Een morele kijk op de Tweede Wereldoorlog
Is dit nu de uiteindelijke verwezenlijking van onze oorlogsdoelstellingen”, vroeg schrijver en journalist Malcolm Muggeridge zich af toen hij Berlijn aanschouwde in mei 1945. “Is dit werkelijk de overwinning van goed op kwaad”, mijmerde hij tussen het puin. In Moral Combat: A History of World War II antwoordt Michael Burleigh hier bevestigend op.
Want ook al gingen de geallieerden soms uit de bocht, in wezen ging de Tweede Wereldoorlog over een strijd tussen goed en kwaad. Regimes stonden tegenover elkaar, waarbij het ene een hogere plaats op de morele ladder dan het andere inneemt. Zoals de titel laat vermoeden, draait dit recentste werk van de Britse historicus over moraliteit tijdens de Tweede Wereldoorlog. En als we de opinie van collega’s-historici mogen geloven, brengt dit boek hem naar het voorlopige hoogtepunt van zijn loopbaan.
De afbakening van de opgave was geen sinecure. Morele vraagstukken lopen als een rode draad door de Tweede Wereldoorlog. Er is het morele gehalte van communisme, nazisme en de westerse democratieën. Maar er zijn ook tal van individuele beslissingen die op een morele schaal afgewogen moeten worden. Is de platlegging van steden, en dus het treffen van burgerdoelen, een legitieme strategie? En natuurlijk: hoe ethisch was het om twee atoombommen op Japan te gooien?
Uiteraard komt in het boek ook de holocaust uitvoerig aan bod. Zeven decennia na de feiten is de verleiding om de dingen vrij abstract te benaderen erg groot, maar tegelijk ook fundamenteel verkeerd. Dit is niet hét boek over moraliteit in en over de Tweede Wereldoorlog.
De erg brede invalshoek mondt uit in een eigenzinnig opgebouwd werk. Burleigh trekt grenzen over wat hij behandelt en tot waar hij gaat. Voor het overige tref je de kenmerken aan die hem eigen zijn: meeslepend narratief en met een geweldig oog voor detail. Zo haalt hij het verhaal aan van een man die de atoombom op Hiroshima overleeft, naar zijn thuisstad Nagasaki trekt, om daar enkele dagen later ook de tweede bom te overleven. En vaak zegt een vergelijking zoveel meer dan een enkel cijfer. Het aantal slachtoffers van de blitz tegen Engeland komt overeen met één maandelijkse aanslag van 11 september in een heel jaar.
Enkele hardnekkige misverstanden worden de wereld uit geholpen. Steevast wordt de holocaust, waarbij vooral de Joden de grootste tol betaalden, als iets industrieel-mechanisch voorgesteld. Een dergelijk hallucinant dodental was alleen mogelijk door gebruik te maken van industriële toepassingen, wat het moorden iets onpersoonlijks gaf. Dit klopt maar gedeeltelijk. Als je de Duitse barbarij in het oosten in kaart brengt, stel je vast dat miljoenen mensen ‘op korte afstand’ gedood werden, vaak met actieve medewerking van de plaatselijke bevolking. Dader en slachtoffer stonden als het ware tegenover elkaar, wat van dit doden precies iets erg persoonlijks maakt.
Over de Tweede Wereldoorlog verschenen al veel boeken. Dikwijls bezondigen ze zich aan het herkauwen van hetzelfde materiaal. Dat Michael Burleigh dit in Moral Combat niet doet, levert het werk een vaste stek op in de extensieve geschiedschrijving over deze oorlog.
MICHAEL BURLEIGH, MORAL COMBAT, A HISTORY OF WORLD WAR II, HARPER PRESS, 2010, 650 BLZ., 40 EURO
MVD
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier