“Een lagere belasting is geen cadeau”
Peter Praet verlaat zijn post als kabinetschef van minister van Financiën Didier Reynders al na een jaar. Maar wát een jaar. Trends sprak met Praet over zijn aandeel in de belastingverlaging, het Zilverfonds en de fiscale autonomie.
Vermoeid door de slopende dagen die voorafgingen aan de beleidsverklaring van eerste minister Guy Verhofstadt ( VLD) staat Peter Praet ons te woord. Het gesprek heeft plaats in het kleine vertrekje naast het kantoor van minister van Financiën Didier Reynders ( PRL), de minister waar Praet als kabinetschef binnenkort afscheid van neemt. Vandaag, 26 oktober, verschijnt in het Belgisch Staatsblad het Koninklijk Besluit dat Peter Praet aanstelt tot directeur bij de Nationale Bank. Nauwelijks iets meer dan één jaar deed hij mee aan het eerste paars-groene experiment in België.
Praet, de voormalige hoofdeconoom van Fortis Bank, gaat in het directiecomité van de Nationale Bank het zitje innemen van Jean-Jacques Rey, die enkele weken geleden met pensioen ging. Het zal velen benieuwen hoe een woelwater als Peter Praet – “een beetje een nar,” zegt hij zelf – zich gaat voelen in de Nationale Bank, dat oord van grandeur, conservatisme en oubollige geplogenheden. Maar het is de beleidsverklaring van de eerste regering-Verhofstadt die ons tot de eerste vraag noopt.
TRENDS. De belastingverlaging waar uw minister zich zo sterk voor maakte, is een miskleun geworden. Het gros van de ingrepen moet na de volgende verkiezingen worden uitgevoerd. Heeft voormalig CVP-minister Herman Van Rompuy gelijk als hij zegt dat deze regering op het vlak van belastingverlaging nauwelijks iets doet?
PETER PRAET. “Er zat een geweldige contradictie in wat de CVP in de Kamer kwam vertellen naar aanleiding van de beleidsverklaring. Enerzijds verwijt zij de regering budgettair onvoorzichtig te zijn en anderzijds wil de partij dat er meer zou gebeuren voor een onmiddellijke belastingverlaging. Dat houdt geen steek.”
TRENDS. Het feit blijft dat er in deze legislatuur nauwelijks een belastingverlaging komt.
PRAET. “Niet akkoord. De afschaffing van de crisisbelasting is naar voren getrokken. Volgend jaar levert dat al 10 miljard frank op. De resterende 25 miljard crisisbelasting gaat in 2002 en 2003 voor de bijl. Maar ook andere fiscale maatregelen zullen al in 2001 en 2002 de koopkracht positief beïnvloeden: de verhoogde aftrekbaarheid van kinderopvangkosten, de correctere berekening van de bedrijfsvoorheffing, en natuurlijk de herindexering van de belastingschalen. Tellen we dat allemaal op, dan komen we in totaal op zo’n 120 miljard frank aan koopkrachtbevorderende maatregelen voor de jaren 2001 en 2002.
“Bij de regering heeft de bekommernis meegespeeld om weerwerk te bieden tegen de negatieve impact van de gestegen olieprijzen op de conjunctuur. De hamvraag luidt: geloven de mensen dat het om een tijdelijk fenomeen gaat? Zo ja, dan zullen zij minder sparen maar evenveel uitgeven. In het andere geval zullen hun bestedingen teruglopen. Dat heeft uiteraard een negatieve invloed op de economische activiteit.”
TRENDS. Had de regering toch niet beter voor een snellere verlaging van grotere omvang gekozen?
PRAET. “Neen. Ik zie de zaken als volgt. Er is nu een duidelijke beslissing vanuit de regering dat er een verlaging van de belastingen moet komen. De periode waarin die verlaging moet plaatsgrijpen, kan altijd veranderen in functie van de budgettaire marges die ontstaan. Wat de bedrijfsvoorheffing betreft, kan je inderdaad snel ingrijpen. Men vergeet echter al te snel dat wij één oog op het nog altijd grote probleem van de staatsschuld moeten houden.”
TRENDS. Stijgende olieprijzen, oplopende rentevoeten, beurzen die het moeilijk hebben. Hangt er geen grote hypotheek boven de groeiprognose van 2,5% voor de komende jaren? Dat kan zware gevolgen voor de publieke financiën hebben.
PRAET. “Voor volgend jaar zie ik geen probleem. De consensus op Europees niveau blijft een economische groei in de buurt van 3%. Daar zit de regering met haar 2,5% behoorlijk onder. Of die 2,5% voor de daaropvolgende jaren haalbaar is, zal moeten blijken.
“Over de evolutie van de rente wil ik toch het volgende zeggen. Net als in 1998 ten tijde van de Russische crisis, is de rente voor privé-leningen de afgelopen maanden sterk gestegen, terwijl de rente op overheidspapier erg stabiel bleef. De markten liggen blijkbaar niet wakker van de inflatoire risico’s, maar wel van de kredietrisico’s.
“Wat de publieke financiën betreft, moet ik erop wijzen dat we het beleid van verlenging van de gemiddelde looptijd van de uitstaande staatsschuld verder hebben doorgetrokken. We zitten nu met een gemiddelde looptijd van ongeveer zes jaar. Dat vermindert uiteraard de gevoeligheid van de verschuldigde rente voor de beweging van de rentevoeten.”
TRENDS. België blijft intussen bewegen in korteconjunctuurcycli met nauwelijks langere periodes van stevige groei. Dat geldt trouwens voor heel Europa, op enkele uitzonderingen na. Vanwaar dat opmerkelijke verschil met de Verenigde Staten?
PRAET. “Ik zie vier factoren die hier een belangrijke rol spelen. Ten eerste, de dienstensectoren zijn belangrijker in de VS dan hier. Het activiteitsniveau in de dienstensectoren vertoont een veel minder cyclisch karakter. Ten tweede, het voorraadbeheer gebeurt efficiënter in de VS. Bewegingen in voorraden geven aanleiding tot aanzienlijke conjunctuurbewegingen. Ten derde, de Amerikaanse overheid voert een erg duidelijk macro-economisch beleid, dat de verwachtingen van bedrijven en gezinnen goed stuurt. Ten vierde, onder impuls van mensen als Michael Milken en andere financiële entrepreneurs onderging het economische weefsel in de VS gedurende de jaren tachtig een heuse metamorfose. In de jaren negentig, en vandaag nog, plukken ze daar de vruchten van. Op al die vlakken hebben België en Europa nog een hele weg af te leggen.”
TRENDS. Nog even terug naar de belastingverlaging. De sociale partners waren erg ontevreden over wat de regering nu opdist. De bijkomende koopkracht die de regering wilde genereren, hoopt ze bij de komende loononderhandelingen in de wacht te slepen. Brengt de regering onze concurrentiepositie niet in gevaar?
PRAET. “Ik denk het niet. Het verleden leert dat verklaringen die nu worden afgelegd eerder de klassieke opwarmers voor de echte onderhandelingen zijn. Ik kan moeilijk aannemen dat de sociale partners blind voor de realiteit zijn. Zij weten ook dat de conjunctuur bijzonder snel en heftig kan omslaan, met alle gevolgen van dien voor de tewerkstelling. Bovendien ga ik ervan uit dat zij ook weten dat in landen als Frankrijk, Duitsland en Nederland de ontwikkeling van de loonkosten zeer gematigd verloopt. Het kan natuurlijk altijd fout lopen, maar de schuld daarvan mag je dan niet bij de regering leggen.”
TRENDS. Groenen noch socialisten begrijpen waarom een lastenverlaging zo belangrijk is voor de versterking van het economische draagvlak. Is hét grote probleem voor minister Reynders niet om hun wensen inzake belastingverlaging echt te vervullen?
PRAET. “Dat kan ik moeilijk ontkennen. Op andere kabinetten leeft veel minder de overtuiging die hier op Financiën zeer sterk aanwezig is. Wij zien een belastingverlaging niet als een cadeau aan de mensen, maar als een noodzakelijke ingreep om de aanbodzijde van de economie te verstevigen. Die versterking is noodzakelijk om structurele problemen van de Belgische economie op te lossen. Ik denk bijvoorbeeld aan de lage participatiegraad in ons land. Het probleem voor iemand als Didier Reynders, die ook binnen de regering voor deze aanpak pleit, is dat de heilzame effecten van een belastingverlaging pas op termijn merkbaar zijn, en ook vaak verdoken aan de oppervlakte komen.”
TRENDS. De linkerzijde van de regering wist een aardige buit binnen te rijven: aanzienlijke sociale correcties, vrijwel niets om de werkloosheidsvallen weg te werken, tientallen miljarden voor de gezondheidszorg en het Zilverfonds. De liberale familie stond erbij en keek ernaar.
PRAET. “De sociale correcties zijn beperkt en ook gespreid in de tijd. Wat de werkloosheidsvallen betreft had er meer kunnen gebeuren, maar je kunt niet ontkennen dat er een aanzet tot vermindering is. Om de werkloosheidsvallen echt te kunnen wegwerken, zal de steile progressiviteit van ons fiscale en parafiscale regime onder het mes moeten. Wat de gezondheidssector betreft, kan ik niet tegenspreken dat er zich fundamentele problemen voordoen die dringend oplossingen moeten krijgen.
“Ik ben het niet eens met uw kritiek op het Zilverfonds. Ten eerste, het oorspronkelijke Zilverfonds sloeg op alles wat met de vergrijzing te maken had, niet alleen op de pensioenen. Dat is van de baan: het fonds gaat nu alleen om de pensioenen. Ten tweede, de Hoge Raad voor Financiën gaat elk jaar een advies voor de Zilvernota van de regering produceren. Zo vermijden we het waanidee dat met de oprichting van het Zilverfonds de pensioenproblematiek in één beweging zou zijn opgelost. Dat is immers duidelijk niet het geval.”
TRENDS. Moet de pensioenleeftijd worden verhoogd?
PRAET. “De Zilvernota’s die de regering zal publiceren, moeten scenario’s aanreiken om onze pensioenproblematiek verder aan te pakken. Ik weet niet of de pensioenleeftijd omhoog moet. Het staat wel vast dat er vandaag te veel mensen te vroeg op pensioen gaan. Dat kan zo niet doorgaan. Het brugpensioenstelsel moet drastisch worden afgebouwd.”
TRENDS. Dat Zilverfonds blijft toch zeer vaag, zeker de financiering ervan.
PRAET. “Daar ga ik niet mee akkoord. Je mag niet vergeten dat we hier spreken over de wettelijke pensioenen. Het gaat dus om bescheiden pensioenen. Gezien de angst die er bij de mensen leeft over de toekomst van hun pensioenvoorzieningen mag je hier geen enkel risico nemen. Vandaar de optie om de opbrengst van de UMTS-veiling als startkapitaal te gebruiken in de vorm van overheidsobligaties.
“Op het niveau van de overheid ontstaat er zo een perfecte matching. Stel dat er inflatie komt. Daar lijdt het Zilverfonds onder omdat de aangehouden overheidsobligaties naar verhouding minder opbrengen. De overheid doet er op het vlak van de overheidsschuld echter haar voordeel bij. Dan kan er makkelijk worden gewerkt aan compensatie voor het Zilverfonds.
“Vergeet ook niet dat als het Zilverfonds positief evolueert, de mensen automatisch een stuk meer goodwill zullen tonen ten aanzien van een beleid dat op de realisatie van begrotingsoverschotten is gericht.”
TRENDS. Over begrotingsoverschotten gesproken: Vlaanderen zou die willen gebruiken voor belastingverlagingen, waar de Franstaligen blijkbaar als de dood voor zijn. Met de regionalisering van erfenisrechten, onroerende voorheffing en registratierechten komt er toch een niet onbelangrijke vorm van fiscale autonomie.
PRAET. “Akkoord. De hamvraag luidt echter: hoe ver kan je gaan in die fiscale autonomie? Wanneer wordt fiscale concurrentie destructief? Ik kan zowel voor het standpunt van de Vlamingen als dat van de Franstaligen begrip opbrengen. Ik denk dat we zachtjes aan evolueren naar een toenemende mate van fiscale autonomie voor gewesten en gemeenschappen, maar met een gestructureerd toezicht daarop.”
TRENDS. Uw vertrek uit het kabinet komt verrassend snel. Volgend jaar zit België zowel de eurogroep als de Europese Unie voor. U bent onder meer aangetrokken om in deze opdrachten een belangrijke rol te spelen. Is er een kink in de kabel tussen u en minister Reynders?
PRAET. “Helemaal niet. Onze relatie is in de loop van het voorbije jaar steeds beter geworden. Het valt mij moeilijk om het kabinet nu al te verlaten. Vergeet echter niet dat ik al 51 ben en toch wat moet gaan uitkijken in functie van mijn gezin. Ik had niets buiten het kabinet omdat ik effectief ontslag bij Fortis had genomen. Vandaar mijn keuze voor de Nationale Bank. Bovendien heeft gouverneur Guy Quaden mij laten verstaan dat ik allicht een rol zal spelen in de internationale ontwikkelingen waarbij ons land betrokken zal zijn.”
TRENDS. Zult u zich thuis voelen in de plechtstatige, ouderwetse Nationale Bank? Met de oprichting van de Economische en Monetaire Unie is de rol van deze instelling toch uitgehold?
PRAET. “Onze Nationale Bank zal binnen de EMU nog lang een belangrijke rol te spelen hebben. Ten eerste verzekert ze de duurzaamheid van de Unie. De centrale bank van elke lidstaat kent haar eigen economie door en door. Deze kennis is onontbeerlijk voor een goede werking van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. De nationale centrale banken zijn het best geplaatst om het nationale beleid goed in te schatten in functie van de maatregelen die uit de EMU voortvloeien. Ten tweede houdt de Nationale Bank macroprudentieel toezicht. Ik bedoel daarmee vooral het toezicht op de grote instellingen binnen de nationale economie. Ten derde hebben de nationale centrale banken van de eurozone op internationaal vlak nog een rol te spelen. Er staat nog heel wat te gebeuren bij het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. Het is goed om daar een diversiteit in de benadering te behouden.”
TRENDS. “De euro zal een structureel zwakke munt blijven zolang er niet een duidelijk perspectief voor een werkbare politieke unie in Europa komt.” Kan u zich in een dergelijke uitspraak vinden?
PRAET. “Neen. De structurele evolutie van de euro ligt wat subtieler. Mijn contacten met internationale financiers en investeringsbankiers – de mensen die beslissen euro’s te kopen of te verkopen – leren mij het volgende. Het economische en financiële gebeuren zit vol onzekerheden. Er kunnen zich op elk moment onverwachte schokken voordoen met verstrekkende gevolgen. Vandaar dat financiële markten een grote behoefte hebben aan duidelijke institutionele beslissingsprocedures en -routines. Wie doet wat wanneer calamiteit A of B zich voordoet? Op dat gebied vertoont het eurogebied nog te veel zwaktes. Die zwaktes wegwerken, vereist niet noodzakelijk een politieke unie.
“Een munt hangt niet alleen vast aan een monetair beleid maar ook aan een heel systeem van beleidsinstrumenten en -processen. Wat zou Europa doen als er zich hier een zaak als de implosie van het hefboomfonds LTCM of een crash op de beurzen zou voordoen? Dat is niet duidelijk, in tegenstelling tot de VS. Daar zijn de minister van Financiën en de centrale bank duidelijk in charge. Ze handelen snel, doortastend en volgens regels die behoorlijk transparant zijn.”
TRENDS. Bekijkt u als toekomstig centraal bankier de verbredingsoperatie van de Europese Unie met grote argwaan?
PRAET. “Alle nieuwe lidstaten worden per definitie ook kandidaten voor deelname aan de EMU. Zijn die landen daar structureel klaar voor? Ik heb niet de indruk dat de financiële markten zich daar nu al veel zorgen om maken. Het komt erop aan snel duidelijke signalen aan die markten te geven dat er geen institutionele impasse binnen de Europese Unie komt. Om dat te bereiken, moeten we op korte termijn echter nog veel werk leveren.”
JOHAN VAN OVERTVELDT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier