Een oldtimer voor het volk
De Love Bugs Parade vindt zondag voor de derde maal in Brussel plaats. De VW Kever is een populair verzamelobject. Maar is het ook een goede belegging?
Alleen al de reacties van de mensen als je met je Kever rondrijdt, doen je al iets. Kom je met die auto buiten, dan zie je altijd vrolijke gezichten”, vertelt Dominique Duyck (40). Hij is vertegenwoordiger van een houthandel, maar zijn weekends en avonduren besteedt hij aan VW Kevers. Hij heeft een cabriolet uit 1968, gerestaureerd op basis van twee exemplaren. Momenteel werkt hij aan een Kever uit het bouwjaar 1957.
Duyck is een van de honderd Kever-eigenaars die meerijden in de derde Love Bugs Parade in en rond Autoworld aan het Jubelpark in Brussel. De editie 2011 staat in het teken van de ‘Afrikaanse raid’ die D’Ieteren – sinds 1948 VW-importeur in ons land – ooit organiseerde. In 1950 maakte een Kever de tocht van Brussel naar Léopoldville; en terug. Een replica van die Kever zal ook bij de Love Bugs Parade zijn.
Vrolijke gezichten gegarandeerd. Maar op de keper beschouwd is de VW met zijn viercilinder luchtgekoelde boxermotor eigenlijk een auto met wat minder fraaie kantjes. De wagen is in de jaren dertig ontworpen door Ferdinand Porsche in opdracht van Adolf Hitler, die een auto voor het volk wilde. In de oorlogsindustrie van de jaren veertig was er echter geen ruimte om die wagen massaal te produceren. De productie kwam pas na de oorlog volop op gang toen de Britten de fabriek in Wolfsburg lieten draaien voor de herstelbetalingen.
Wat trekt de liefhebbers aan in een VW Kever, een wagen die al sinds 1983 niet meer in ons land ingevoerd wordt en die tot in 2003 nog in Mexico geproduceerd werd? In vergelijking met de moderne wagens is er wel wat op aan te merken. “De Kever is veel minder comfortabel dan de wagens van nu. Het glasoppervlak is kleiner waardoor het zicht minder is”, zegt Philippe Casse van de D’Ieteren Gallery. “Je moet tussengas geven om terug te schakelen. Dat alles maakt het moeilijk om die wagen te besturen. Maar dat geeft de verzamelaar juist plezier. Eigenlijk zijn we een bende masochisten.”
Casse stelt dat de Kever voor de meerderheid van de bestuurders de auto van hun ouders of van hun grootouders was. “Het is de wagen die hen ervan liet dromen om zelf te kunnen rijden. Om dat te kunnen, hebben ze echter lang moeten wachten. Dat is ook een reden waarom ze die nu verzamelen.”
Nostalgie
Erik Tamboryn (52), partner in Cheyron, heeft een exemplaar van 1965. Hij valt in de categorie voor wie de Kever de auto van de ouders is, voor wie de Kever nostalgie is. “Mijn vader heeft er twee gehad. De eerste was een ‘brilletje’, het exemplaar met de twee kleine achterruiten die tot 1953 gemaakt is. De tweede was er een uit 1957. Als kind heb ik erin gezeten en als student heb ik ook nog een Kever gehad.”
Bij Dominique Duyck (40) speelt eerder de vorm van de auto – zeker als het om de cabrio-uitvoering gaat – dan jeugdsentiment. “Ik ben als klein kind weleens mee geweest in een Kever, maar ik ben gewoon gevallen voor dat model. Ik vind het de mooiste wagen, de tofste cabriolet. Ik heb een bepaald gevoel bij die auto. Het is moeilijk te omschrijven… Waarom word je verliefd op je vrouw en niet op een ander?”
Volgens Casse zijn er nog bijna 8000 VW Kevers ingeschreven. Rond het model is een subcultuur ontstaan met clubs, eigen media, evenementen en technische specialisten. Zelfs de VW-fabriek speelt erop in met een afdeling VW-Classic Parts. Casse: “Alle onderdelen zijn er nog. Voor knutselaars is de Kever dan ook een goede auto om aan te werken.”
Dominique Duyck is zo iemand. Hij schafte na een zoektocht op het internet in 2008 twee exemplaren aan: een cabrio in slechte toestand en een tweede exemplaar dat hij als ‘donorauto’ voor zijn droomwagen gebruikte. “De cabrio is zowat helemaal vernieuwd. Die was doorgeroest. Nu is hij technisch in orde. Ik heb er een gewone nummerplaat voor genomen en geen oldtimerplaat die je beperkt in waar je kunt rijden. Ik heb tot augustus 2009 aan die Kever gewerkt. Gemiddeld iedere week zeker twintig uur, ook de zaterdagen en zondagen. Ik heb heel veel zelf gedaan. Op een bepaald moment heb je een kennissenkring uitgebouwd van VW-kenners die je tips geven.”
Erik Tamboryn kocht zijn VW begin jaren negentig. Dat exemplaar was in rijklare conditie en had de originele lak nog (wat een pluspunt is bij eventuele verkoop). Tamboryn rijdt er niet vaak mee. “Af en toe een klein toertje. Ik rijd zo’n 500 kilometer per jaar”, zegt hij.
Rekening
Is een Kever duur? Eigenlijk niet. Je zou bijna kunnen zeggen dat het een oldtimer voor het volk is, zeker omdat het aanbod redelijk ruim is. Er zijn meer dan 21 miljoen Kevers van de band gerold. Erik Tamboryn heeft er indertijd 200.000 frank voor neergeteld, 5000 euro. Dominique Duyck was 2500 euro armer na aankoop van twee wrakken. Maar wat heeft de restauratie gekost? Duyck: “Ik heb de rekening niet durven te maken. Ik hem mijn uren niet gerekend. Dan is het haalbaar.”
De vraag is dan ook of een Kever een beleggingsobject is. Voor Erik Tamboryn is dat niet de insteek. “Het moet een hobby zijn. Als pure belegging is een Kever niet het beste”, moet hij toegeven. De auto heeft voor hem vooral een emotionele waarde. Dominique Duyck zit op dezelfde golflengte: “Ik zou geen Kever kopen om te beleggen.” Hoewel: een Kever-model Samba zou in goede staat 35.000 tot 40.000 euro opbrengen. En die behoudt zijn prijs, weet hij.
Philippe Casse van D’Ieteren Gallery zegt dat je per jaar op een waardestijging van 10 procent mag rekenen. De prijzen voor oude Kevers gaan volgens hem “van 0 euro voor een wrak tot 35.000 euro voor een mooi gerestaureerde cabrio”. De eerste exemplaren (de brilletjes) halen nu zo’n 50.000 à 60.000 euro. “De prijs blijft langzaam maar zeker stijgen”, weet hij. De meerderheid van de eigenaars van Kevers koopt zo’n wagen echter niet om te verkopen. Casse: “Het is een wagen voor het leven. De echte liefhebber denkt niet in termen van beleggingswaarde, maar in termen van genot. Het is het plezier om eraan te werken en het maakt je trots om ermee te rijden.”
AD VAN POPPEL, FOTOGRAFIE LIES WILLAERT
Omdat alle onderdelen nog beschikbaar zijn, is de Kever voor knutselaars een goede auto om aan te werken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier