Een uitgavenshift dringt zich op
De politiek-economische actualiteit wordt al maanden beheerst door voorstellen over een taxshift. De term lijkt vooral te worden gebruikt om druk op het regeringsbeleid uit te oefenen. Van enige eensgezindheid is absoluut geen sprake. De ‘voorstellen’ verschillen niet enkel in welke belastingen zouden moeten worden verhoogd, maar nog meer in de compenserende belastingverlagingen. Dient een taxshift om de besparingsimpact op de lagere inkomensgroepen te milderen door het verhogen van belastingen op activa die de hogere inkomensgroepen relatief meer bezitten, of om de concurrentiepositie te bevorderen? De verwachting is dan ook dat de discussie pas echt zal losbreken als de regering een keuze heeft gemaakt. Beslist ze om een beslissing uit te stellen tot de begroting voor 2016 wordt opgesteld, dan zal het debat, misschien zelfs definitief, stilvallen.
Uit de discussie over een taxshift volgt in ieder geval dat de hoogte van de belastingdruk als vast wordt beschouwd. Maar vele van de beoogde doelstellingen kunnen ook worden bereikt door ‘eenzijdige’ belastingverlagingen. Hiervoor hebben de voorstanders van een taxshift weinig of geen oog, vandaar dat de propagonisten van een taxshift eerder tot het linkse kamp worden gerekend.
De commotie over een belastingverschuiving is niet nieuw. In de jaren tachtig was de noodzaak om de directe belastingdruk te verlagen via een verhoging van de indirecte belastingdruk een belangrijk discussiepunt. De Maribel-operatie van 1981 vormde een eerste aanzet. Vreemd dat de discussie vandaag voorbijgaat aan de ervaringen met deze operatie en geen aandacht besteedt aan verklaringen voor het relatief beperkte karakter van de toenmalige ingrepen. We vrezen dan ook dat de huidige discussie over een taxshift eerder is ingegeven door het bekritiseren van de regering dan een poging vormt tot het leveren van een constructieve bijdrage tot het economisch debat.
Er is natuurlijk altijd het argument van het overheidstekort: de belastingdruk kan niet omlaag om budgettaire redenen. Hoe valabel dit ook is op de zeer korte termijn, het is een zeer zwak en teleurstellend argument op de middellange termijn. Zeker de huidige regering, die moet uitgaan van een termijn tot 2019, zou een geloofwaardig belastingperspectief moeten ontwikkelen. Hierin moet ruimte zijn voor een belastingverschuiving en een matige verlaging van de inkomstenbelasting. Dit lijkt een elementaire doelstelling voor de overheidsfinanciën van een land waar de belastingdruk tot de hoogste van de Europese Unie behoort.
Zo’n belastingplan moet echter een onderdeel zijn van een globaler plan tot sanering van de Belgische staatsfinanciën. Niet enkel de fiscale scheeftrekkingen moeten worden rechtgezet, maar ook de overheidsuitgaven vereisen bijsturingen. De jarenlange roep om meer efficiëntie in de overheidsuitgaven noopt tot een gestructureerde aanpak op lange termijn. Een onderdeel hiervan is een noodzakelijke verlaging en verschuiving van de overheidsuitgaven. We mogen niet vergeten dat onze overheidsuitgaven bijna tien procent van het bbp boven de Duitse en meer dan vijf procent boven de Nederlandse liggen. Een geleidelijke verlaging van deze uitgaven zal budgettaire ruimte vrijmaken om de belastingen te verlagen, zodat de relatieve samenstelling hiervan minder onvrede oproept.
Buiten de beperking van de overheidsuitgaven is er behoefte aan een herschikking van de uitgaven. De onvrede met, om maar twee voorbeelden te geven, justitie en de verkeersfiles, ondermijnt de geloofwaardigheid van het hele overheidsoptreden. Is een efficiënt werkende rechtsstaat geen hoeksteen van iedere democratie? In België lijken al vele hoekstenen gesneuveld. De indruk dat de straffeloosheid almaar toeneemt, is verontrustend en evenzeer sociaal onrechtvaardig.
De gevaren verbonden aan het realiseren van een taxshift de komende maanden is dat het probleem van de sanering van de overheidsfinanciën, uitgaven en belastingen, van de politieke agenda wordt afgevoerd. Dit zou dramatisch zijn, want na de dringende ingrepen is er nu tijd om de structurele problemen grondig aan te pakken.
De auteur is professor economie aan de VUB.
JEF VUCHELEN
Niet enkel de fiscale scheeftrekkingen moeten worden rechtgezet, maar ook de overheidsuitgaven vereisen bijsturingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier