Een ode aan hightechvalleien (vergeet Lernout & Hauspie)

De Leuvense wetenschapper Martin Hinoul legt uit hoe Europa de kloof met de VS kan verkleinen en de koers tegen Aziatische spurters kan winnen. Het sleutelwoord: kennisregio’s.

Martin Hinoul, Kenniseconomie Europa – Sprong in de diepte? De Cavalerie, 226 blz., 22 euro.

Hoe beleven Vlaamse beleggers Halloween? Ze proppen hun met spinrag bestofte aandelen van Lernout & Hauspie in een grimmig uitgeholde pompoen en vertellen rond een mistroostig kampvuur griezelverhalen over indertijd beloftevolle kennisvalleien. Hightech valleys, zo werden ze steevast genoemd en geroemd door een poppige Vlaamse minister-president, wiens permanente staat van nerveuze overacting toch een teken aan de wand had moeten zijn. Nu diepen de gedupeerde beleggers in wijwater gedrenkte kruisbeelden op om als volleerde exorcisten onder helse litanieën de boze geesten van de hightechvalleien uit te drijven.

Misschien, heel misschien bant het nieuwe boek van Martin Hinoul die Vlaamse beleggersfobie voor kennisregio’s uit. In Kenniseconomie Europa – Sprong in de diepte? toont de Leuvense wetenschapper aan dat de toekomst van ons zo sterk gekoesterde Europese model afhangt van het succes van gespecialiseerde kennisregio’s. Wie is die doctor Hinoul dan wel, dat hij zijn oekazes over de toekomstkansen van onze (en andere) contreien durft te verkondigen? Hij werd geboren en getogen in Maaseik, maakte carrière bij Bell Telephone en werd in de jaren negentig als Belgisch diplomaat gekazerneerd in achtereenvolgens Californië en Washington DC om er de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen te bestuderen. Zo werd hij een bevoorrechte getuige van de groei van Silicon Valley. Nu is hij nauw betrokken bij de ontplooiing van de kennisregio Leuven.

“De Flanders Language Valley van Jo Lernout en Pol Hauspie – twee jonge ondernemers uit Ieper, pioniers in de spraaktechnologie – had een succes kunnen worden,” gelooft Martin Hinoul. Het einde van die droom kwam hard aan en “het grootste slachtoffer van deze nachtmerrie was de nieuwe economie zelf. Wat een weergaloos succes had kunnen worden, heeft Vlaanderen in de kenniseconomie een grote stap achteruit gezet.” Gelukkig ging het beter met andere valleien, stipt Hinoul aan, zoals de biotechvallei rond Gent en de digitale signaal processing of DSP-vallei rond Leuven.

Het kernwoord is gevallen: hightech valleys of kennisregio’s zijn onontbeerlijk voor de welvaart. Goed dus dat de Europese top van Lissabon in 2000 opriep om van Europa tegen 2010 de belangrijkste kenniseconomie ter wereld te maken? Neen, Hinoul acht dat niet realistisch. Europa heeft voldoende kapitaal noch talent om dat streven waar te maken. Een continent kan geen kenniseconomie worden. Wel kunnen er lokale kennisregio’s ontbolsteren, die zich op één niche richten. In Europa is plaats voor zo’n tien topkennisregio’s. Vlaanderen maakt nog een kans om daarbij te horen, maar dan mogen we ons niet vastklampen aan voorrechten waarvan we denken dat we ze voorgoed verworven hebben. Een boek om zeker ook op het nachtkastje van politici, vakbondslui en topambtenaren te leggen.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content