Een kwestie van macht
Nog geen 24 uur nadat een beloftevolle Belgische start-up zich heeft laten opkopen, zorgt het Nederlandse Adyen met een verdubbeling van de koers voor een indrukwekkend beursdebuut. Dat Belgische start-ups niet doorgroeien tot succesvolle en onafhankelijke beursgenoteerde bedrijven komt door een gebrek aan macht, niet door een gebrek aan ambitie.
Belgische techondernemers hebben vaak een zwakkere onderhandelingspositie dan hun soortgenoten in grotere markten. Er is minder concurrentie tussen het durfkapitaal in België en minder interesse van buitenlandse spelers om hier in opstartende bedrijven te investeren. Daardoor kunnen techondernemers de investeerders hier vanaf de eerste ronde minder tegen elkaar laten opbieden en dat is nadelig voor de rest van hun parcours.
Bovendien kunnen investeerders vaak extra rechten afdwingen en controleren ze het bedrijf, ondanks een minderheidsaandeel. Kapitaalronde na kapitaalronde verliezen ondernemers zo de controle over hun bedrijf en daarom moeten ze vaak instemmen met een verkoop, terwijl ze gewoon hadden willen doorgaan.
De oprichters van Adyen hadden die problemen niet. Ze behoren tot een speciale ondernemerskaste. Ze hadden al een succesvolle exit achter de rug en konden terugvallen op een netwerk van investeerders die hen gunstig gezind waren, onder wie de in 2013 overleden prins Friso.
Naar het buitenland
In eerdere interviews vertelde CEO Pieter van der Does dat hij tijdens onderhandelingen met investeerders vaak genoegen nam met een lagere waardering van Adyen om zo geen toegiften te moeten doen over bestuurszitjes en de controle te behouden.
Zowat alle Belgische techondernemers kunnen zich niet de luxe permitteren geen of minder geld op te halen. Ze moeten in één niche excelleren en dan snel verkopen over de hele wereld, anders neemt een concurrent de markt in. Door de te kleine thuismarkt moeten ze zich veel sneller wagen aan een risicovolle buitenlandse expansie. Dat kost geld en tijd. Daarom is het meestal de meest realistische optie het bedrijf in een vroege fase te verkopen aan een grotere buitenlandse speler.
De verkoop van Trendminer aan het Duitse Software AG vorige week is wellicht zo’n voorbeeld. De oprichters stonden voor de moeilijke keuze met een relatief beperkt budget een groot internationaal verkoopteam uit te bouwen, of een onderdeel te worden van een oudere techspeler die al een geoliede commerciële machine heeft.
In de huidige generatie van Belgische groeibedrijven zou een aantal onafhankelijk kunnen blijven. Maar het wordt moeilijk voor pakweg Collibra, Showpad of Teamleader om het beurssucces van Adyen te herhalen. Adyen is met betalingsverwerking actief in een enorme markt die nog zeer snel groeit. Daardoor verzamelt het in een verschroeiend tempo schaalvoordelen en heeft het grote marges.
Adyen verliest ook zeer weinig bestaande klanten, minder dan 1 procent per jaar. Veel van onze goudhaantjes zitten nog in de fase dat ze moeten bewijzen dat hun markt überhaupt groot genoeg is en dat ze meer afhakende klanten moeten compenseren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier