Een subcontinent trekt naar de stembus
India kiest in mei een nieuw parlement. 2009 wordt dan ook een woelig jaar, waarin de noodzakelijke economische hervormingen weer niet zullen plaatsvinden.
Het is een mooie Indian summer geweest in de grootste democratie ter wereld. Sinds ze in 2004 aan de macht kwam, was de Indiase coalitieregering onder leiding van de Congrespartij getuige van een reeks schitterende jaren met een economische groei die telkens rond de 9 procent lag. En dat terwijl ze bijna geen enkele van de liberale hervormingen kon doorvoeren die India zo nodig heeft. In 2009 breekt echter een nieuw seizoen aan. De economie zal getroffen worden door de wereldwijde inzinking en voldoende vertragen om het vertrouwen in de regering uit te hollen. De algemene verkiezingen van mei zullen onzekerheid en misschien zelfs onrust veroorzaken.
De arme Indiase kiezers hebben de gewoonte om tegen de zittende regering te stemmen. Dat is in 2009 zowel goed als slecht nieuws voor de Congrespartij. Het goede nieuws is een gevolg van de uiteenlopende verkiezingscycli in de verschillende staten. In 2009 wordt ook gestemd in drie staten die geregeerd worden door de belangrijkste rivaal van de Congrespartij, de nationalistische hindoepartij Bharatiya Janata Party (BJP).
Het slechte nieuws is de opgang van de regionale partijen ten koste van zowel de Congrespartij als de BJP. Die trend zal doorzetten in 2009 en zowel de Congrespartij als de BJP dreigt elk in haar eigen coalitie terrein te verliezen. Het is best denkbaar dat de twee belangrijkste partijen van India minder dan de helft van de zetels veroveren, wat het pad effent voor een coalitieregering waarin geen van beide zitting heeft. Een dergelijke coalitie zou geleid kunnen worden door de Bahujan Samaj Party (BSP), die de zaak van de dalits – de vroegere ‘onaanraakbaren’ – toegewijd is en regeert over de dichtbevolkte staat Uttar Pradesh. De harde leidster van de BSP, Mayawati, zou dan India’s eerste dalitpremier worden.
Haar tijd zal nog wel komen, maar niet in 2009. Het is waarschijnlijker dat India een nieuwe, onwerkbare coalitie krijgt die geleid zal worden door ofwel de Congrespartij, ofwel de BJP. De Congrespartij heeft lichtjes de beste kaarten. Haar bondgenoten in Tamil Nadu en Bihar zullen het weliswaar slecht doen, maar ze hoopt in Uttar Pradesh een beter resultaat neer te zetten dankzij een mogelijke alliantie met de voormalige regeerders van die staat, de Samajwadipartij. De hoop van de BJP is gevestigd op haar kansen om drie voormalige bondgenoten in Tamil Nadu, West-Bengalen en Andhra Pradesh opnieuw in te lijven. Dat wordt evenwel bemoeilijkt door haar keuze voor de tachtigjarige rouwdouw L.K. Advani als kandidaat-premier. Advani is een hindoechauvinist die ervan beschuldigd wordt op te hitsen tot geweld tussen de gemeenschappen.
De Congrespartij wil Rahul Gandhi naar voren schuiven, de 38-jarige zoon van partijvoorzitster Sonia Gandhi en haar vermoorde echtgenoot Rajiv, die ooit zelf eerste minister was. Maar ze zal dat niet doen. Gandhi heeft een goede opleiding genoten (Harvard en Cambridge) en heeft inspanningen gedaan om zich bij de Indiërs geliefd te maken. Maar het is een politicus die niet gemakkelijk ligt en die al evenzeer dreigt bespot te worden voor zijn verwende bestaan als voor zijn liefde voor zijn voorgeslacht. Helaas heeft de Congrespartij, in afwachting dat Gandhi voor het voetlicht treedt, verzuimd om orde te scheppen in haar chaotische leiderschap op deelstaatniveau. Haar kandidaat-premier voor 2009 wordt uiteindelijk Manmohan Singh, India’s bejaarde leider, die mevrouw Gandhi erg hoog inschat, niet het minst omdat hij op termijn geen rivaal is voor haar zoon.
Alles gaat zijn gangetje
Welke regering er ook uit de bus komt, de Indiërs en de buitenlandse investeerders hoeven in 2009 geen nieuwe grote beleidslijnen te verwachten. De volgende regering zal de brede verbintenis aangaan om hervormingen door te voeren, net zoals alle Indiase regeringen sinds het begin van de jaren negentig min of meer gedaan hebben. Een regering die door de BJP aangevoerd wordt, zou meer hervormingsijver aan de dag leggen, bijvoorbeeld in het bank- en verzekeringswezen. Maar een door de Congrespartij geleide regering kan dan weer efficiënter zijn dan haar voorgangster omdat ze waarschijnlijk niet zal geketend zijn aan de voormalige bondgenoten in de regering, een resem communistische partijtjes die een groot deel van de hervormingen blokkeerden vooraleer ze midden 2008 de regering verlieten.
De communisten namen aanstoot aan het nucleaire samenwerkingsakkoord tussen India en de Verenigde Staten. In 2009 zal die overeenkomst wel de weg vrijmaken voor aanzienlijke investeringen in India’s burgerlijk nucleair programma. Die overeenkomst, waardoor de atoomstaat India een uitzondering vormt op de gebruikelijke antiproliferatieregels, heeft nog een andere betekenis: ze bevestigt de nieuwe status die India door zijn economische opmars verworven heeft. (T)
DE AUTEUR IS CORRESPONDENT VAN THE ECONOMIST VOOR ZUID-AZIË.
Door James Astill
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier