Een wereldgeschiedenis van design en Kortrijkzanen stelen de show
Twee markante uitgaven geven een puik overzicht van de designwereld. Mel Byars gidst ons door de wereld van de vormgevers, Lise Coirier en Denis Laurent blikken terug op de naoorlogse Belgische ijkpunten.
Mel Byars, The Design Encyclopedia. MoMA/Thoth, 832 blz., 59,90 euro. Lise Coirier & Denis Laurent, Design in België 1945-2000. Éditions Racine, 192 blz., 39,95 euro.
Spreek de woorden meubelen en monteren in één adem uit en een overgrote meerderheid denkt spontaan aan meubelketen Ikea. Met zijn idee van betaalbare en door de klant zelf te monteren meubelen stond oprichter Ingvar Kamprad evenwel niet alleen. Onafhankelijk van de ondernemende Zweed, die pas in 1973 zijn eerste winkel buiten Scandinavië opende, ontwikkelde Philippe Neerman het Decoplan-concept voor meubelmaker De Coene in Kortrijk. De meubels waren opgevat als modules die met één sleutel in elkaar gezet konden worden. De Coene oogstte er in de jaren zestig heel wat bijval mee op internationale designbeurzen. De Kortrijkse meubelproducent, in 1895 boven de doopvont gehouden, was na de Tweede Wereldoorlog overgeschakeld van art deco op modernisme. In 1977 sloot het bedrijf, dat bijna een eeuw lang de ene designprijs na de andere inpalmde, de deuren. In de zomer en herfst van 2006 staat een tentoonstelling over de Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene op het programma.
In het overzichtswerk Design in België 1945-2000 ontbreekt de meubelvernieuwer niet. Een opmerking over de Decoplan-meubels lijkt zelfs een voorafschaduwing van de latere fabriekssluiting: “Jammer genoeg verscheen de collectie te vroeg op de markt en leed ze onder een slechte distributie.” Toch blijft de uitleg mager en dat is al helaas kenmerkend voor deze uitgave van Lise Coirier en Denis Laurent. Het besluit om de teksten in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) af te drukken, is daar niet vreemd aan. Het doorbladeren van de uitgave geeft wel een uitstekend overzicht. De geschiedenis van de naoorlogse hoogtepunten in Belgisch design ontrolt zich – van een reiskoffer van Delvaux uit 1946 tot de Ziplite-rugzak van Samsonite uit 2000 (een creatie van Maxime Szyf en Erik Sijmons), van een Deinzense Torck-kinderwagen uit 1949 tot de Citadis-tram van Philippe Neerman, van Brugse vazen van Roger Van de Weghe uit 1955 tot zowaar de Banksys-betaalterminal C-Zam (van Verhaert uit Kruibeke, 1990). Mooi, maar eens je iets wilt opzoeken, wordt het moeilijk.
Misschien schakelen we maar beter over naar The Design Encyclopedia, een initiatief van het befaamde New Yorkse Museum of Modern Art (MoMA) en de Nederlandse uitgeverij Thoth. Knap hoeveel info er gepropt werd in de beknopte bio’s en beschrijvingen. Bijna onvermijdelijk ontbreken enkele Belgen die er een plaats verdienen. Uiteraard is Kortrijkzaan Philip Neerman (1930) er wel. Hij spitst zich inmiddels vooral toe op trams, metro’s en andere vervoermiddelen.
Luc De Decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier