Een oproep tot rationaliteit
Weet u wat een crisis nog erger maakt dan ze al is? Mensen die vol overtuiging beweren dat ze het allemaal van mijlenver hadden zien aankomen. De jongste weken kan ik amper aan de keukentafel, op café of op kantoor zitten, zonder dat er minstens één persoon een betoog houdt over hoe de oorlog in Oekraïne onvermijdelijk was. Terwijl andere mensen de fysieke gevolgen van de oorlog ondergaan, zien heel wat mensen hun kans schoon om een intellectuele krachtmeting te houden met hun geschiedkundige en geopolitieke kennis.
Begrijp me niet verkeerd: als liefhebber van het geschreven en gesproken woord heeft retoriek mij altijd bijzonder goed kunnen smaken. Maar wie het boek Thinking Fast And Slow van Daniel Kahneman heeft gelezen, weet dat de meeste mensen lang niet zo goed zijn in langetermijnvoorspellingen en kansberekeningen als ze achteraf beweren. Sterker nog: achterafredeneringen (‘ik heb het altijd geweten!’ ) behoren tot de meest hardnekkige menselijke denkfouten.
We maken zulke redeneringen – in het vakjargon ook wel hindsight bias genoemd – bij de meest diverse onderwerpen, van het lief met wie uw zoon of dochter thuiskomt tot de uitbraak van een oorlog. Het geeft ons de geruststelling dat onze wereld voorspelbaar is, wat in tijden van snel opeenvolgende crisissen enigszins begrijpelijk is. Maar in tegenstelling tot hoe u denkt over het lief van uw zoon of dochter kunnen zulke redeneringen bij complexe maatschappelijke vraagstukken nog meer problemen veroorzaken.
Terwijl achterafredeneringen ertoe leiden dat we ons talent om de toekomst te voorspellen overschatten, zouden we ons beter bewust moeten zijn van de uitdagingen om vooruit te kijken. In het bijzonder als het over complexe thema’s gaat. Als wereldleiders zich even vlot aan de hindsight bias laten vangen als de mensen op café, vrees ik dat het einde van een reactief beleid nog lang niet in zicht is. Achterafredeneringen kunnen er trouwens ook onbedoeld toe leiden dat zowel de retor als de toeschouwer afstand doet van diens verantwoordelijkheid als maatschappelijke actor. Anders gezegd: hoe meer we praten over wat onze leiders hadden kunnen voorkomen, hoe meer het de aandacht weghaalt van wat wij hadden kunnen doen om de situatie te beïnvloeden.
We blijven liever stijgende gasprijzen betalen en beschuldigend naar boven wijzen dan ongesubsidieerd zonnepanelen op ons dak te leggen.
Dezelfde tendens merk ik ook op als het over duurzaamheid gaat. Ook daar wordt individuele actie veelal afgedaan als idealisme, terwijl het gebrek aan leiderschap als gedeelde frustratie fungeert. Maar waarom zou een gebrek aan proactiviteit bij onze leiders ons ontslaan van onze eigen verantwoordelijkheid om ons feilbare denken te overwinnen en verandering te initiëren? De betaalbaarheid en toegankelijkheid van duurzame alternatieven wordt vaak ingeroepen als verzachtende omstandigheden voor passiviteit, terwijl duurzaamheid op lange termijn die aspecten net impliceert. Toch blijven we liever stijgende gasprijzen betalen en beschuldigend naar boven wijzen dan ongesubsidieerd zonnepanelen op ons dak te leggen.
Terwijl wereldverbeteraars in crisissen vaak oproepen tot empathie, wil ik dus oproepen tot rationaliteit. We kunnen de toenemende druk op onze samenleving blijven ondergaan en een stijgende premie betalen voor onze martelaarsrol. Of we kunnen erkennen dat we er ook zelf voor kiezen een deel van onze macht uit handen te geven, door te wachten op beslissingen van hogerhand. Achterafredeneringen kunnen nu misschien troost en zelfs trots verschaffen. Of dat nog altijd het geval zal zijn als we straks getroffen worden door een crisis die ons niet alleen raakt in onze portemonnee, is nog maar de vraag.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier