Bert Lauwers
Een zwaluw genaamd Thrombogenics
Proficiat ThromboGenics. Voor uw spectaculaire parcours dat vorige week uitmondde in de goedkeuring van het weldra erg lucratieve oogmedicijn Jetrea.
Proficiat ThromboGenics. Voor uw spectaculaire parcours dat vorige week uitmondde in de goedkeuring van het weldra erg lucratieve oogmedicijn Jetrea.
Voor de forse aandeelhouderswaarde die en route werd gecreëerd. En voor het positieve imago dat afstraalt op de hele Vlaamse biotechsector. Terwijl andere Vlaamse bedrijven onlangs hun rug naar de beurs toekeerden, bewijst u dat een beursgang voor alle partijen lonend kan zijn.
“Zonder de beurs was ThromboGenics er niet geweest”, zegt CEO Patrik De Haes zonder verpinken. Het Leuvense bedrijf heeft de beurs op uitmuntende wijze als financieringsvehikel gebruikt met knap getimede kapitaaloperaties zonder averij voor de koers, zodat geen enkele aandeelhouder zich bij de neus genomen voelde.
De Haes heeft daarbij ook oog voor de steun van de Vlaamse overheid, via het IWT en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, en toont zich er uiterst erkentelijk voor. Maar ook federaal is er mee aan de weg getimmerd. Vooral de 75 procent lastenverlaging voor onderzoekers en de 80 procent belastingaftrek voor inkomsten uit patenten hebben vele steentjes bijgedragen. De Haes concludeert dat het ondernemingsklimaat voor biotech hier prima is, en terecht.
Maar de euforie over het parcours en discours van ThromboGenics is zo hartverwarmend dat we dreigen te vergeten dat biotechnologie een zeer risicovolle business is en blijft. Vele tientallen andere biotechspelers in en rond onze Vlaamse steden, die elke dag zwoegen om beloftevolle producten te ontwikkelen, kunnen het beamen. Zeer vaak vertoeven die producten nog in de eerste of tweede klinische fase van de ontwikkeling. Om het eufemistisch te formuleren: dan kan er nog heel wat mislopen voor het product de goedkeuring op zak heeft om op de markt te komen.
ThromboGenics is er een prima voorbeeld van. Ondanks de bergen voorbereidend werk die het management verzette, was het toch nagelbijten voor de Amerikaanse goedkeuringsautoriteit FDA het licht op groen zette voor een nochtans alom bejubeld product als Jetrea, dat eerder bekendstond als ocriplasmine. Zelfs de beste dossiers kunnen het dus knap lastig hebben.
Hoewel de Vlaamse overheid gerust een pluim op haar hoed mag steken voor haar steun aan de biotechsector, mag ze na het eclatante succes van ThromboGenics zeker niet te snel geloven dat de biotechtrein voorgoed vertrokken is. Waar ze kan, moet ze de sector pamperen, het is intussen een van de zeldzame Vlaamse industriële parels. Het ecosysteem van de sector wordt wel rijker, maar is nog steeds broos, en de gebrekkige financiering vormt ontegensprekelijk de achilleshiel.
De overgrote meerderheid van de biotechbedrijven is chronisch verlieslatend, omdat het onderzoek peperduur is en er intussen voor vele spelers nauwelijks inkomsten zijn. Deals met farmabedrijven zorgen telkens voor een zucht van opluchting, maar binnen- en buitenlandse durfkapitalisten zijn zeker in crisistijden op hun hoede voor zulke verlies-latende activiteiten. En dat zal er niet op beteren als vroeg of laat een of andere biotechspeler zich te pletter loopt, omdat een product of onderzoeksprogramma te slechte resultaten opleverde.
Het valt te hopen dat door de lancering van Jetrea in de VS – het walhalla van de biotechnologie met vele rijke institutionele investeerders – zij zich nu afvragen welke andere biotechpareltjes in onze regio verborgen kunnen liggen en de vinger iets vaker van de knip gaat.
ThromboGenics’ sectorgenoten kunnen zich mentaal optrekken aan hun succesvolle Leuvense broertje. Maar er zijn nog meer zwaluwen nodig om de lente te maken in een sector die op kousenvoeten is uitgegroeid tot een werkgever voor ruim 10.000 mensen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier