Een luxe leven
In Illinois stikt het van de buitenlandse bedrijven. Men fronst er dan ook verbaasd de wenkbrauwen bij de vraag naar hun investeringsincentives. Dit ondervond ook Velda uit Zele.
Chicago, Illinois (VS).
Nu elf jaar geleden landt Luc Van Damme, gedelegeerd bestuurder van de nv Velda, een produdent van paardenvlees uit Zele, op Chicago O’Hare. Hij stapt in een huurwagen, haalt een ellenlange lijst boven en begint aan een veertiendaagse tour door de staten Illinois, Ohio, Indiana, Nebraska en Michigan. Op de lijst staan namen van slachterijen, compleet met adres en capaciteit, die Luc Van Damme gekregen heeft van de Europese vertegenwoordigingskantoren van voornoemde staten. Vandaag is de staat Michigan druk doende met het samenstellen van een overzicht van slachterijen die door Velda kunnen worden overgenomen. Luc Van Damme overweegt een verhuis, uit Illinois naar een staat die hem eventueel meer concurrentiële investeringsvoorwaarden biedt.
Mocht het Vlaamse Velda wegtrekken uit DeKalb, dan zal de staat Illinois daar niet wakker van liggen. Vorig jaar investeerden maar liefst 573 bedrijven in een nieuwe vestiging of uitbreiding van een bestaande in deze Midwest-staat, gekend als het Land van Lincoln omdat president Abraham Lincoln (1861-’65) er het grootste deel van zijn leven heeft gewoond. Zo belandde de Republikeinse gouverneur Jim Edgar op de vierde plaats in de 1996-race naar het grootste aantal nieuwe en/of uitbreidingsinvesteringen georganiseerd door het Amerikaanse zakenmagazine Site Selection (zie grafiek 2, blz. 55). Beter nog, Illinois’ grootste stad, Chicago, kwam als winnaar uit de bus in de ranglijst van metropolen met het grootste aantal nieuwe investeringen (zie kader Windy City wint). “Wij verkopen een voordeel,” zegt Bob Bruce, foreign direct investment manager bij het Department of Commerce and Community Affairs van Illinois, beter gekend als het DCCA. “Een hoop andere staten hebben incentives nodig om hun plaats op de kaart te veroveren en een aantal nadelen weg te werken. Voor sommige staten is dit sowieso onmogelijk, zoals Montana, bij andere lukt het wel. Bijvoorbeeld Ohio. Wij hebben geen aanmoedigingscadeautjes nodig, wij verkopen een strategische locatie. Transport vervult een sleutelrol in productie, diensten, handel van elk bedrijf.”
En, het mag gezegd, Illinois speelt deze geografische troef optimaal uit. O’Hare International Airport verwerkte in ’96 77 miljoen passagiers en heeft meer directe luchtverbindingen dan welke luchthaven ter wereld ook. Zo is er een dagelijkse vlucht Brussel-Chicago door zowel American Airlines, als door Sabena in samenwerking met Delta Air Lines. Zegt Luc Van Damme van Velda : “De rechtstreekse luchtlijn is voor ons bedrijf essentieel. Zeker in combinatie met het tijdsverschil. Een klant plaatst bij ons een bestelling in de voormiddag, wij geven dat per computer of telefoon ‘s namiddags door aan onze slachterij in DeKalb, die over voldoende tijd beschikt om op maat te produceren en het tegen 17 uur op het vliegtuig te hebben. ‘s Morgens is de levering in Zaventem.”
Daarnaast is Chicago
de grootste binnenhaven van de Verenigde Staten met een anderhalve week durende vaart naar Antwerpen. Via de Grote Meren (drie maanden van het jaar onbevaarbaar wegens bevriezing) en de Sint-Laurens-Seaway staat Chicago in verbinding met de Atlantische Oceaan, via de Illinois- en Mississippi-rivieren met de Golf van Mexico. Historisch is Chicago hét spoorwegknooppunt van de VS en op het gebied van wegverbindingen heeft Illinois meer dan 3000 km interstate highways, inclusief drie kust-tot-kust en diverse noord-zuid-snelwegen.
Of, zoals Bob Bruce het nuchter stelt : “Wij hebben iets te bieden. Geen eenmalige financiële tegemoetkoming, geen goedkope werkkrachten. Wel een langetermijnlocatie als Amerika’s voornaamste transport- en distributiecentrum.” Hij adviseert dan ook elke buiten- of binnenlandse investeerder die zich wenst te vestigen in Illinois eerst een “nationale shoppingronde” te houden. “Ze belanden toch hier,” zegt hij.
Een kleine overdrijving. In ’96 bijvoorbeeld streken meer ondernemingen met hun investeringsdollars neer in North-Carolina, Ohio en Texas dan in Illinois. En in de top-10 van staten met de hoogste kapitaalinvestering per miljoen inwoners over de tijdsspanne 1994-’96 (zie grafiek 7, blz. 63) verschijnt Illinois zelfs niet.
Eerst naar de advokaat
Illinois zet nog andere eigenschappen naast zijn strategische locatie in de VS en de heel Noord-Amerikaanse vrijhandelszone (met Canada en Mexico) op zijn visitekaartje : een heel stabiele economie, een sterke agrarische basis (Illinois is de voornaamste Amerikaanse producent van soja en de tweede voornaamste producent van maïs), een gediversifieerde industrie met zowel telecombedrijven als Motorola, farmaceutische ondernemingen als Baxter en Abbott Laboratories, en voedingsproducenten als Quaker Oats. Deze combinatie maakt dat veel buitenlandse bedrijven voor hun eerste Amerikaanse vestiging in Illinois terechtkomen. Volgens de KPMG Illinois Inbound Investment Study heeft 73 % van de bedrijven met buitenlands aandeelhouderschap zich in de staat gevestigd als start up. Naar afkomst haalt Europa het met 56 % van de buitenlandse ondernemingen, gevolgd door de regio Azië/Oceanië (vooral Japan, Australië en Korea) met 38 % en een magere 6 % voor Zuid-Amerikaanse en andere Noord-Amerikaanse landen. Meer dan 80 % van de bedrijven is actief in import en/of export. In totaal zijn er meer dan 2000 buitenlandse ondernemingen in de staat, waarvan een 30-tal met de Belgische nationaliteit.
Zegt Bob Bruce : “Veel ondernemingen starten met een verkoopkantoor, bemand door één personeelslid. Indien deze eerste voorzichtige stap lukt, volgt een paar jaar later een uitbreiding naar opslag, distributie en in een volgende fase naar assemblage en productie. Op dat ogenblik wordt tewerkstelling gecreëerd voor de plaatselijke bevolking, wat uiteindelijk ons streefdoel is.” De werkloosheidsgraad voor maart j.l. bedroeg 4,9 %, waarmee Illinois op zijn laagste peil zit sinds 19 jaar en een paar percentpunten onder het nationale gemiddelde van 5,2 %.
Omdat een eerste impressie belangrijk is, zorgen de diensten van de lokale DCCA ervoor dat zo weinig mogelijk fout kan lopen. “Wanneer een onderneming beslist om zich hier te vestigen, is onze allereerste service haar door te sturen naar een advocaat die ook haar cultuur kent,” weet Bob Bruce. “In België, Nederland, Frankrijk kunnen veel geschillen opgelost worden via gewoonten. De Verenigde Staten hebben echter geen gemeenschappelijke cultuur, het enige dat wij gemeenschappelijk hebben is de wet. En de wetten worden hier strikt opgevolgd. Ook, en zeker, in zakendoen.”
Velda : alles is anders in de VS
Dat Bob Bruce gelijk heeft, mocht Luc Van Damme of beter gezegd zijn echtgenote aan den lijve ondervinden. Op een koude zaterdagmorgen gaat mevrouw Van Damme naar de kapper in Chicago. Per vergissing neemt ze daar de verkeerde winkelzak mee naar huis, maar merkt dat er een naam en adres van de juiste eigenares insteekt. De respectievelijke dame woont ook in DeKalb en, zoals het een gentleman betaamt, trekt de heer Van Damme met de zak naar de rechtmatige eigenares in de hoop daar de shopping van zijn vrouw te kunnen recuperen. Hij belt aan, toont de zak en nog voor hij iets kan zeggen, krijgt hij te horen : “Ik heb net naar mijn advocaat gebeld. U heeft mijn zak onrechtmatig meegenomen.”
Luc Van Damme kan nu lachen, hoewel hoofdschuddend, met het hele verhaal. Maar voegt er onmiddellijk aan toe : “Je moet enorm oppassen in de States. In het bedrijf mag je niet de minste insinuatie maken inzake huidskleur, geslacht, ouderdom, godsdienst of je hebt een rechtszaak aan je been.”
Luc Van Damme is de derde generatie bij Velda, dat in ’96 een omzet van 1,8 miljard frank haalde (tewerkstelling : 30). Terwijl zijn grootvader en vader zich beperkten tot het verwerken van ingevoerd paardenvlees tot zogenaamde Boulogne, besluit Luc Van Damme twintig jaar terug wanneer hij het roer overneemt, het productengamma uit te breiden met onder meer rookvlees én zelf paardenvlees te gaan invoeren. Eerst uit Brazilië, nadien ook uit de toenmalige USSR, later uit Australië en de Verenigde Staten. Midden de jaren tachtig, de VS is op dat ogenblik de voornaamste leverancier van paardenvlees op de wereldmarkt, beslist Luc Van Damme dat de Velda Groep zich uitbreidt naar het aankopen en slachten van paarden. Hij meldt zijn bereidheid tot investeren in een Amerikaanse Midwest-staat aan de diverse vertegenwoordigingskantoren in Brussel en gaat op pad.
Begin ’88
koopt Velda een rundslachterij in DeKalb, 50 mijl ten westen van Chicago op de I 88 in de schaduw van de Northern Illinois University. “Ja,” knikt Luc Van Damme, “die hebben in het begin wel geprotesteerd tegen het opzetten van onze paardenslachterij daar.” Zes maand later deed zich een tweede opportuniteit voor, in Redmond, Oregon. Cavel International, Inc. en Cavel West, Inc. tekenen voor een investering van respectievelijk 1,5 miljoen dollar en 1,2 miljoen dollar. In ’96 beliep de maandelijkse omzet 500.000 dollar voor Cavel International (tewerkstelling : 35), dat werd opgestart als joint venture met een lokale paardenslachterij Cavalier. “Hij was onze traditionele leverancier van paardenvlees en het leek ons een goed idee om het samen te doen. Het was voor ons toch een totaal nieuwe business op een nieuwe markt,” vertelt Luc Van Damme, die de zaak eigenhandig opstartte en vier weken Chicago afwisselde met drie weken Zele. “De samenwerking heeft niet lang geduurd. Vier maanden later hebben we hem uitgekocht.”
Alles was een leerproces, erkent Van Damme. Zoals bijvoorbeeld het checken van de werkvergunning van de kandidaat-arbeiders, dikwijls Mexicanen. Ook de afstanden : “Ik heb altijd de indruk dat ik daar meer rondrij dan werk.” Of het feit dat men hem aanspreekt met Luc. En het verschil in bankieren. “Kaskrediet zoals hier bestaat daar niet, overschrijvingen zijn ongebruikelijk, alles wordt betaald met cheque maar o wee, zorg ervoor dat er geld op je rekening staat want anders wordt die geweigerd. Je moet zelf je rekening opvolgen, want rekeninguittreksels zoals wij die kennen, en dagelijks krijgen, bestaan daar ook niet. Het is allemaal anders, maar je leert het snel.”
CATHY BUYCK
LUC VAN DAMME (VELDA) De volledige productie van paardenvlees van Cavel International in DeKalb komt naar Velda in Zele.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier