Een lastige baan
Dat hij nog de operationele leiding over het Nederlandse softwarehuis Baan zou opnemen, had Pierre Everaert (60) zeker niet gedacht toen hij er begin 1999 president-commissaris werd (in Belgische termen: voorzitter van de raad van bestuur). Toch is het dát wat deze Belg met Amerikaanse nationaliteit sinds 4 januari jongstleden doet, als interim chief executive officer na het opstappen van Mary Coleman als topvrouw van de softwareproducent die gekend is om zijn ERP-systemen ( enterprise resource planning).
In april vorig jaar vertelde Everaert ons: “Ik heb met plezier ‘ja’ gezegd op de vraag om hier president-commissaris te worden, omdat Baan in een heroplevingsfase zit. De herstructurering is achter de rug ( nvdr – over 1998 werd 315 miljoen dollar verlies geboekt, na herstructureringslasten). De industrie heeft nog wel een ‘valling’ maar dat zal gaan beteren.”
Die industrie is inderdaad aan de beterhand. Het Duitse SAP AG bijvoorbeeld, boegbeeld van de sector, maakte op 6 januari goede resultaten bekend. Maar Baan – met hoofdkwartieren in Barneveld en Herndon, Virginia (VS) – zit met een zware griep, en het aandeel is compleet weggegleden. Zozeer zelfs dat Jan Baan (die samen met zijn broer Paul in 1978 het bedrijf oprichtte, en vandaag ‘tussen 10% en 20%’ van de aandelen heeft) zich half januari liet ontvallen dat Baan nu een potentieel overnamedoelwit is. In de geruchtenmolen circuleert onder meer het Amerikaanse i2 Technologies als potentiële overnemer.
De officiële cijfers over het kwartaal tot 31 december 1999 komen vandaag, 3 februari, naar buiten. Maar op 4 januari 2000 werd de buitenwacht al verwittigd: Baan kondigde een sterkere oriëntering op e-business aan en vooral – nog maar eens – een herstructurering. Er gaan wereldwijd 14 vestigingen dicht, 4% van het personeel (nu nog zo’n 4700 man sterk) zal moeten afvloeien, de operationele kosten moeten met 25 miljoen dollar per kwartaal naar beneden. De omzet over het vierde kwartaal groeide wel tot om en bij 150 miljoen dollar, maar het verlies zal naar verwachting ergens tussen 240 en 250 miljoen dollar liggen, mede doordat de herstructureringskosten in een keer worden doorgeslikt.
Bovenop de slechte resultaten – het zesde opeenvolgende verlieskwartaal – kwam dan nog de melding dat CEO Mary Coleman, pas in functie sinds 1 juni 1999, het bedrijf verliet. En net zij werd door de sector én de financiële wereld beschouwd als de figuur die Baan er weer bovenop kon helpen. (Enkele dagen later verdween ook nog chief financial officer JamesMooney.)
Pierre Everaert zit dus sinds vier januari op de CEO-stoel. Ad interim, want hij wil snel een nieuwe topman aantrekken. Misschien komt daarover vandaag al meer nieuws.
Everaert, geboren Aalstenaar, ging na z’n studies handelsingenieur ( KU Leuven) in 1963 aan de slag voor het Amerikaanse Goodyear. Vijftien jaar lang bleef hij bij de bandenfabrikant, waarvoor hij functies opnam in onder meer de VS, Panama, Venezuela, Denemarken en Duitsland. “Maar marketing is altijd mijn favoriete bezigheid geweest,” zegt Everaert, “en in de bandensector ben je op dat vlak nogal gebonden door wat de autoproducenten dicteren. Daarom stapte ik in 1978 graag over naar de levensmiddelenbranche, naar de Franse koekjesmaker General Biscuits.” Die hij een aantal jaren later hielp verkopen aan de eveneens Franse voedingsgroep BSN. “Daarop haalde Albert Heijn mij naar de supermarkt-business, het summum van marketing.” Everaert bracht de activiteiten van de Nederlandse grootgrutter Ahold in de VS in een stroomversnelling, en legde via overnames de basis voor de huidige nummer-één-positie van Ahold aan de Amerikaanse Oostkust. In 1989 volgde hij Albert Heijn op als wereldwijd topman. Met zijn Bourgondisch karakter stak hij wel af “binnen de traditie van eenvoud en directheid”, zoals Albert Heijn later in zijn memoires schreef. “Tijdens etentjes liet hij wijnen van honderd gulden aanrukken (…) Tijdens de lunches van de raad van bestuur stond op tafel ineens een fles bourgogne naast de traditionele melkkan,” aldus Heijn. Everaert merkt lachend op dat er in de anekdote een fout zit: “Het was geen bourgogne. Ik ben een absolute bordeaux-fan.”
In 1993 – hij was amper drie jaar CEO bij Ahold en had daar nog jaren mee kunnen doorgaan – liet de altijd al door technologie geboeide Everaert zich door Philips-topman Jan Timmer overhalen zich mee te scharen achter de uitdaging om de noodlijdende Eindhovense elektronicagigant om te turnen, als executive vice-president. Everaert probeerde het van ‘techneutologie’ bol staande huis veel meer marketing minded te maken. Maar die poging stootte – mede door Everaerts stijl – op veel weerstand. “Everaert had nu eenmaal een multi-track mind. Hij was in zijn hoofd altijd met zeventien dingen tegelijk bezig. Daar raakten veel mensen wel van in verwarring,” vertelde toenmalig cobestuurder Frank Carruba in een kritisch Philips-boek van de Nederlandse journalist Marcel Metze. Everaert voelde na verloop van tijd ook dat zijn inspanningen weinig zoden aan de dijk zetten. Volgens Metze liet hij zich tegenover vertrouwelingen ontvallen: ” I feel like I’m pissing in the Mississippi and the water isn’t getting any warmer.” En terwijl hij aanvankelijk getipt werd als kroonprins van Timmer, zag hij eind 1995 de topjob toegewezen worden aan Cor Boonstra. Ingewijden stellen dat “vooral personenkwesties” maakten dat tegelijk aan Everaert gevraagd werd om op te stappen – wat hij enkele maanden later ook deed.
Sedertdien is de in Englewood, New Jersey (VS) wonende Everaert – die advanced management programs aan Cornell, Harvard en Wharton op z’n curriculum heeft staan – zelfstandig topconsultant. Vooral e-business is zijn domein, van lang vóór het zo’n hype werd. Daarover adviseert hij naar eigen zeggen “twee wereldgroepen,” waarvan hij de namen niet wil noemen. (Volgens onze bronnen is Citigroup één van die twee.) Voorts zetelt hij (naast Baan) onder meer in de internationale raad van advies bij de Franse Banque Paribas, in de raad van bestuur van Interbrew (waar hij in 1997 werd binnengehaald door Paul De Keersmaeker), en sinds kort ook bij telecomgroep KPNQwest. Zijn managementgoeroes zijn C.K. Prahalad en Peter Drucker. Samen met Prahalad, Moss-Kanter, Kotler en een aantal Amerikaanse topmanagers is Everaert trouwens co-auteur van het boek ‘ The organisation of the future‘, gesuperviseerd door Drucker.
raf pauwels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier