EERST CASHMACHINE, NU OOK OVERNAMEMACHINE

Stijn Fockedey
Stijn Fockedey Algemeen hoofdredacteur van Trends-Kanaal Z

De bioscoopgroep Kinepolis wil haar Europese sectorgenoot Utopia kopen. Het is de tweede grote overname in een jaar die Eddy Duquenne mag aankondigen. Met die expansie drukt de CEO nog meer zijn stempel op Kinepolis, nadat hij er de voorbije jaren de winst al deed exploderen.

Vorige week heeft Kinepolis een principeakkoord gesloten met Utopia over een overname. Het onderzoek van de boeken moet nog worden afgewerkt en in België moet de Belgische Mededingingsautoriteit zijn goedkeuring voor de deal geven. De activiteiten van Utopia – in België actief als Utopolis – sluiten nauw aan bij die van Kinepolis, in België eigenlijk iets te goed. Kinepolis is hier al de onbetwiste marktleider, en het is de vraag of de concurrentiewaakhond tolereert dat Kinepolis er nog eens vier complexen bij krijgt, boven op de twaalf die het in België al heeft.

Utopia is behalve in België ook actief in Luxemburg met drie bioscopen, in Frankrijk met één en in Nederland met vijf. In 2014 kreeg Utopia 3,4 miljoen bezoekers over de vloer, waaruit het een omzet van 41 miljoen euro en een ebitda van 7,5 miljoen euro haalde. Die cijfers steken nogal bleekjes af tegen die van Kinepolis, dat uit 19,7 miljoen bezoekers een opbrengst van 262,6 miljoen euro en een ebitda van 74,3 miljoen puurt.

Op de website van De Tijd schat KBC-analist Guy Sips de Utopia-deal op 50 à 60 miljoen euro. Het overnamebedrag wordt pas bekendgemaakt als de deal volledig is afgerond. Pas dan kan Duquenne meer vertellen dan de summiere mededeling die vorige week werd verspreid.

Nieuwe kansen

Vorige zomer nam Kinepolis het Nederlandse Wolff over voor 16,8 miljoen euro. Eerder deze week lijfde het ook een cinemacomplex nabij Lyon in. Een verrassing is de overname van Utopia dus niet. Sinds 2013 zijn Duquenne en zijn managementteam volop bezig met de voorbereiding van een expansie. “Kinepolis leiden is nu echt topsport”, zei hij vorig jaar in een gesprek naar aanleiding van zijn nominatie voor de shortlist van Manager van het Jaar 2014. “De focus ligt niet meer enkel op de interne groei. De integratie van de nieuwe activiteiten en het onderzoeken van nieuwe kansen vergt enorm veel energie en tijd.”

Eigenlijk was het aanzwengelen van die interne groei al een huzarenstuk. Begin jaren 2000 was Kinepolis fors verzwakt, na een slechte overname in Duitsland. Behalve een financiële kater veroorzaakte de Cinemaxx-affaire ook interne spanningen. Uiteindelijk verkocht de familie Claeys in 2006 haar belang aan externe investeerders. De familie Bert bleef als enige referentieaandeelhouder over bij de beursgenoteerde bioscoopgroep. De familieleden zijn niet meer in groten getale bij het bedrijf betrokken, maar Joost Bert is nog CEO aan de zijde van Eddy Duquenne. Zelf heeft Duquenne de operationele en strategische verantwoordelijkheid, en hij verzorgt ook de externe communicatie.

Royale dividenden

Na zijn aanstelling als CEO in 2008 maakte Duquenne een winstmachine van Kinepolis, die ook gesmeerd blijft lopen als het filmaanbod of het weer tegenzit. Een van Duquennes stokpaardjes is dat een daling van het aantal bezoekers met 5 procent leidt tot 20 procent minder winst. Het zo variabel mogelijk maken van de kosten heeft hij geleerd als CEO van Sunparks. De afdelingsverantwoordelijken in de complexen krijgen veel autonomie, zodat ze snel kunnen ingrijpen. De winstmarge is sinds zijn aantreden verdubbeld, onder meer door de gedisciplineerde controle van de kosten, maar ook door de verhoging van de verkoop van drank en eten. Daardoor kan Kinepolis de bestedingen per bezoeker doen stijgen.

De voorbije jaren keerde Kinepolis royale dividenden uit en kocht het aandelen in. “Door slimmer te werken genereerden we veel meer cash dan vroeger. Jaarlijks tussen 45 en 50 miljoen euro. De kapitaaloperaties van de voorbije jaren dienden om tijd te kopen, want Kinepolis was nog niet volledig klaar voor grote uitdagingen. Wie harder wil varen met zijn boot, is maar beter zeker dat er geen gaten meer in de romp zitten”, zei Duquenne vorig jaar.

Tevreden klanten en medewerkers

Sinds een jaar drukt Duquenne dus fors het gaspedaal in. Kinepolis investeert ook in nieuwbouwprojecten in Frankrijk en in Nederland. Die expansie kost geld en weegt wat op de winst. “We houden nauwlettend de overheadkosten in het oog”, vertelde Duquenne. “Kinepolis moet nu investeren om daar later de vruchten van te plukken. Maar dat mag geen eeuwigheid duren. Binnen twee à drie jaar moet het beginnen te renderen. In Nederland mikken we bijvoorbeeld op 3,5 miljoen bezoekers. We willen een hoog rendement op ons kapitaal, maar niet ten koste van de langetermijnstrategie. Dat vertaalt zich in duurzaam succes, dat uiteindelijk ook ten goede komt aan onze aandeelhouders.”

Het is nog afwachten hoe de Utopia-bioscopen zullen varen onder Kinepolis. Maar vermoedelijk gaat Duquenne hameren op dezelfde prioriteiten die hij voorhoudt aan de bestaande complexen: uitmunten in de exploitatie van de bioscopen, in marketing en in het beheer van het vastgoed.

Daarbij zijn niet enkel de financiële criteria belangrijk. Anders zou de verleiding ontstaan om snel winst te willen nemen, door bijvoorbeeld te besparen op de schoonmaak. Om dat te vermijden bestaat de rapportering ook uit cijfers over de tevredenheid van de klanten en de medewerkers. De prestaties van de bioscoop spelen ook een rol bij de toekenning van de bonussen. De afdelingsverantwoordelijken in de complexen krijgen veel autonomie, zodat ze snel kunnen ingrijpen. Duquenne wil dat zijn werknemers als ondernemers denken, maar ze mogen geen cavalier seul spelen.

STIJN FOCKEDEY

“Wie harder wil varen met zijn boot, is maar beter zeker dat er geen gaten meer in de romp zitten” Eddy Duquenne, CEO Kinepolis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content