Een scabreuze spraakverwarring
Veel winst maken en geen belastingen betalen. De droom van elke organisatie die zich verwant weet met de maffia. Belastingen betalen is dom, naïef, dwaas. Geld betalen aan de overheid is voor de kleintjes, de onnozelaars, niet voor de professionelen, de gesofisticeerden, de slimmen.
Als je zelf ‘slim’ bent, maar niet slim genoeg, dan laat je je bijstaan door mensen die nog slimmer zijn dan jezelf, door de ‘Big Four’ en we citeren even De Tijd naar aanleiding van Luxleaks2: “PricewaterhouseCoopers, Deloitte, EY en KPMG, benadrukken unisono dat ze altijd de wet hebben gerespecteerd. KPMG zegt dat zijn medewerkers ook ‘ethisch en integer’ omspringen met de adviezen aan hun klanten.”
Zelden is zo helder geformuleerd dat ‘recht’ en ‘ethiek’ verwarren intellectueel zeer zwak is, maar ook heel slim als je betrapt wordt met de hand in de suikerpot. “Mama heeft gezegd dat ik van de snoep moest afblijven, maar ze heeft niet gezegd dat ik mijn hand niet in de suikerpot mocht steken.”
Ethiek heeft te maken met het onderscheid tussen ‘goed’ en ‘slecht’. En het eeuwenoude principe van Immanuel Kant is nog altijd bruikbaar: is je handelswijze al dan niet veralgemeenbaar? Liegen is handig, maar als iedereen liegt, is samenleven gewoon niet meer mogelijk.
Belastingen betalen is een ethische plicht. Omdat als niemand belastingen betaalt, we er met zijn allen heel slecht aan toe zijn. Dan moet PwC een privémilitie oprichten om zijn vennoten te beschermen tegen ontevreden klanten, dan moet KPMG hogescholen (en peutertuinen) oprichten en dan moet EY wegen aanleggen tussen zijn kantoren en de woonplaats van zijn ethische consultants, die geen enkele wet meer hoeven te respecteren, want er is geen geld voor een (rechts)staat. Kortom, op faire wijze bijdragen tot de collectieve lasten is een ethisch minimum. 1 procent belasting is voor zeer winstgevende bedrijven die hun topmanagers fortuinen betalen te weinig, ethisch belachelijk.
Belastingen betalen is ook een wettelijke plicht. Maar vooral in een complexe wereld kan de wet het morele aanvoelen niet goed volgen. En dus zijn er specialisten (‘slimmen’) die uitvlooien hoe je de wet kunt volgen en toch alle ethiek aan je laarzen lappen. Dat is het werk van sommige advocatenkantoren, en overduidelijk dus van de ‘Big Four’. Wetten lopen vaak achterop op de realiteit. We had er nu gedacht dat bedrijven die de mond vol hebben van duurzaamheid, ethisch ondernemen en een goede burger zijn, gewoonweg zouden gaan ‘shoppen’ in de wereld om te zien waar ze hun morele plicht kunnen omzeilen en toch de wet volgen. Wie had gedacht dat democratisch verkozen politieke leiders in een correct landje als Luxemburg oh zo graag hand- en spandiensten zouden bewijzen aan dit soort praktijken? Democratie en ethiek rijmen dus ook al lang niet meer. De folterpraktijken van de democratisch (min of meer toch) verkozen George Bush jr. wijzen ook al in die richting.
Wat je als slimmerik in zo’n situatie dus vooral moet doen, is zorgen voor spraakverwarring. En snel ‘wettelijk’ en ‘ethisch’ aan elkaar gelijk stellen. En bovendien ook ‘wettelijk’ gelijkstellen met ‘juridisch afdwingbare bewijzen’. Zorg dat je geen sporen nalaat. Als je niet te veel dwaze dingen op mail zet, niet te veel geschreven documenten laat rondslingeren, is het voor een rechtbank bijna niet aan te tonen dat je erg fout bezig was. En als je denkt dat je toch bezwarend materiaal achtergelaten hebt, wees maar zeker dat je zeer ethische advocaten zult vinden, die voor voldoende geld wel procedureslagen zullen beginnen. En als naïeven, dommen, of softies daar dan over klagen, dan moet je antwoorden: wat ik doe, doe ik enkel om de rechtsstaat te beschermen. De wet schrijft nu eenmaal voor dat bezwarend materiaal volgens welomschreven procedures moet verworven worden. Einde discussie.
Niet voor mij. Een rechtsstaat houdt maar stand als alle partijen verder dan de wet durven te kijken. Ze houdt geen stand als men enkel naar de wet verwijst, en dan nog het liefst naar de letter ervan. Dus rest er mij enkel een moreel oordeel. Ik ben ontgoocheld in Luxemburg, en in de ‘Big Four’. Ik durf wel eens ironisch, ja zelfs wat cynisch te zijn in deze columns. Maar dat verdwijnt in het niets bij het nooit geziene cynisme van de hoofdrolspelers in dit scabreuze toneelstuk.
De auteur is professor-emeritus aan de Vlerick Business School.
MARC BUELENS
Een rechtsstaat houdt maar stand als alle partijen verder dan de wet durven te kijken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier