Een rode monarchie
De fascinatie voor Noord-Korea, de laatste stalinistische dictatuur ter wereld, blijft groot. Vorige week was in Terzake nog een driedelige reportage over het land te zien. Noord-Korea roept altijd meer vragen op dan dat er antwoorden gegeven worden. Hoe kan een de facto geruineerd land met 24 miljoen inwoners een kernmacht zijn? Hoe is een regime dat ontstond uit het verzet tegen de Japanse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog kunnen uitgroeien tot een soort van rode, communistische erfelijke monarchie? De Franse ex-diplomaat Pascal Dayez-Burgeon, geeft een antwoord in La Dynastie Rouge.
Dat Noord-Korea zich al decennialang kan afsluiten van de rest van de wereld heeft om te beginnen te maken met de geografische situatie: het land situeert zich in bergachtig gebied dat altijd al moeilijk bereikbaar is geweest. Maar veel belangrijker voor het overleven van de staat Noord-Korea is de vaak verborgen internationale steun. Het begon al in 1945 toen het regime in Pyongyang onder leiding van de anti-Japanse verzetsheld Kim Il-Sung bij gratie van de Sovjet-Unie tot stand kon komen. In een periode dat de Koude Oorlog eigenlijk een warme oorlog werd met de Koreaanse oorlog (1950), was het land een vazalstaat van de USSR en China.
Wanneer het conflict in 1953 ten einde was, wist Kim Il-Sung zijn machtspositie te versterken door de Chinese en Russische bondgenoten tegen elkaar uit te spelen. Geïnspireerd door Stalin ontwikkelde de Noord-Koreaanse leider een personencultus en voerde hij een beleid gebaseerd op terreur. Tegelijk werd de bevolking overspoeld met antiwesterse propaganda. Politiek functioneerde het totalitaire regime, economisch was het een ramp. Afgezien van de staalindustrie was het land een economische woestijn die geteisterd werd door een aanhoudende hongersnood.
Kim Il-Sung overleed in 1994 en zijn zoon Kim Jong-Il volgde hem op. Hij versterkte de personencultus nog, maar was vooral een gewiekst politiek strateeg. Hij begon met de bouw van een atoombom en zette het nucleaire programma meermaals on hold wanneer er in ruil humanitaire hulp kwam. Dat was cruciaal in het Noord-Korea van de jaren negentig waar de inwoners leden onder een hongersnood zonder voorgaande. Kim Jong-Il hield het echter niet zo lang vol. In 2008 kreeg hij een hersenbloeding en moest hij snel een opvolger aanduiden. Hij koos voor zijn tweede zoon Kim Jong-Un die naar verluidt de minst labiele van zijn drie zonen is. Toen Kim Jong-Un in 2011 staatshoofd werd, zette hij het beleid van zijn vader en grootvader voort: propaganda en terreur vormen de machtsbasis van het regime. Hij deinsde er niet voor terug zijn oom Chang Song-Taek te laten aanhouden en executeren omdat hij in hem een gevaarlijke concurrent zag. De zuiveringen aan de top van het regime doen terugdenken aan het stalinistische regime van de jaren dertig.
De grootmachten, de VS, Rusland, China en Japan, trokken zich daar weinig van aan en dat weet het regime in Pyongyang ook. In de regio, waar er meer en meer spanningen zijn tussen China en Japan, heeft niemand er belang bij dat er op het Koreaanse schiereiland een machtsvacuüm ontstaat. “Dat is al decennia het geluk van het Noord-Koreaanse regime”, schrijft Dayez-Burgeon.
Pascal Dayez-Burgeon, La Dynastie Rouge. Corée du Nord 1945-2014, Perrin, 446 blz., 24 euro
ALAIN MOUTON
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier