Een hete winter

Tv-journaals en kranten werden de voorbije weken overspoeld door berichten over acties van truckers die protesteren tegen te hoge brandstofprijzen. In Europa wordt het allicht een hete herfst en dito winter – figuurlijk dan. Niet zozeer omdat vrachtwagenchauffeurs olieraffinaderijen en autosnelwegen blokkeren, maar wel omdat enkele belangrijke knelpunten op de Europese politieke agenda uit de hand dreigen te lopen, vooral in Duitsland en Groot-Brittannië.

Duitsland.

Ten eerste kampt Duitsland met een toenemend aantal uitingen van xenofobie door neonazi’s. Drie jonge skinheads doodden onlangs een zwarte Mozambikaan. Maar dit is geen nieuw fenomeen. De jongste tien jaar werden in Duitsland negentig mensen gedood als gevolg van rassenhaat. Dit valt enerzijds te verklaren door de instorting van de Duitse economie na de hereniging en anderzijds door de massale toestroom van vluchtelingen, vooral uit de Balkan.

De regering zit duidelijk verveeld met die opwelling van vreemdelingenhaat en neonazigeweld. De Duitse bondskanselier Gerhard Schröder voert actief campagne voor strengere maatregelen door politie en rechters. Hij moedigt de Duitsers aan zich te verzetten tegen vreemdelingen- en rassenhaat.

Het tweede punt dat de Duitsers dwars zit – en dat overigens onmiddellijk verband houdt met het eerste – is de geplande uitbreiding van de Europese Unie, nota bene met landen uit Midden- en Oost-Europa. Het is al lang geen geheim meer dat de Duitse bevolking en haar leiders daarover essentieel van mening verschillen. De politieke elite ziet de uitbreiding als een morele en strategische verplichting. De stemgerechtigden vrezen een immigratiestroom van werkzoekenden uit het oosten. De vernieuwde discussie tussen Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië over de opening van een door Rusland ontworpen kerncentrale nabij de Oostenrijkse grens, bemoeilijkt het Duitse antwoord des te meer.

Uitbreiding van de Europese Unie is almaar minder populair geworden. Bij de jongste peiling was slechts 20% van de Duitsers positief gestemd en 68% was helemaal niet enthousiast.

De rest van de Europese Unie geeft een vergelijkbaar beeld. In Frankrijk vindt slechts 21% het een goed idee en is 71% er niet voor te vinden. Het Europese gemiddelde ligt op 27% pro en 60% contra. Maar in Oost-Duitsland is men het sterkst gekant tegen uitbreiding van de Unie.

Wat de zaak aan het rollen bracht, is het feit dat Günther Verheugen – lid van de Europese Commissie voor Duitsland, (toevallig of niet) verantwoordelijk voor expansie naar het oosten – suggereerde dat die uitbreiding aan de Duitse bevolking diende te worden voorgelegd in een referendum. Zoals de zaken er nu voorstaan, is dit onmogelijk, omdat de Duitse grondwet geen referendums voorziet. De eerste stap veronderstelt dus een wijziging van de Duitse grondwet. Dat neemt niet weg dat bepaalde Duitse politici, vooral degenen die behoren tot de regerende SPD, voorstander zijn van inspraak van de bevolking via een referendum.

Verheugen stelt dat een referendum de Duitse politieke elite dwingt méér rekening te houden met wat de bevolking bezighoudt… wat ze niet deed door Duitsland mee te sleuren in de Economische & Monetaire Unie. De Duitse publieke opinie is inderdaad nogal verdeeld over het invoeren van de euro en – nogal wiedes – zeer ontgoocheld over de voortdurende waardevermindering van die euro tegenover de dollar (en het Britse pond).

Hierover ondervraagd, haalde kanselier Schröder de schouders op met de opmerking dat een zwakke euro goed is voor de export… Resultaat: de Europese munt zakte meteen nóg een beetje dieper en de Duitse krant Bild blokletterde: De vloek van de euro.

Op Verheugens suggestie herhaalde Schröder enkel dat zijn land de aangegane verbintenissen over de uitbreiding van de EU zou nakomen. Maar men kan zich makkelijk inbeelden wat de gevolgen van een referendum zouden zijn: door een overgrote meerderheid van de bevolking zou de uitbreiding afgewezen worden.

Groot-Brittannië.

In Groot-Brittannië daarentegen stellen we een steeds groter wordende politieke controverse vast, niet meteen over de uitbreiding van Europa (hoewel die ook daar onpopulair is), maar over de kwestie van het toetreden tot de muntunie. De onvermoeibare anti-eurolobby heeft een nieuwe groep opgericht met als naam NO (kan het duidelijker?), onder leiding van Lord David Owen, ex-minister van Buitenlandse Zaken. De beweging is niet alleen gekant tegen toetreding tot de euro, maar ook tegen het organiseren van een referendum over de kwestie.

Ze beweert dat de regering van plan is Groot-Brittannië in de Monetaire Unie te ‘kaatsen’ in de loop van volgend jaar of zo, tegen de wil van de bevolking in. Ironisch genoeg waren het de eurosceptici die oorspronkelijk beloofd hadden zich te zullen houden aan de uitslag van een referendum over de euro. Het is die belofte waaraan de regering nu gebonden ligt. Albion zomaar in de euro ‘kegelen’ kan gewoon niet.

De Britse publieke opinie is tegenwoordig zeer anti-EU in het algemeen en anti-euro in het bijzonder. Een referendum hierover zou de regering nooit kunnen winnen zonder een massale campagne.

De Deense regering heeft net zoiets achter de rug en het lijkt erop dat de Denen nu voor de euro gewonnen zijn. De Britse premier Tony Blair is schijnbaar wél overtuigd van de strategische wenselijkheid om bij de euro te horen, maar omdat een YES als antwoord op een referendum zeer onwaarschijnlijk is, zal hij zich niet wagen aan zo’n experiment. Dit betekent dat Groot-Brittannië geen lid wordt van het clubje, voorlopig niet en misschien zelfs nooit.

ian davidson

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content