EEN MILJONAIRSGETTO

Boedapest (Hongarije).

Een Porsche met een Hongaarse nummerplaat op de koninklijke kasteelberg in Boedapest is het symbool van de corruptie van de “nieuwe klasse” in Hongarije. Die nieuwe klasse is eigenlijk de oude klasse die zich van dag op dag tot de vrije markt bekeerde. Hongarije is intussen een goede leerling in het kandidatenklasje voor de Europese Unie. Maar de goede luim om die voorkeurspositie en de groeiende economie verbergen veel frustraties. Wrevel die wordt aangewakkerd door het onbehouwen gedrag van de westerse expats in Hongarije.

Sandor Virag is 60 en verbitterd. Tijdens de Hongaarse opstand in 1956 vluchtte hij als enige leerling van zijn klas naar het Westen. Hij belandde in Vlaanderen. Met goede diploma’s bouwde hij een loopbaan op in Belgische, Nederlandse, Amerikaanse en Duitse bedrijven en woonde afwisselend in Duitsland en België. Hij en zijn Hongaarse echtgenote werden Belg. Na de val van het IJzeren Gordijn pendelde hij tussen Boedapest en West-Europa. Hongaarse vestigingen van westerse multinationals gaven hem belangrijke managementtaken. Maar na een tijd vielen ze abrupt weg. Virag: “De buitenlandse bedrijven beschouwen de Hongaren, zelfs al hebben ze westerse diploma’s, als tweede keuze. Ze verkiezen duurbetaalde expats die in hun getto’s een luxeleven leiden. De smakelijkste restaurants, de mooiste vrouwen, de beste scholen voor de kinderen zijn hun deel. Ze leven als kolonisatoren onder de zwarten.”

Virag is auditor en kent de interne verrekeningen tussen de multinationals en het thuisfront. Wie gewillig toelaat dat de winsten van de Hongaarse fabrieken bovenmatig worden afgeroomd, kan blijven. Wie vragen stelt, is een amokmaker en vliegt. “De multinationals opereren hier zonder ethiek. Ze smoezen bij voorkeur met de apparatsjiks van het communistische regime,” aldus Virag. “De nomenclatuur van partijleiders, ambtenaren en veiligheidsagenten leeft verder in een kapitalistische gedaante en is corrupt tot op het bot. Vaak zijn het mensen die al een keer de overstap maakten van Hongaarse nationaal-socialisten naar communisten. De arrivisten maken het leven van de doorsnee Hongaar kapot. Die leeft in onzekerheid, met een kleine wedde, en denkt met heimwee terug aan het paternalisme van de communisten.” Het vertrek van Virag in 1956 handicapt zijn thuiskomst in zijn vaderland. Wie wegliep voor de communisten, knipte de relaties door en wordt door de blijvers ook vandaag beschouwd als een verrader die gemeden moet worden.

Een gesprek met een Hongaar draait al snel uit op gejammer over de historische vernederingen van zijn land. Dan vallen de woorden Verdrag van Trianon. In het Westen kennen alleen specialisten die tekst, die volgde op het Verdrag van Versailles (na de Eerste Wereldoorlog) en waarmee twee derde van de Hongaarstaligen van het moederland werden afgesneden. Het zelfbeschikkingsrecht der volkeren van de Amerikaanse president Woodrow Wilson leidde tot nieuwe Centraal-Europese staten met grote Hongaarse minderheden. Die wonde is niet geheeld. Evenmin, en nog moeilijker te helen, is het culturele isolement van de Hongaren. Het moeilijke en aparte Hongaars sluit hen af van de omringende volkeren. Hongaarse schrijvers zijn meestal ook vertalers _ zo leren ze de structuren en woorden kennen van andere talen. Een vreemde humus voor hun eigen boeken. Kortom, Europa is geen veilige haven voor alle volkeren. De Europeanen van Centraal-Europa leren ons vaak kennen als dode zielen.

F.C.

“Expats gaan naar de smakelijkste restaurants en naar de mooiste vrouwen. Ze leven als kolonisatoren onder de zwarten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content