Een streep door De Lijn
Gisteren, woensdag 25 mei, moest de Vlaamse regering beslissen of ze extra geld zou vrijmaken om de nieuwe CAO bij De Lijn te financieren. Anders, zo hadden de vakbonden gedreigd, komt er een sociaal conflict. Of de Vlaamse overheid nog wat zou tegenpruttelen, wisten we bij het ter perse gaan niet; maar dat ze uiteindelijk toegeeft, staat zo goed als vast.
Het gekibbel over de CAO maakt duidelijk dat De Lijn de jongste jaren steeds minder is geworden wat ooit de bedoeling was: een overheids bedrijf. Een onderneming waar de overheid niet alleen meebetaalt voor de investeringen en de werkingsmiddelen, maar ook opdraait voor een door de vakbonden geëiste budgettaire ontsporing – sorry, koopkrachtverhoging – heeft meer redenen om zichzelf met een administratie te vergelijken dan met een privé-onderneming. Ondanks mooie grafieken over efficiëntie, en hoewel de werknemers van De Lijn contractuelen zijn.
Nochtans beweert de directie graag dat de overheid alleen het wettelijke kader bepaalt, en de normen oplegt die voor mobiliteit moeten worden gehaald. Daarna, luidt het officieel, moet de maatschappij het zelf waarmaken. Dat de vakbonden zeer goed beseffen dat er altijd wel wat rek zit op dat speelveld, en dat de regering uiteindelijk toch altijd bijpast, hebben ze eens te meer bewezen.
Directeur-generaal Ingrid Lieten van De Lijn hanteert sowieso een andere filosofie dan managers zoals voormalig NMBS-topman Karel Vinck en de huidige gedelegeerd bestuurder van diezelfde NMBS, Marc Descheemaecker. Wil de overheid de tarieven bepalen: oké, ze doet maar, op voorwaarde dat ze betaalt. Het maakt weinig uit of de eigen inkomsten uit tickets nu 20 % of 30 % bedragen van de totale ontvangsten, als de rekening op het einde van de rit maar klopt. Het zijn ideeën waar de twee NMBS-mensen nooit hoog mee hebben opgelopen.
Maar ook bij de spoorwegmaatschappij – voor de duidelijkheid: een federale overheidsonderneming – dreigen de syndicaten met een algemene staking. Reden: de teksten voor de beheerscontracten bevallen hen niet. Daarin is namelijk sprake van een financieel evenwicht tegen 2008, en zij vermoeden dat het personeelsaantal niet zal behouden blijven. Dat een beheerscontract eigenlijk een zaak is tussen regering en directie laat ze koud.
Eigen schuld, dikke bult. Of het nu om De Post, de NMBS of De Lijn gaat: telkens weer botst het idee van een onderneming waar de overheid alleen een rol heeft als aandeelhouder met de praktijk. Die is dat de politiek wel degelijk nog mee wil beslissen over bevoegdheden die eigenlijk aan de bedrijfsleider toekomen: van tarieven en gratis of goedkope abonnementen over nieuwe investeringen. Karel Vinck stapte onder meer om die reden op bij de spoorwegmaatschappij. Wanneer de regering zich daarmee blijft inlaten, kan ze niet van de werknemersvertegenwoordigers verwachten dat die een neen van de directie aanvaarden als definitief. En blijven de betrokken ondernemingen in de eerste plaats overheidsbedrijven.
Luc Huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier