleiden”, zegt Tom Braekeleirs in het Antwerpse kantoor in StartUpVillage.

Die zes start-ups doorlopen een traject van vier tot zes maanden. Ze krijgen uitleg over hoe de gezondheidszorg in België in elkaar zit, hun zakenmodel wordt onder de loep genomen, ze krijgen juridisch advies, hulp met een gebruiksvriendelijk ontwerp, informatie over marketing of tips over het financiële plaatje. “Het gros van de start-ups faalt door een gebrekkige cashflow. Als je de cashflow van in het begin goed in de gaten houdt, heb je dus meer kans op succes”, zegt Tom Braekeleirs. “Je hoeft daarom niet noodzakelijk winst te maken in de eerste twee à drie jaar, maar je cashflow moet in orde zijn. Vooral mensen die uit de zorg komen, zijn het niet gewend daarop te letten.”

Financiering

BlueHealth heeft partners rond zich verzameld, zowel kennisinstellingen, overheidsinstellingen als grote bedrijven. “Wij brengen al die actoren en bedrijven bij elkaar, zodat de start-ups hun idee kunnen voorstellen en zeggen waar ze naar op zoek zijn. De een wil zijn product laten testen, de ander heeft een introductie in de Verenigde Staten nodig. De aanwezigen spreken dan af wie wat doet om hen te helpen.” Microsoft is als IT-partner en geldschieter betrokken bij het project, UCB helpt start-ups met kennis uit de farmasector en Agfa HealthCare doet hetzelfde voor de medische beeldvorming.

Sommige bedrijven doen dat deels uit maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel, maar dat ligt in de weegschaal met hun commerciële agenda, zegt Tom Braekeleirs. Voor sommige partners – zoals The CoFoundry, de incubator van het IT-bedrijf Cronos, en UCB – is de incubator een manier om heel vroeg in contact te komen met beloftevolle ondernemingen, waarin ze dan kunnen investeren.

De start-ups die in het financieringstraject terechtkomen via de incubator imec.istart, worden twaalf tot achttien maanden begeleid. “Maar we hebben start-ups die we al drie of vier jaar helpen omdat het te moeilijk is nu al financiering te krijgen voor hun idee of omdat het om een heel lang traject gaat en eerst klinische validatie nodig is voor ze financiering kunnen ophalen”, zegt Tom Braekeleirs. “Ons fonds, dat daarvoor samenwerkt met imec.istart, biedt dan 100.000 euro financiering om via een ander fonds of een bank aan kapitaal te gereaken. Investeerders vragen vaak dat een starter klanten heeft, maar daarvoor zijn eerst klinische studies nodig en daarvoor heb je dan weer eerst financiering nodig. Die vicieuze cirkel proberen wij te doorbreken.”

De incubator heeft ook zelf een investeringsfonds opgericht, het BlueHealth Innovation Fund. Dat selecteert drie keer per jaar samen met imec.istart innovatieve start-ups in de medische sector (zie kader Tien start-ups die onze gezondheidszorg veranderen). Zo werden Karaton, Lynxcare, Play It Safe en NephroFlow toegelaten tot het begeleidingsprogramma. Ze kregen onder meer een investering van 50.000 euro in ruil voor 3 procent van de aandelen.

Al wil Tom Braekeleirs niet te hard de nadruk leggen op geld ophalen. “Financiering mag geen heilige graal worden. Dat FibriCheck en Ugentec geld hebben opgehaald, is leuk om in de pers te komen, maar we hebben evengoed start-ups die nog geen miljoen hebben opgehaald en heel goed bezig zijn.” Heel wat start-ups worden behalve door BlueHealth ook begeleid door andere broedplaatsen. BlueHealth werkt ook samen met internationale incubatoren voor de medische sector, zoals mHealth in Israël en Startup Bootcamp Miami.

Wildgroei aan incubatoren

Het aantal incubatoren en startersbegeleiders in ons land is nauwelijks nog te overzien. Een aantal van hen krijgt steun van de overheid. Veroniek Collewaert, professor ondernemerschap aan Vlerick Business School, wijst erop dat hoewel zulke incubatoren als een positieve kracht worden beschouwd, er nog geen eenduidig academisch bewijs is dat dat aanvoelen bevestigt. “Te meer door de wildgroei aan incubatoren, die dan ook nog eens op vele verschillende manieren werken, is nog altijd onduidelijk hoeveel en welke waarde ze eigenlijk creëren.”

Volgens Kristine Debruyne, innovatieadviseur zorg bij de vzw Innovatiecentrum Limburg Vlaams-Brabant Antwerpen, is er wel degelijk behoefte aan incubatoren als BlueHealth, omdat innovatie in de zorg traag gaat. “Er zijn heel wat drempels. Het is een behoudsgezinde sector die veel belang hecht aan de veiligheid van de patiënt, waardoor de toegevoegde waarde van een innovatie bewezen moet zijn. BlueHealth zorgt voor versnelling.” Naast BlueHealth richt ook het Leuvense in4care zich op innovatie in de gezondheidszorg. Het telt meer dan 320 leden, waaronder ziekenhuizen, woon-zorgcentra en organisaties gericht op kind- en jeugdzorg.

Heel wat mensen in de zorgsector vrezen dat innovaties in de zorg de veiligheid van de patiënt of de kwaliteit van de zorgverlening in gevaar kunnen brengen. Dat bleek afgelopen weken ook uit de kordate reacties op de start-up ViviDoctor, die teleconsultaties aanbiedt via webcams. Een van die reacties kwam van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ). “Teleconsultaties kunnen handig zijn voor een tweede opinie, maar een reële consultatie met medisch attest afgeleverd door de dokter moet de norm blijven”, stelde voorzitter Christine Mattheeuws in een persbericht. “Door de patiënt echt te zien, kan een arts veel beter nagaan wat er scheelt en of iemand thuis moet blijven. Bovendien zetten teleconsultaties door de laagdrempeligheid de deur wagenwijd open voor misbruiken.”

Tom Braekeleirs reisde onlangs mee met de handelsmissie van de netwerkorganisatie Startups.be en de Stad Antwerpen naar Israël en zag hoe de zorgsector daar wel openstaat voor innovatie. Hij leerde er hoe de wisselwerking tussen universiteiten, zorginstellingen en bedrijven nog veel hechter kan worden dan ze in België al is. “In Israël doen ze niet eerst toegepast onderzoek om daarna te kijken of ze het kunnen valideren, daar zit tijdens het onderzoek iemand bij die kijkt hoe ze dat zullen doen. Het is een andere mindset. Je hebt er zelfs fablabs (collectieve werkplaatsen met computers, 3D-printers en andere tools, nvdr) in ziekenhuizen en ze nemen er aan de lopende band patenten. Hun medische omgeving is tegelijk een proeftuin voor ondernemers.”

BENNY DEBRUYNE, FOTOGRAFIE FRANKY VERDICKT

“Er zijn heel wat drempels. De zorg is een behoudsgezinde sector” – Kristine Debruyne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content