Een paar zwaluwen

De echte lessen uit de financiële crisis hebben we blijkbaar nog niet getrokken, of althans nog lang niet voldoende toegepast. Dat blijkt nog maar eens uit de discussie na het recente rapport van de Fortis-commissie in Nederland. Altijd weer die verleiding van de ontkenning, de inertie of de terugkeer naar ‘business as usual’, het ‘normale’ of het ‘nieuwe normale’. Ook al is dat laatste tot nader order slechts in stand te houden dankzij een paar biljoenen dollars en euro’s van de centrale banken.

Zolang we nieuwe codenamen kunnen bedenken (QE2, Operaton Twist, LTRO,…) om die operaties dat bijkomende laagje van creatieve verantwoording te geven en de gewone sterveling ervan te overtuigen dat dit niet zomaar ‘geld bijdrukken’ is, hoeven we ons blijkbaar geen zorgen te maken.

“Professor, kunt u mij eens uitleggen, want ik begrijp het eigenlijk niet goed: als te veel geld het probleem was, hoe kan dan nog meer geld de oplossing zijn?” Dat vroeg een zeer geïnteresseerde prins mij al bij de eerste tekenen van deze crisis. Waarop ik beleefd repliceerde: “Excellentie, ik denk dat u het zeer goed begrepen hebt als u het niet begrijpt.”

Het is natuurlijk complexer dan dat. Jürgen Stark, de voorganger van Peter Praet als hoofdeconoom bij de ECB, wond er een paar weken geleden in het Handelsblatt evenwel geen doekjes om. ” Das Welfinanzystem steht unter Drogen.” Hoe is dat mogelijk? ” Die Politik will nicht zum Kernproblem vordringen“. En dan belanden we algauw in het eigenlijke onderliggende debat over de juiste plaats, de aangepaste rol en het functioneren van de banken en de financiële sector in onze economie, en uiteraard de rol van de overheid daarin. Want zal al die kredietverlening niet tot nieuwe overdrijvingen leiden, in plaats van tot de financiering van productieve investeringen?

Wordt het niet hoog tijd om eindelijk eens deze vragen te stellen, ja, met een knipoog of een luisterend oor naar Occupy Wall Street en aanverwante. We hebben dringend nood aan een genuanceerd, gefundeerd en zinnig antwoord. Een financiële sector ten dienste van zijn managers of werknemers? Banken ten dienste van hun aandeelhouders (ook al zijn dat soms vakbonden) of van zichzelf? Wanneer ze in nood verkeren, dan beroepen ze zich meteen op hun rol in ‘het systeem’ en worden ze al gauw behandeld als ‘instellingen van openbaar nut’. Maar waar is hun bijdrage aan het systeem in betere en slechtere tijden, zoals nu?

Beantwoordt dat fel toegenomen aandeel van de financiële sector in de economie wel aan een echt duurzame waardecreatie, of vertelt het een ander verhaal? Zou men niet verwachten dat naarmate de economie en de maatschappij evolueren de financiële sector relatief aan belang of aandeel zou verminderen. Zoals we de jongste decennia hebben kunnen zien in bijvoorbeeld de landbouw en de industrie.

Intussen zijn er wel de niet aflatende initiatieven van bijvoorbeeld de Europese Commissie om een meer doeltreffende en aangepaste regulering door te drukken, tegen de nodige lobbying en onvermijdelijke kreten van de ‘belanghebbenden’ in, met soms ietwat ‘populistische’ neveneffecten, zoals de focus op bonusinperkingen. Het is uiteraard een heel complexe materie en een ongelooflijk kluwen van verschillende activiteiten, rollen, statuten, regels, en er is nood aan grondig studiewerk, zeer specifieke en complexe expertise, kritische vraagstelling, een bijzonder onderscheidingsvermogen en dus niet alleen aan ‘visie en leiderschap’.

Recentelijk zien we enkele tekenen die erop wijzen dat het einde van de ongebreidelde hegemonie van een self-serving, zelfgenoegzaam en zelfregulerend(?) Wall Street of Londense City nakend is. Als de Zwitserse overheid een fundamentele turnaround maakt in haar houding tegenover de regulering van bijvoorbeeld hedgefondsen, inclusief de net vanuit Londen verhuisde fondsen die de ietwat strengere eisen van de Londense City ontvluchtten, dan is dit toch wel een belangrijk signaal. Om maar niet te spreken van de significante ommekeer tegenover internationale belastingontduiking of -vermijding. Zelfs de Zwitsers hebben begrepen dat het zo niet verder kan en de vlucht vooruit beter kan zijn dan de voeten te slepen.

Ook in hartje Wall Street zien we nieuwe initiatieven de kop opsteken om… Wall Street te omzeilen. Larry Finck van Blackrock die met een eigen obligatieplatform de banken wil omzeilen, John Mack, topman van Morgan Stanley, die zijn stoere schouders zet onder een eigen kredietenplatform om de banken bij te springen, enzovoort.

Niets zegt dat dit allemaal zal lukken – het Europees ratingbureau is ook nog niet van de grond – maar hopelijk toch een paar zwaluwen die de lang verwachte lente aankondigen.

De auteur is professor strategie en internationaal management aan Solvay (ULB), TIAS (Tilburg) en KU Leuven.

PAUL VERDIN

Ik denk dat u de crisis zeer goed begrepen hebt als u het niet begrijpt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content