EEN NIEUW GROOT MACHTSSPEL
Turkestan, Afghanistan, Transcapië, Perzië. …
Turkestan, Afghanistan, Transcapië, Perzië… “Voor velen hebben deze woorden de klank van zeer grote verten. Voor mij zijn ze de stukken op een schaakbord met als inzet de overheersing van de wereld,” zo schreef lord Curzon, voor hij in 1898 onderkoning werd van India. De officieuze oorlog die de Britten er uitvochten met het tsaristische Rusland om de controle over de regio van Centraal-Azië en Afghanistan, zou de geschiedenis ingaan als The Great Game of Het Grote Spel.
Pakweg honderd jaar later gaf Ahmed Rashid aan deze term een nieuwe invulling. In een invloedrijk omslagverhaal voor de Far Eastern Economic Review _ met als titel: ‘ The New Great Game: the battle for Central Asia’s oil‘ _ bracht deze Pakistaanse journalist de concurrerende belangen van de grote mogendheden Rusland, China en de VS, de buurlanden Iran, Pakistan, Afghanistan en Turkije, de Centraal-Aziatische staten en de oliemaatschappijen in de regio opnieuw in kaart.
Net zoals de Britten in 1919 vastbesloten waren om de sovjetmacht te ondermijnen door heersers in Kaboel te betalen om kamelenkaravanen met wapens en munitie naar moslimguerrillagroepen in Centraal-Azië te sturen, zo riepen de VS in de jaren tachtig van de twintigste eeuw de Afghaanse moedjaheddin op om over te steken naar Centraal-Azië en posten van het sovjetleger aan te vallen.
In het boek ‘ Taliban‘ diept Rashid die stelling nog verder uit. Begin 1995 vormden grote Amerikaanse oliemaatschappijen een particuliere Foreign Oil Companies-groep in Washington. De groep kreeg de taak hun belangen in de Kaspische regio te behartigen. Tot die club behoorde ook het energieconcern Unocal. Het strategisch belang van de VS en de Amerikaanse oliemaatschappijen in de Kaspische regio namen toe en Washington begon Rusland minder vriendelijk te bejegenen.
De VS kon geen strategische invloed in Centraal-Azië verwerven zonder Oezbekistan, de grootste en machtigste onder de Centraal-Aziatische republieken en de enige in staat om het tegen Rusland op te nemen. Zo tekenden zich algauw twee coalities af in de regio: de VS met Oezbekistan, Turkmenistan en Azerbeidzjan _ die hun bondgenoten (Israël, Turkije en Pakistan) aanmoedigden om daar te investeren _ en Rusland, dat zijn greep handhaafde op Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan.
“Toen de plotse verovering van Kaboel door de Taliban in september 1996 volgde, werd het mij duidelijk dat de strategie ten aanzien van de pijpleidingen de drijvende kracht was geworden achter de belangstelling van Washington voor de Taliban,” aldus Ahmed Rashid. In oktober 1996 kondigde Unocal triomfantelijk de opening aan van een vertegenwoordigingskantoor in de Afghaanse hoofdstad Kaboel. Taliban-leiders frequenteerden rond diezelfde tijd Unocals hoofdkwartier in Sugarland, Texas.
Volgens Rashid steunden de VS tussen 1994 en 1996 de Taliban politiek via hun bondgenoten Pakistan en Saudi-Arabië, vooral omdat Washington de Taliban als anti-Iraans zag, anti-sjiitisch en “pro-westers”. En tussen 1995 en 1997 was die steun van de VS nog intenser omdat ze achter het Unocal-project stonden.
Ook het boek van journalist Michael Griffin _ ‘ Reaping the Whirlwind‘ _ over het ontstaan van de Taliban, beschrijft hoe het Sovjetrussisch-Iraanse kamp aan de ene kant en het Amerikaans-Saudische bondgenootschap aan de andere kant jarenlang diverse militiegroepjes tegen elkaar opstookten. Greep krijgen op de belangrijkste, nog onaangeroerde olie- en gasreserves ter wereld was de inzet. Griffins boek verscheen enkele weken vóór de terreuraanslagen in de VS.
Economische en politieke overwegingen zouden de VS uiteindelijk het roer doen omgooien. Toen in 1999 de olieprijzen kelderden, bleef Iran de joker in het Nieuwe Grote Spel _ Iran bezit op één na de grootste olievoorraden ter wereld. Toen de peperdure plannen voor de aanleg van nieuwe pijpleidingen in de koelkast waren gestopt wegens te lage olieprijzen, kwamen de Iraniërs tussenbeide en drongen er bij de Centraal-Aziatische republieken op aan hun olie te exporteren langs een rechtstreekse noord- en zuidpijpleiding via Iran naar de Perzische Golf. Chevron en Mobil, die olieconcessies hadden in Kazachstan en Turkmenistan, vroegen Washington toestemming om ruilhandel te voeren met Iran _ een ware testcase voor de regering- Clinton.
Het vertrouwen van de VS _ dat de steun van Pakistan aan de Taliban een verenigd Afghanistan kon opleveren _ was al sinds 1997 beginnen tanen. Washington had in juli 1997 laten weten geen bezwaar te maken tegen een pijpleiding van Turkmenistan naar Turkije die over Iraans grondgebied zou lopen. Een slag in het gezicht voor Unocal. Het VS-bombardement van de kampen van Bin Laden in augustus 1998 zou er uiteindelijk voor zorgen dat Unocal zijn personeel halsoverkop diende terug te halen uit Pakistan en Kandahar. In december 1998 draaide de oliemaatschappij haar lokale zakelijke belangen definitief op een laag pitje.
E.B./P.D.
Ahmed Rashid, ‘Taliban: Islam, Oil and the New Great Game in Central Asia’, I.B. Taurus Publishers, Londen/New York, 2000 (Nederlandse vertaling bij Uitgeverij Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2001, ISBN 90 450 0453 4).
Michael Griffin, ‘Reaping the Whirlwind: The Taliban Movement in Afganistan’, Pluto Press, Londen, 2001 (ISBN 0 7453 1274 8).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier