Eerst tijdskrediet, dan brugpensioen
België telde begin deze maand 119.856 bruggepensioneerden. Ongeveer evenveel als in 2010, maar een stuk meer dan de voorbije jaren. Ondanks de verstrenging met het Generatiepact blijft het brugpensioen aantrekkelijk. Zo is de instroom naar het stelsel de voorbije jaren zelfs gestegen.
Op de top van de eurolanden van morgen leggen Europees president Herman Van Rompuy en Commissievoorzitter José Manuel Barroso een nota op tafel die onder andere pleit voor de afbouw van stelsels van vervroegde uittreding. In België denken we dan in eerste instantie aan het brugpensioen. Momenteel zijn 119.856 Belgen bruggepensioneerd. Evenveel als een jaar geleden (120.000), maar een stuk meer dan de 106.500 van 2002.
Het Generatiepact van 2005 maakte het brugpensioen minder aantrekkelijk, maar in de praktijk is daar niet veel van terechtgekomen. Als premier Yves Leterme (CD&V) deze cijfers tijdens de eurotop op tafel legt, zal hij van een aantal regeringsleiders de duidelijke boodschap krijgen: nieuwe maatregelen om het brugpensioen minder aantrekkelijk te maken, dringen zich op.
De vakbonden voelen al een tijd nattigheid en haasten zich om het hoge aantal bruggepensioneerden te relativeren. Ze verwijzen naar recente cijfers van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid die tonen dat de leeftijd van de bruggepensioneerden verschuift. In 2006 waren 48.000 bruggepensioneerden jonger dan 60 jaar, nu zijn dat er ongeveer 39.000. Bij de zestigers is er een toename van 64.000 naar 78.000. Die stijging is toe te schrijven aan de verhoging van de wettelijke pen-sioenleeftijd voor vrouwen naar 65 jaar. Daarom blijven die langer in de statistieken van het aantal bruggepensioneerden. Voor de vakbonden het bewijs dat het Generatiepact uit 2005 dat langer werken aantrekkelijker moest maken, heeft gewerkt.
De werkgevers zijn niet overtuigd. Recente cijfers tonen aan dat de instroom naar het brugpensioen (de nieuwe mensen die in het systeem stappen) niet echt afneemt. In 2005 stapten 13.826 Belgen over naar het brugpensioen. Sindsdien is de instroom alleen gestegen. In 2009 waren dat er 16.900. De volledige cijfers voor 2010 zijn nog niet bekend, maar in de eerste maanden van vorig jaar gingen 13.170 Belgen met brugpensioen. Extrapoleren we dat naar het volledige jaar, dan komen we uit op 17.559 bruggepensioneerden (zie tabel Instroom brugpensioen neemt opnieuw toe). We moeten al teruggaan tot 2003 om zo’n hoog aantal terug te vinden.
De cijfers voor 2009 en 2010 zijn voor een deel te verklaren door de voorbije recessie. Verschillende bedrijven hebben herstructureringen doorgevoerd met als gevolg dat een aanzienlijke groep werknemers met brugpensioen werd gestuurd. Bekende gevallen vorig jaar waren Opel Antwerpen en Carrefour. Maar wie de cijfers in een breder perspectief plaatst, kan niet anders doen dan concluderen dat de instroom ook in jaren zonder recessie (2005-2007) niet afnam.
Tijdskrediet bovenop brugpensioen
De vakbonden relativeren de instroom omdat de nieuwe groep bruggepensioneerden tot zijn 58ste beschikbaar moet blijven voor de arbeidsmarkt. Bij een herstructurering komen ze in een tewerkstellingscel terecht en ze kunnen worden opgeroepen door bijvoorbeeld de VDAB die hen een passende job aanbiedt.
De praktijk leert dat die mensen definitief verloren zijn voor de arbeidsmarkt. Bruggepensioneerden ouder dan 55 jaar worden gewoonweg niet opgeroepen door de VDAB. Pas onlangs heeft Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) besloten dat de activering wordt uitgebreid tot de leeftijdsgroepen tussen 52 en 55 jaar.
Bovendien ligt het aantal bruggepensioneerden dat beschikbaar moet blijven ontstellend laag. Momenteel zijn er dat 3076 op 119.856 of ongeveer 2,6 procent van het totale aantal bruggepensioneerden. Een stijging, want in 2010 waren er dat 2 procent en in 2008 amper 1,04 procent. Arbeidseconomen wijzen hier ook op het psychologische aspect. Brugpensioen is in feite een werkloosheidsuitkering met een toeslag van de werkgever. Maar Jan Modaal beschouwt het als een opstapje naar het volwaardige pensioen.
De cijfers van de RVA wijzen trouwens nog op een andere trend. Niet alleen blijft het brugpensioen nog altijd aantrekkelijk, oudere werknemers worden ook meegelokt naar andere stelsels van vervroegde uittreding zoals het tijdskrediet. Tijdskrediet werd met het Generatiepact zeer aantrekkelijk gemaakt voor 50-plussers, met een explosie tot gevolg.
“Dit zou een goede zaak zijn indien deze deeltijds werkenden dan minder op brugpensioen zouden gaan en later uittreden, maar dat is niet het geval”, stelt Klaas Soens van het sociaal departement van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) in een recente nota vast. Tijdskrediet is zeer populair bij 50- tot 55-jarigen: meer dan 60 procent van de deeltijds werkenden met tijdskrediet is ouder dan 50 jaar, na hun 55ste stappen ze over naar brugpensioen. “Tussen 56 en 60 jaar is er driekwart minder gebruik van tijdskrediet terwijl het brugpen-sioen in die periode vertienvoudigt.”
Voor het VBO het bewijs dat het Generatiepact niet echt geleid heeft tot een beter evenwicht tussen actieven en niet-actieven. “Tijdskrediet is niet alleen in de plaats, maar ook bovenop het brugpensioen gekomen”, zegt Soens. “Bijsturingen van zowel het brugpensioen als de landingsbanen dringen zich op.”
In het interprofessioneel akkoord wordt niet geraakt aan het brugpensioen. De sociale partners moeten het Generatiepact dit jaar wel evalueren.
ALAIN MOUTON
Tijdskrediet werd met het Generatie-pact zeer aantrekkelijk gemaakt voor 50-plussers, met een explosie tot gevolg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier