Een ‘realpolitik’ voor de Belgische industrie
De industrie krijgt het steeds harder te verduren als gevolg van de wereldwijde crisis. Een studie van JP Morgan stelt dat de globale industriële productie dit kwartaal met acht procent daalt op jaarbasis. De uitgaven van bedrijven en gezinnen zakken navenant. De meeste economische waarnemers zien niet meteen licht aan het einde van de tunnel, maar de wereld komt de crisis natuurlijk te boven. Of dat nog voor 2010 gebeurt, is niet zeker.
Deze crisis heeft de bedrijven én de regeringen intussen een krachtig lesje in nederigheid geleerd. Niemand is veilig voor de pletwals van slecht nieuws die over de markten rolt, en België niet het minst.
We kunnen ons voorlopig gelukkig prijzen dat we nog altijd een sterke chemiecluster hebben of een forse autoassemblage. Het gaat wel telkens om buitenlandse concerns die in lang vervlogen tijden heil zagen in een centraal gelegen Europees land met een grote zeehaven. Beslissingscentra voor zo’n grote industriële groepen had België nauwelijks en dat is ons vooral in de autosector al meerdere keren zuur opgebroken. Het is duidelijk dat we vooral niet zo naïef mogen zijn om te geloven dat multinationals in ons land actief blijven omdat we zo’n aangename handelspartner zijn.
Wat vermag een klein land als het onze om zijn industriële activiteiten te koesteren. Dat de tewerkstelling in de industrie verder afkalft door de automatisering is niet te vermijden. Maar om te voorkomen dat die daling ontaardt in een kaalslag, mag de regering niet in een kramp schieten. Zij moet kordaat opteren voor een krachtig stimulerend beleid, zodat buitenlandse concerns minstens twee keer nadenken voor ze hier de biezen pakken. Initiatieven als de notionele-intrestaftrek zijn daarbij een goede maatstaf. Dat de overheid creatief kan optreden, heeft zij ook al meermaals bewezen in de farmasector. Die kan genieten van een forse verlichting van de lasten en verspreidt die boodschap ook gretig in het buitenland.
Maar de overheid moet ook keuzes durven te maken. Ons land kan het zich niet permitteren om in alle sectoren de wilde weldoener te spelen. Zij moet durven te investeren in een sterk flankerend beleid voor domeinen met langetermijnperspectieven. Daarbij hoort zeker ook een efficiënt tewerkstellingsbeleid, zodat werknemers die hun job verliezen snel en efficiënt worden omgeschoold.
Intussen wordt nu ook vanuit het ACV aangegeven dat alle belanghebbenden de moed moeten opbrengen om snel rond de tafel te gaan zitten. De regering zelf lijkt nog altijd niet voldoende te beseffen dat zij met man en macht aan de kar moet trekken en zich moet opmaken voor hartverscheurende, maar noodzakelijke keuzes.
Zo’n krachtdadig beleid vereist een regering die als een goed geoliede machine de economische uitdagingen aanpakt. En hier wringt het schoentje. Hopelijk kunnen we de schade voor de industrie beperken tot we een regering hebben die wél op één lijn staat. (T)
Briefing.
De Belgische industrie staat voor een gitzwarte periode, blz. 20
Door Bert Lauwers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier