Een slaapkamer is als een auto
De meubelindustrie overleeft alleen als ze het productieproces in de autonijverheid kopieert. Die les trok het Aartrijkse Meubar, producent van meubelen voor eet-, slaap- en jeugdkamers, de voorbije twee decennia. Een portret van een veertig jaar jong bedrijf, dat zich doelbewust beperkte tot de Belgische en Nederlandse markt.
In het magazijn van de nv Meubar in Aartrijke werden zopas de spaanderplaten geleverd. De platen vormen het kernelement voor de productie van de meubelfabrikant. Toch is er maar een voorraad van twee dagen; slechts een zevende van de opslagruimte is gevuld. Ook het magazijn waar de eindproducten liggen opgeslagen, heeft slechts een voorraad van twee dagen.
“Eind jaren tachtig hadden we nog een stock ter waarde van 100 miljoen frank; vandaag bedraagt die 3 miljoen frank. Alleen wat morgen op de vrachtwagen moet, wordt vandaag gemaakt,” duidt gedelegeerd bestuurder Steven Verraes het strikte voorraadbeheer. “Ons grote voorbeeld is de auto-industrie. We organiseren ons bedrijf op dezelfde wijze.” Want ook bij Meubar heet het sleutelwoord preferred suppliers. Met bepaalde leveranciers worden jaarcontracten afgesloten voor de onderdelen die just in time in Aartrijke worden gedropt: glas, scharnieren, paneelverwerking. “Vooral Duitse leveranciers denken ver mee met ons concept. Spaanderplaten bijvoorbeeld kopen we niet in België, ook al geldt ons land als het Mekka van de spaanderplaten. Het uitbouwen van een hecht partnerschap geeft de doorslag. En het aantal partners zal elk jaar verder verminderen.”
De autonijverheid
geldt bij Meubar niet alleen bij het voorraadbeheer als voorbeeld. Ook het productieproces maakt gebruik van de nieuwste technieken. In de spuitkabines zijn robots aan de slag, boor- en freesmachines maken volautomatisch complexe vormen. Naar de voedingsindustrie knipoogt dan weer de membraanpers, die MDF-panelen vacuüm met papier omwikkelt. En echt opmerkelijk is de silo, die metershoog oprijst in de polders van Aartrijke. Er kan duizend kubieke meter houtafval in. Een continue voorraad afval stroomt op ondergrondse transportbanden naar de silo. De verbranding zorgt voor de verwarming van het bedrijf én de lakstraat. “Die verbranding dekt onze volledige energiebehoefte,” verklaart Steven Verraes de functie. “We kijken voortdurend naar de nieuwste ontwikkelingen in onze sector. Jaarlijks investeren we minimaal een tiende van de omzet in nieuwe machines.”
Bepaal zelf hoeveel je verdient
De sterk doorgedreven vernieuwingsdrang en automatisering is bij Meubar een vrij recente keuze. Wanneer Steven Verraes in 1987 in het bedrijf stapt, heeft de West-Vlaamse kmo net een zware inzinking achter de rug.
Vader Marcel startte samen met zijn vennoten André Delarue en Adhemar Winne in 1959 de meubelzaak. Goedkope rustieke fineermeubelen zijn de riante nichemarkt waarin Meubar zich nestelt. Begin jaren tachtig is één Franse klant goed voor 80% van de omzet. “Zo’n situatie is levensgevaarlijk. Die klant begon eerst aan de marges te knabbelen, en haakte daarna plots af. Ik heb daaruit een zeer belangrijke les geleerd: een klant mag nooit bepalen hoeveel je verdient. Mijn grootste klanten vandaag zijn goed voor hooguit 10% van de omzet. Bovendien moet de cashflow minstens 16% van de omzet bedragen. Lager ga ik niet, want dat zou onze investeringen ondergraven.”
Vader Verraes gaat bijna ten onder aan het verlies van de Franse klant. Gelukkig brengt een ommezwaai naar de Nederlandse markt redding. Gelakte meubelen voor het jeugdsegment vinden gretig aftrek bij de noorderburen. Bovendien stapt zoon Steven, na een opleiding als houtingenieur in het Duitse Rosenheim, in 1987 mee in de zaak. Belangrijk was de strategische keuze van Steven Verraes voor een doorgedreven automatisering. “Die automatisering is een continu proces,” beklemtoont de zaakvoerder. “Maar vooral in de jaren 1988 tot 1992 hebben we ons machinepark sterk gemoderniseerd. De machines waren vijftien tot twintig jaar oud, en dus dringend aan vervanging toe. In die jaren investeerden we 50 miljoen frank per jaar, maar we schreven bovendien rode cijfers. We namen dus een groot risico. Maar toen ging dat nog. We kregen veel steun van de Bank van Roeselare, zelfs zonder garanties. Vandaag zouden de banken zoiets niet meer durven.” Bovendien werden, tegelijk met de zware investeringen, de aandelen van de familie Delarue overgenomen. Vandaag heeft de familie Verraes 94% van de aandelen in handen. Het resterende part schuilt bij de familie Winne.
Kies zelf je klant
De modernisering bezorgde Meubar vleugels. De omzet klom van 200 miljoen frank in 1985 naar een half miljard in 1991. De Nederlandse markt werd driftig bewerkt. Maar de achillespees van de kmo stak deze keer in het product: Meubar wierp zich uitsluitend op de discountmarkt, met meubelen voor de eet-, slaap- en jeugdkamers. In 1992 sloeg de crisis opnieuw toe in de Belgische meubelsector. De sterke frank en de toenemende delokalisatie bezorgden de spelers op de massamarkt zware klappen. “We verloren 100 miljoen frank omzet in Nederland,” herinnert zich zuchtend Steven Verraes. “De Duitse mastodont Schieder delokaliseerde zijn productie naar Polen. Onze meubelen werden gewoon gekopieerd en voor een derde van de prijs op de Nederlandse markt gegooid.”
Maar opnieuw zette Meubar door. Twee belangrijke lessen werden uit het debacle getrokken. “De eerste boodschap is dat we voortaan zelf onze klanten kiezen. We willen een langetermijnrelatie uitbouwen. En dat doe je vooral binnen een straal van 300 kilometer. Negentig procent van onze omzet halen we vandaag in België en Nederland. Die markten zijn minder geconcentreerd dan Duitsland en Frankrijk. De macht van de grote aankoopgroeperingen in die twee landen is immens. Bovendien zijn ze erg wispelturig: van vandaag op morgen laten ze je vallen.” In België worden 1000 meubelzaken beleverd, in Nederland 700. Meubar heeft echter geen eigen merkenbeleid, en werkt alleen business-to-business.
Het resterende tiende van de omzet gaat toch verder dan de straal van 300 kilometer. Het lijstje met landen bevat onder meer China, Rusland, Zwitserland. Na de noodzakelijke consolidering in België en Nederland is er overigens weer meer ruimte voor verre landen. Daarvoor werd een nieuwe commercieel directeur aangetrokken: Jean-Claude Neyrinck is een bekend gezicht in de sector, want hij werkte de voorbije twintig jaar als commercieel verantwoordelijke bij jeugdkamerproducent Emdeka.
De tweede les
na 1992 was de noodzakelijke verbreding van de gamma. De discount maakt vandaag nog slechts 60% van de omzet, het middensegment is goed voor een kwart van de omzet. Maar vooral de ontwikkeling sinds einde 1997 van meeneemmeubelen zorgt voor een flinke groei. Meubar vervaardigt onder meer ronde nachttafels en slaapkamers met grillige, gebogen bedsponden of hoofdeinden. “We zijn niet echt de trendsetter, maar toch de eerste trendvolger,” duidt Steven Verraes. “Ik teken trouwens zelf de ontwerpen. De baas moet zijn product beheersen, daarom wil ik geen externe designers. Die designs zijn vaak niet aangepast aan ons productieapparaat. Maar een designer die het wél kan, is natuurlijk altijd welkom.”
Vermijd kannibalisatie
De verruiming van de gamma zorgt voor een stevige groei. De omzet klom van 350 miljoen frank in 1995 naar 493 miljoen in 1998. De meeneemmeubelen waren in 1998 goed voor de helft van de groei. “We zijn dus geëvolueerd van een discounter die grote series produceerde, naar een fabrikant van meubelen in diverse prijsklassen die eigenlijk à la carte te krijgen zijn,” weet Steven Verraes. “Je mag nooit te veel op de marges spelen. Aan goede klanten leveren we dan ook een combinatie van exclusieve producten en grote series. Bovendien heeft de segmentering in diverse prijsklassen niet tot kannibalisatie geleid. Daar hadden we voordien, toen we alleen discounter speelden, wél problemen mee. Want de nieuwere modellen vervingen te veel de oudere op de markt.”
Het hernieuwde vertrouwen
weerspiegelt zich ook in fikse uitbreidingsplannen. Meubar, dat al met 90% van de ruimte de industriezone in Aartrijke domineert, wil de bedrijfsoppervlakte optrekken met een vierde, naar 40.000 vierkante meter. “We barsten uit onze voegen,” schetst Steven Verraes. “Ons vernieuwde voorraadbeheer creëerde weliswaar geld en ruimte. Maar door de voortdurende uitbreiding van ons machinepark is er plaats te kort. Hopelijk zijn eind dit jaar alle wettelijke procedures afgerond. Want wie vandaag wil investeren, moet al bijna blij zijn dat het nog mag,” klaagt ook deze entrepreneur over de omslachtige procedures bij de overheid.
De nieuwe investeringen moeten van Meubar een grote speler maken. Maar is het middelgrote bedrijf sterk genoeg om een antwoord te bieden op de onvermijdelijke concentratie in België en de wereld? “Misschien zullen we met anderen een conglomeraat van bedrijven oprichten,” licht Steven Verraes een tipje van de sluier. “Meubar is immers niet vertegenwoordigd in de sectoren van massieve en zitmeubelen. Maar dit betekent geenszins een overname. De hoge rendabiliteit van Meubar staat zo’n overname trouwens in de weg.”
Wolfgang Riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier