Een markt voor wie van aanpakken weet
Belgische bedrijven doen nog zaken met Iran, maar het wordt moeilijker. KBC en Fortis bevriezen hun kredietlijnen. Delcredere wikt voorzichtig geval per geval. Blijft over: een vertrouwensband met Iraanse klanten of de (dure) omweg via Dubai.
Economische sancties tegen Iran omwille van zijn nucleaire ambities, hebben het land nog niet op de knieën gekregen. Het embargo verandert wel de manier van zakendoen met de tweede grootste economie van het Midden-Oosten, na Saoedi-Arabië. Westerse banken en kredietverzekeraars worden terughoudend en enige versoepeling lijkt ook na de parlementsverkiezingen van 14 maart onwaarschijnlijk.
De meeste Belgische bedrijven die nog met Iran zaken doen – in sectoren die uiteraard van dichtbij, noch van ver met uraniumverrijking in verband kunnen worden gebracht – nemen zélf grotere risico’s. Ze vertrouwen op bekende relaties in dat land of verkennen nieuwe wegen om hun goederen te slijten.
Tot voor enkele jaren was KBC sterk verbonden met Iran voor de levering van Vlaamse uitrustingsgoederen aan de textiel- en voedingsindustrie. De bank stelt dat daar een einde aan is gekomen door de sancties van de Verenigde Naties en dat het, conform alle geldende internationale richtlijnen, contracten afhandelt die al van vóór de sancties lopen.
Fortis antwoordt eveneens geen nieuwe zaken op Iran te doen, al behoudt het zijn vertegenwoordigingskantoor in Teheran voor transacties rond voedingswaren, medicijnen en humanitaire goederen, in overeenstemming met de resoluties van de VN.
Phare Belgium uit Schelle stuurt regelmatig generische geneesmiddelen of specifieke producten voor chirurgische ingrepen naar Iran. “In enkele gevallen gaat dat nog met een letter of credit van de bank”, zegt Patrick Swolfs, “In andere gevallen met een open krediet en kredietverzekering door Delcredere.” Farmaceutische producten vallen immers niet onder het VN-embargo. Swolfs heeft sinds anderhalf jaar “alleen positieve ervaringen met Iran.” Hij hoopt zelfs op een samenwerking onder licentie met lokale producenten.
Edgard Geyskens van sectorgenoot Naqi uit Sint Joris-Winge heeft eveneens niets dan lof voor zijn Iraanse zakenpartners. Naqi maakt farmaceutische producten tegen huidaandoeningen, in het bijzonder voor diabetespatiënten. “Iran telt zes miljoen diabetespatiënten, tegen drie miljoen in Duitsland. Het is voor ons dan ook een belangrijke afzetmarkt. Helaas, zijn wij als kleine kmo niet belangrijk genoeg om nog in een ‘ LC‘-portefeuille van banken te passen.”
Iraanse klanten van Naqi scharrelen dus zelf de nodige cash bij elkaar door in Iran voor eenzelfde bedrag exporttransacties op te zetten: de opbrengst uit die export kan dan gebruikt worden voor de financiering van geïmporteerde goederen.
Bakstenen als cashkoe
Hoewel het met de dag moeilijker zakendoen is met Iran, konden hoge olieprijzen de impact van economische sancties tot nu toe enigszins temperen. Veel van de extra olie-inkomsten vloeit naar allerlei subsidies, onder meer voor voedingswaren en energie. En naar steunpilaren van de president, zoals leden van de Revolutionaire Gardes. Die halen overheidscontracten binnen. Ook in de oliesector, waar buitenlandse partners zo veel mogelijk worden geweerd.
Toch vinden Iraanse privézakenpartners van westerse bedrijven kennelijk nog wegen om hun invoer uit Europa te financieren. Weefgetouwenbouwer Picanol levert via zijn agent in Teheran jaarlijks honderd tot tweehonderd weefmachines aan privébedrijven.
Reynaers Aluminium draait mee in grote vastgoedprojecten: “Recent hebben we een volledige aluminiumschrijnwerkerij verkocht voor luxeappartementen, ook aluminiumprofielen voor een cinemacomplex en voor winkelcentra in Teheran”, zegt Frank Goudman. “Niet via ‘LC’, maar 100 % voorafbetaling; rechtstreekse facturering en verzending vanuit Duffel. We zijn een drietal jaren actief op de markt en werken met vaste klanten, schrijnwerkerijen en architectenbureaus die ons contacteren.”
Pattyn Packing Lines uit Brugge leverde in 2005 zijn eerste verpakkingslijn en heeft na de recente Gulf Foodbeurs in Dubai uitzicht op nieuwe contracten. Barco verkoopt controlezalen voor energie- en gasdistributie. “We worden rechtstreeks op onze rekening betaald via andere landen”, zegt Johan Quartier van Barco.
Ondanks verouderde installaties blijft Iran een van de belangrijkste olieproducenten, goed voor 3,8 à 4,2 miljoen vaten per dag (tegen 5,4 miljoen in 1979). Het land zit bovendien op de tweede grootste gasbel ter wereld, na Rusland. 80 % van Irans exportinkomsten komt uit de verkoop van olie en gas.
Het belang van de oliesector mag dan geslonken zijn naar 10 tot 20 % van het bbp – in de jaren ’70 lag dat percentage op 30 tot 40 % – toch groeide de vrij gediversifieerde Iraanse economie vorig jaar nog met bijna 5 %. Maar het economische embargo en het eigenzinnige economische beleid van president Ahmadinejad blazen de inflatie aan, tot nu al 18 %. Ahmadinejad dwong de banken hun intrestvoeten arbitrair te verlagen. Dit, samen met de toenemende geldcreatie, jaagt de prijzen verder de hoogte in. Vele Iraniërs plaatsen hun geld niet langer bij de bank.
“Als gevolg van de oplopende inflatie wordt zwaar geïnvesteerd in bakstenen”, weet André Gheysen van Desmet Ballestra, wereldleider in de verwerking van plantaardige oliën. Vanuit Dubai beheert hij projecten van Desmet Ballestra in het hele Midden-Oosten en Pakistan. Ook Gheysen werkt uitsluitend met voorafbetalingen door Iraanse klanten die bij hem in Dubai aankloppen.
“Terwijl Teheran voor de rijken één gigantische bouwwerf is, verkopen ongeletterde lui die het geluk hebben in en rond de hoofdstad op een mooi lapje grond te zitten, dit schamele bezit voor zeg maar 300.000 euro. Daarmee trekken ze naar Dubai, waar ze bij Iraanse banken tot vijf keer zoveel in lening krijgen om daarmee een in- en exportbusiness te beginnen.”
Het verklaart hoe winkelrekken in Teheran volgestouwd geraken met importgoederen. Voedingswaren uit de buurlanden en flatscreentelevisies uit China en Korea. In die marktsegmenten is Europa al volledig uitgeteld.
Zakenplatform Dubai
De financieringsbeperkingen door Europese banken hebben Iraanse bedrijven, die voordien rechtstreeks met Europese en Aziatische toeleveranciers werkten, ertoe aangezet eigen vertegenwoordigingskantoren te openen in de Verenigde Arabische Emiraten. In Dubai zouden er zo’n 1500 zijn; de zogenaamde middlemen die hun diensten aanbieden niet meegerekend. In plaats van banken gebruiken deze tussenpersonen steeds vaker geldkoeriers of hawala transfers.
Een Belgisch bedrijf voor uitrustingsgoederen in de energiesector, dat niet genoemd wil worden, zegt ons via dit kanaal nog betaald te worden voor leveringen aan Iran. Maar een trader in staalproducten voor de bouw en automobielsector, die zijn handel ziet opdrogen bij gebrek aan reguliere banktransacties, durft die weg niet in te slaan.
“Bij die middlemen zitten heel wat opportunistische affairisten“, waarschuwt hij. “Ze vragen 8 % en meer om op naam van een Iraanse klant een LC te openen. Wij, noch onze klant kunnen dit zomaar ophoesten.”
Iran is de grootste staalproducent van het Midden-Oosten, maar moet niettemin 60 % van het staal dat het nodig heeft, invoeren. Heel wat Belgische bedrijven speelden daarop in. Ze worden nu voorbijgestoken door Russische en Koreaanse leveranciers, omdat hun banken ruime kredietfaciliteiten blijven aanbieden voor de handel met Iran.
Voor Nedschroef uit Herentals, dat koudextrusiepersen leverde aan toeleveringsbedrijven van de Iraanse automobielindustrie, zit er niets anders op dan zich te beperken tot cashbetalingen voor wisselstukken. “We kijken niet meer uit naar nieuwe projecten. Ondertussen doen Chinese en Taiwanese concurrenten vlot zaken, alsof er geen vuiltje aan de lucht is”, merkt Alex Jansseune op.
Kleine, duistere ‘bankjes’ uit de buurlanden, tot in Pakistan, weren zich om de plaats van westerse banken in te nemen. “Zij die heel goede connecties hebben met het Iraanse regime profiteren het meest van deze situatie”, zegt een zakenman die ook aandringt op anonimiteit. De sancties versterken vooral de Iranese oligarchie, stelt hij en voegt er laconiek aan toe: “Terwijl westerse majors proberen olie bijeen te schrapen, nestelen Chinese en andere Aziatische groepen zich in grote olieprojecten van Iran. Ondertussen zoeken geldstromen, die vroeger doorheen onze financiële instellingen stroomden, nieuwe wegen buiten het globale, reguliere banksysteem. Zodat witwascircuits moeilijk traceerbaar worden.”
Begin deze maand keurde de VN-Veiligheidsraad een derde pakket financiële sancties goed tegen Iran. Eigendommen van een dozijn Iraanse bedrijven en van individuen die een link hebben met Irans nucleaire programma worden bevroren en voor die personen geldt een internationaal reisverbod. (T)
Door Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier