EEN ZEGE IN TEORIE

Locatie : New York.

PRAKTIJK OF TEORIE.

Met de nodige zin voor understatement kan men stellen dat wat er in de Verenigde Staten reilt en zeilt op het vlak van managementopleiding nog altijd richtinggevend is, ook voor de rest van de wereld. In de VS voeren de vele business schools een intense konkurrentieslag om zoveel mogelijk in de gunst van de afnemers van hun eindprodukt, nl. het bedrijfsleven, te komen en te blijven.

Elk jaar maken de tijdschriften Business Week en US News & World Report een rating op van die zakenscholen (zie ook hoofdartikel). Bovenaan in die lijsten staan, betekent niet alleen veel prestige en uitstraling maar tevens, en vooral, de mogelijkheid om fikse toegangsgelden te vragen. Diegenen die aan dergelijke topscholen afstuderen, kunnen zo goed als steeds kiezen uit een brede waaier aan jobmogelijkheden.

Reeds vele jaren bevolken de business schools van enkele befaamde universiteiten de topplaatsen in deze rangschikking : Harvard, Stanford, Chicago en Northwestern. Chicago en Harvard zijn de twee uitersten wat betreft de basisfilozofie inzake de manier waarop opleiding naar een loopbaan in de zakenwereld moet gekoncipieerd worden. Trends praatte over één en ander met Nicolas Economides van de Stern School of Business, een afdeling van New York University.

HARVARD VS. CHICAGO.

De Harvard-aanpak staat voor een dominerende rol van de gevallenstudie (de zgn. cases) en een minimale aandacht voor teoretische materies. Getracht wordt de leerlingen via de studie van een enorm brede waaier aan specifieke, uit de realiteit gegrepen voorbeelden en gevallen metodes bij te brengen die hen in het latere professionele leven moeten toelaten de juiste analyse te maken.

In flagrante tegenstelling tot de Harvard-doktrine zweert men in Chicago bij een rigoureus teoretische opleiding. Hoe werken markten ? Hoe komen prijzen tot stand ? Hoe en in funktie van welke variabelen wijzigen aangeboden resp. gevraagde hoeveelheden zich ? Deze en de vele aanverwante vragen worden niet in de kontekst van konkrete gevallen beantwoord maar wel binnen een abstrakt kader. In het professionele zakenleven moet men dan die algemene, abstrakte analysetechnieken leren toepassen.

De metodologische diskussie Harvard versus Chicago verloopt vandaag minder gepolarizeerd dan pakweg een tiental jaren geleden. Nicolas Economides : “De middenweg tussen de twee heeft duidelijk gezegevierd. Harvard is zowat de enige business school die enkel de metode van de gevallenstudie aanhangt. In zowat alle andere tracht men de studie van voorbeelden te koppelen aan een degelijke teoretische onderbouw. In die zin zou men kunnen stellen dat uiteindelijk toch de Chicago-aanpak het laken naar zijn kant heeft gehaald. “

Economides gaat er behoorlijk prat op dat mede onder zijn impuls vijf jaar terug aan de Stern School in New York gestart werd met een volledige hertekening van het onderricht. De Chicago-Harvard-tegenstelling werd doorbroken. Nicolas Economides : “In onze opleidingscyclus van twee jaar leggen we nu vooral in het eerste jaar de teoretische basis. Hooguit 15 % van de les- en studietijd gaat op aan het bekijken van konkrete gevallen. In het tweede jaar komt dan de nadruk te liggen op wat wij de integratie van de diverse deelgebieden in business economics zijn gaan noemen. “

Die integratie komt erop neer dat men één specifiek probleem of gegeven bekijkt vanuit de diverse hoeken die zich in het zakenleven manifesteren : financiën, marketing, innovatie, fiskaliteit, enzovoort. Nicolas Economides : “Dat betekent konkreet dat we in ons tweede jaar wel meer tijd aan cases besteden. Toch gaat ook in dit tweede jaar nog ruim de helft van de tijd op aan teorie. “