Een stukje oscar?
Misschien wint België maandag in Los Angeles een stukje van een oscar. Het Vlaamse productiehuis Kladaradatsch! was immers coproducent van “Karakter”, genomineerd in de categorie “Best Foreign Language Film”. Naast productie legt Kladaradatsch! zich sinds kort ook toe op distributie en cinema-exploitatie. Een portret.
“Of Karakter die oscar gaat winnen? Alles is mogelijk,” zegt Sam Cerulus, producer en medeoprichter van Kladaradatsch!, dat als coproducent van die film optrad. “Bij de genomineerden zit geen absolute favoriet.”
“Karakter” is het langspeelfilmdebuut van de Nederlandse regisseur Mike van Diem, gemaakt voor een totaal productiebudget van 126 miljoen frank. Het gros daarvan werd aangedragen door de Nederlandse productiemaatschappij First Floor Features van Laurens Geels, die vroeger onder meer successen als ” De Lift” van Dick Maas en de ” Flodder“-films afleverde. Kladaradatsch! organiseerde de vijf opnameweken in Vlaanderen en bracht 24 miljoen frank aan, waarvan 12 miljoen uit het steunfonds Film In Vlaanderen van de Vlaamse gemeenschap.
Sony/Columbia kocht recentelijk de distributierechten voor Noord-Amerika. De film wordt op 27 maart uitgebracht in de VS. Hoeveel Sony/Columbia betaalt, wil Sara Hölmer van First Floor Features niet vertellen. Alleen geeft ze na wat aandringen toe dat bij het winnen van de oscar de prijs ook een stuk hoger zal liggen. “Maar ga nou niet denken dat de miljoenen aan box office die eventueel in Amerika worden gehaald, meteen ook miljoenen betekenen op onze rekening. Er worden eerst een hoop marketing- en andere kosten afgetrokken.”
In Nederland, waar de film sinds halfweg april ’97 loopt, haalde hij totnogtoe 145.000 toeschouwers. In België hebben amper 15.000 personen “Karakter” gezien, meldt distributeur Buena Vista – of ruw gerekend een box office van 3 miljoen. Ter vergelijking: Oesje!, de film rond Kamiel Spiessens, haalde 700.000 tickets. “Met het tweede leven dat Karakter nu in een aantal zalen beleeft, hopen we op 20.000 bezoekers uit te komen, met een oscar erbij misschien op 25.000.” “Jammer, maar kwaliteit is nog geen garantie voor publiek succes,” zucht Sam Cerulus.
Eerdere filmproducties van hetzelfde huis waren de documentaire ” Le Rêve de Gabriel“, de road movie ” La Sicilia” van Luc Pien en de kortfilm ” Passie” van Israël Maos. “Passie, geproduceerd in 1995, was onze eerste vingeroefening voor het magische grote witte doek,” vertelt Cerulus. “We hadden al stapels bedrijfs- en reclamefilms gemaakt en tv-werk gedaan, we wilden iets nieuws proberen, en we konden dat doen vanuit onze bestaande structuren, dus zonder te groot risico.”
Mispakt aan VT4
Het begon allemaal in 1988. Scenarist/copywriter Dirk Chauvaux (vandaag 39 j.), regisseur/animator Toon Loenders (39 j.) en regisseur/producer Sam Cerulus (36 j.), drie Limburgers en alledrie freelance, beslisten toen – de start van VTM zat er aan te komen – hun krachten te bundelen. Elk bracht 5000 frank in, en met een maatschappelijk kapitaal van 50.000 frank, waarvan 15.000 volstort, werd de cv Kladaradatsch! geboren (die in ’91 een nv zou worden). Sam Cerulus: “Dirk kwam met de wat bizarre naam op de proppen. In het Duits betekent Kladeradatsch (met een e na de d) zoiets als ‘groot spektakel’. We vervingen de e door een vierde a, voegden een uitroepteken toe en hadden onze naam.” Het eerste jaar realiseerden ze al een omzet van 20 miljoen frank in bedrijfs- en reclamefilms. Hun eerste wapenfeit voor tv waren generieken. Toon Loenders was een kei in die dingen, en dat werd dan ook de specialiteit van het huis, waarmee het zich snel een reputatie verwierf langs programma’s als Het Huis van Wantrouwen, Morgen Maandag, De Droomfabriek (VRT) en Vakantiekriebels (VTM).
Zegt Sjamayee u nog iets? Die reeks van 80 korte komische clips als afsluiter van Het Huis van Wantrouwen en Sportweekend was de eerste “eigen productie” van Kladaradatsch!. De clips vonden naderhand een weg naar tv-zenders in Mexico, Colombia, Nieuw-Zeeland… In ’95 kwam de boom: Kladaradatsch! kreeg niet alleen de styling van de nieuwe zender VT4 toevertrouwd – u herinnert het zich misschien nog: dat zwart-wit-groene concept – maar leverde ook een groot aantal programma’s, zoals de talkshows Roxy en Ivan, het celebrity gameRad van Tong, het spelprogramma Sla je slag en de sitcom Hey Pa!.
Maar VT4 haalde niet het beoogde marktaandeel, dus kwam er een restyling en nieuwe programma’s; Kladaradatsch! viel uit de boot. Dirk Chauvaux: “In ’95 haalden we meer dan 100 miljoen frank omzet uit tv-werk, in ’96 was dat nog pakweg 60 miljoen, in ’97 hooguit 15 miljoen. Die terugval deed onvermijdelijk ook het personeelsbestand slinken: van (gemiddeld) 18 in ’96 naar 12 in ’97. Gelukkig zonder naakte ontslagen: contracten van bepaalde duur werden niet verlengd, en een aantal mensen ging uit eigen beweging weg.” In nieuwe activiteiten zijn er inmiddels wel weer een 20-tal bijgekomen.
Een nieuwe bioscoopgroep
Cerulus, Chauvaux en Loenders lieten zich niet uit het lood slaan: ze zochten vers kapitaal voor Kladaradatsch! en vonden dat bij de nv Domein Reckheim van Leon Hermans uit Lanaken, die nu 25% van de aandelen heeft. Tegelijk heroriënteerden ze het bedrijf naar filmproductie. Zo bedroeg – ondanks de mindere tv-activiteit – de totale omzet in ’96 toch nog tot 195 miljoen (komend van 184,2 miljoen) dankzij bedrijfs- en reclamefilms én dankzij de productie van La Sicilia, Le Rêve de Gabriel en Karakter. Maar de filmbusiness geeft jaarrekeningen met hoogten en laagten: 1997, een jaar waarin wel op een aantal projecten werd voortgewerkt maar zonder “afgeronde” productie, resulteerde in slechts 80 miljoen omzet.
FILM BEVIEL DE HEREN WEL.
Zo goed zelfs dat ze vorig jaar beslisten voortaan ook zelf de distributie van hun films te gaan verzorgen – langs de nv Purple Hay (5 miljoen frank omzet in ’97) – én in bioscoop -exploitatie te stappen met de nieuw opgerichte nv Kladaradatsch! Entertainment, met ook hier dezelfde vier aandeelhouders: Cerulus, Chauvaux, Loenders en Hermans. In december ’97 namen ze cinema Roxy in Koersel over. De deal was snel beklonken omdat ze het concept van “cinema plus brasserie en café” waarop ze hadden zitten broeden hier makkelijk konden inplanten. Enige minpunt: het concept is bedacht voor (middel-)grote steden, en dat is Koersel hoegenaamd niet. “Maar de opportuniteit was té mooi. Lukt het in Koersel niet, dan hebben we er niet veel aan verloren en toch veel bijgeleerd,” zegt Dirk Chauvaux.
Sam Cerulus: “We geloven in een avondje-uit-mét-cinema: hapje eten, film kijken en iets drinken nadien. We willen dat horeca-gedeelte zélf in handen hebben, en er de sfeer van de filmzalen in doortrekken.” Miniplex is de term die ze hanteren om hun aanpak te onderscheiden van de megacomplexen à la Kinepolis of Gaumont. Een intiemere sfeer en kleinschaligheid zijn troef: Koersel telt 3 schermen en 450 zitjes, de in februari ’98 overgenomen Cartoon’s in Antwerpen heeft eveneens 3 schermen en slechts 270 zetels, de later dit jaar te openen Pathé Palace in Brussel zal ook maar 3 schermen tellen. Daar stopt de kleinschaligheid, want: profiteren van schaalvoordelen door het concept op verschillende locaties neer te planten is een pijler van de strategie; voor volgende jaren wordt al gedacht aan Leuven, Gent en Lanaken (Rekem). Een aantal min of meer vaste kosten als promotie, programmering en administratie kunnen zo gespreid worden over verschillende opbrengst-eenheden.
De Roxy in Koersel heet nu na twee helse transformatieweken tussen 6 en 19 februari Kladaradatsch! Roxy: alle zalen werden heringericht, nieuwe klankapparatuur geïnstalleerd, foyers, kassa’s, gevel en horeca-gedeelte volledig vernieuwd. “We spelen wat in op de ‘nostalgie’ die cinema oproept – maar wél met de meest up-to-date kwaliteit van beeld en geluid, uiteraard.” De resultaten van de eerste veertien dagen – met de commercieel geschikte krokusvakantie – suggereren dat de investering van 14 miljoen frank de moeite heeft geloond: 2300 verkochte tickets, of een verdubbeling ten opzichte van wat daar vroeger werd gehaald.
In Antwerpen
nam Kladaradatsch! in februari ’98 de drie Cartoon’s-zalen en bijhorend café over van Eric Kloeck (die er wel blijft instaan voor de programmatie). Tegen mei moet ook daar een vertimmering gebeuren: enkele dringende aanpassingen aan de infrastructuur, en een volledige herinrichting en uitbreiding van het café tot café én brasserie. Daarvoor werden ook twee panden gehuurd aan de achterzijde van het in de Kaasstraat gelegen gebouw, uitkomend op de Ernest Van Dijckkaai. Geraamde investering hier: 20 miljoen.
Nog duurder wordt het project in Brussel, waar de oude Cinéma Pathé Palace vlakbij de Beurs aan de Anspachlaan zijn vroegere glorie moet terugvinden dankzij een investering van 50 tot 60 miljoen. Sam Cerulus: “Het is een geklasseerd monument, in 1913 als variétézaal opgetrokken door art nouveau architect Paul Hamesse. In de jaren ’50 werd het tot cinema omgevormd. Maar het heeft geleden onder de voorbije 25 jaar waarin het voor andere dan cinema-doeleinden werd benut, onder meer als depot van elektroproducent Bauknecht. Leuk toeval: het was de eerste spektakelzaal in Brussel waar tegelijk ook een brasserie en bars in geïntegreerd waren. Net als wat wij nu willen doen.”
LAURENZ VERLEDENS, RAF PAUWELS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier