Een kater van tien jaar
Een exuberant stimuleringsprogramma voor de Chinese economie in 2008 beperkt de mogelijkheden vandaag. Het land heeft enkele opties, maar die zullen geen snel herstel opleveren.
De carrière van de grootste vastgoedmagnaat van China kan in twee fasen worden opgedeeld. Xu Jiayin begon langzaam en concentreerde zich op de zuidelijke stad Guangzhou. Daarna kwam de wereldwijde financiële crisis, waarop de regering antwoordde met een gigantisch economisch stimuleringsprogramma dat deze maand tien jaar geleden werd gelanceerd. Voor Xu was dat het sein om meer te durven. Zijn bedrijf Evergrande heeft nu projecten in 228 steden. Vorig jaar voltooide het woonoppervlakte voor 450.000 woningen. Dat waren er 10.000 in het jaar dat het programma begon. Het heeft een voetbalclub opgekocht, themaparken aangelegd en doet sinds kort ook in verzekeringen.
De scherpe stijging van de schuld van China van 150 procent van het bbp tot meer dan 250 procent is het duidelijkste probleem.
Maar er hing een prijskaartje aan de expansie. De schuld van Evergrande is omhooggeschoten tot bijna 88 miljard euro. Zijn aandelen worden geregeld geviseerd door shortsellers. Tot nu toe heeft Xu de onheilsprofeten getart. Maar de baissiers nemen hem weer in het vizier. De koers van Evergrande is dit jaar met meer dan een derde gezakt. Vorige maand had het moeite om nieuwe obligaties te verkopen, totdat Xu met zijn eigen vermogen voor 0,88 miljard euro aan obligaties opkocht. Als een van de rijkste mensen van China kan de multimiljardair zich dat veroorloven.
Voor China was het regeringsbesluit de investeringen op te voeren een breuklijn. De groei kwam weer op gang terwijl die elders sputterde. Voor de crisis had China een aandeel van 6 procent in het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp). Vandaag benadert dat 16 procent. Toch was er een enorm nadeel: de economie werd veel afhankelijker van krediet.
Rem op stimulering
Op de tiende verjaardag van het grote stimuleringsprogramma wordt China opnieuw geconfronteerd met een verslappende groei. Dat kan Xu zien aan de recente terugloop in het aantal verkochte woningen. De regering zinspeelt op een nieuwe stimulering. Maar de excessen van 2008 vormen een rem. China weet dat het zich niet nog een wilde investeringsvlaag kan veroorloven.
Die voorzichtigheid wijst op een verandering. Het eerste oordeel van topambtenaren was bijna over de hele lijn positief. De export had een duik gemaakt, maar de groei steeg binnen een jaar tot boven 10 procent. In 2011 zei premier Wen Jiabao dat China niet alleen als eerste de crisis te boven was gekomen, maar dat het ook de basis had gelegd voor een groei op lange termijn. Nu wordt in brede kringen erkend dat die basis minder solide was dan ze leek.
De scherpe stijging van de schuld van China van 150 procent van het bbp tot meer dan 250 procent is het duidelijkste probleem. Zulke stijgingen waren in andere landen vaak de voorbode van problemen. Veel van de schuld is gekanaliseerd via instellingen buiten het formele bankensysteem, die veel minder transparant en veel minder strak gereguleerd zijn. Sommige leners, zoals Evergrande, profiteerden van het goedkope krediet, maar veel anderen kregen problemen. Tientallen sectoren, van zonne-energie- tot staalbedrijven, worstelen met overcapaciteit. Bai Chong’en, oud-adviseur van de centrale bank van China, heeft betoogd dat een van de gevolgen een voortdurende productiviteitsdaling is geweest.
Het resultaat is dat stimulering in politieke kringen bijna een vies woord geworden is. De opvolger van Wen, Li Keqiang, heeft de zogenaamde getijdenirrigatie-stimulering afgezworen, een verwijzing naar een irrigatievorm waarbij de hele bodem en niet alleen de gewassen een overvloed aan water krijgen. De afgelopen paar jaar heeft de regering geprobeerd de knoeiboel op te dweilen. Ze heeft zich gericht op het vertragen van de schuldengroei door schaduwbanken te sluiten en overmatige capaciteit te snoeien.
Sterkere tegenwind
Maar de vastberadenheid om financiële risico’s aan te pakken was makkelijker te wekken toen de groei nog sterker was. De afgelopen maanden is die teruggelopen. Nu de klad in de investeringen zit en de handelsoorlog met de Verenigde Staten voortduurt, wordt de tegenwind sterker. Veel analisten denken dat de groei volgend jaar naar 6 procent zakt. Dat zal voor China de zwakste groei sinds 1990 zijn. Voor bedrijven die hun plannen gebaseerd hadden op een duurzame snelle groei, doet zelfs een kleine vertraging pijn. De wanbetaling op bedrijfsobligaties in China bedraagt dit jaar bijna 8,8 miljard euro, een record. De markten houden zich vast voor slechter nieuws: de tarieven voor de Chinese uitschrijvers van hoogrentende dollarobligaties zijn bijna verdubbeld tot 11 procent. Evergrande werd gedwongen in oktober 13,75 procent te bieden voor zijn obligaties.
Tegen die achtergrond speculeren beleggers op een nieuw stimuleringsprogramma. Ondanks haar beloftes spaarzaam te zijn, is dat bijna de gewoonte van de regering: behalve het gigantische programma van 2008, gaf het de economie ook een zet toen de groei minder steil werd in 2012 en 2015. Als eerste stap lijkt de overheid zich wat soepeler op te stellen bij haar opruimingscampagne van het financiële systeem. Na de kwartaalvergadering van 31 oktober schrapte het politbureau een eerder uitgesproken voornemen om de schuld terug te dringen.
Dat simpelweg omschrijven als een ommezwaai richting stimulering gaat te ver. Larry Hu, econoom bij Macquarie Securities, onderscheidt drie fases in de Chinese versoepeling. Ten eerste: de finetuning van het beleid, inclusief sussende taal. Ten tweede: directere maatregelen, zoals de rentevoeten verlagen. Ten derde: volledige steun, met opgevoerde infrastructuuruitgaven. Hu denkt dat China nu tussen de eerste en de tweede fase zit, goed voor de beurs, maar niet goed genoeg om het afzakken van de economie te beletten.
Meer ruimte
Kan China een manier vinden om de groei te steunen zonder te hervallen in een door schulden aangedreven stimulering? Het land heeft een aantal opties, ook al zullen ze waarschijnlijk geen onmiddellijke oppepper geven. De centrale bank zou de basisrentevoeten kunnen verlagen die sinds 2015 onveranderd zijn gebleven. Het ministerie van Financiën heeft ruimte om de belastingen drastischer te verlagen, met name voor bedrijven. Als lenen de enige optie is, probeert het dat veiliger te maken. Het maakt het makkelijker voor overheden infrastructuur te financieren via obligaties in plaats van via schaduwbanken. President Xi Jinping zou ook de lang uitgestelde stap kunnen nemen en de invloed van staatsbedrijven terugdringen, zodat privébedrijven meer ruimte krijgen om te investeren in sectoren zoals energie en financiën.
Veel analisten denken dat de groei volgend jaar naar 6 procent zakt. Dat zal voor China de zwakste groei sinds 1990 zijn.
Eén ding zal China waarschijnlijk vermijden: een significante verandering van zijn vastgoedbeleid, een cruciaal onderdeel van de stimulering van 2008. Xi heeft meermaals gezegd dat woningen er zijn om in te wonen en niet om ermee te speculeren. Door een kluwen van beperkende maatregelen is de markt afgekoeld, wordt er minder snel gekocht en is de kredietkraan voor projectontwikkelaars dichtgedraaid. Als Xu van Evergrande daar boos over is, laat hij dat niet blijken. In een speech die dit jaar werd gepubliceerd, schreef hij het succes van zijn bedrijf toe aan het regeringsbeleid. Nadat hij er lang van heeft geprofiteerd, is hij zo verstandig er zich niet kritisch over uit te laten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier