Een herhaling van Philips Hasselt?
In Hasselt kennen ze hem al, Kuen-yao “K.Y.” Lee, de 53-jarige voorzitter en CEO van BenQ Corporation. Het was met zijn bedrijf dat Philips in 2002 het samenwerkingsverband sloot dat de ontmanteling van de optische opslagdivisie in Hasselt betekende. Nu zullen ze hem ook in de Duitse Siemens-fabriek van Kamp-Lintfort leren kennen.
Elk jaar sleurt K.Y. Lee zijn pakweg zeventig hoogste managers mee op een overlevingstocht in de Yushan-bergen in Taiwan, om de groepsgeest te smeden en de communicatie te bevorderen. Snelheid is de sleutel voor de op één na best betaalde executive van Taiwan (3,95 miljoen euro aan salaris, bonussen en opties vorig jaar). De digitale revolutie ziet hij als een gedroomde kans om BenQ (“Ben-kjoe”) op te voeren tot een wereldmerk, met een hoog gehalte aan emotie en dynamiek. Lee zelf is niet te beroerd om zich te bekennen tot een fan van Kimbo, de Taiwanese woelwater, blueszanger en activist voor de rechten van de inheemse bevolking. De twee studeerden samen aan de National Taiwan University.
“BenQ staat voor bringing enjoyment ‘n quality to life,” hamert hij zijn interviewers in. Joy, zoals in Joybook (schootcomputers) of Joybee (mp3-spelers). Steve Jobs van Apple bewondert hij. Forbes noemde de vader van drie kinderen al de nieuwe Aziatische “Mr. Sony”. Samsung, de Koreaanse elektronicagigant, is zijn nemesis.
“Het Siemens-merk zal blijven bestaan,” had Siemens-baas Klaus Kleinfeld eindeutig in april in het Four Seasons Hotel in Lissabon beloofd. Tot vorige week dus, toen K.Y. Lee hem bij de aankondiging van de overname van Siemens Mobile Devices toeriep: “I can’t hear you.” Een defecte videoverbinding met Taipei maakte dat Lee letterlijk Klaus Kleinfeld niet verstond. Symbolisch? Ten laatste over vijf jaar heten de Siemens-mobieltjes BenQ en waarschijnlijk al veel vroeger. BenQ haalde in het jongste kerstkwartaal 37 % van zijn omzet uit het eigen merk en Lee wil dat opkrikken naar 50 %, met de andere 50 % uit productie voor derden. Hij leidt nu een verticaal geïntegreerde groep die aanvalt over een breed front: televisies, digitale camera’s, pc’s, monitoren, mp3-spelers, scanners, printers, dvd-spelers, projectoren. Mobieltjes zijn daar een cruciaal element. “Wie maar in één technologie actief is, zal moeite hebben om te overleven,” zegt Lee, die in maart nog op Cebit was met de eerste 3G-smartphone van BenQ (3G-modellen van Siemens zijn nog altijd niet te koop).
Geboren in een gezin van acht van een rijstmolenaar uit het landelijke Maoli-district, heeft K.Y. Lee zich tot een icoon van Taiwans computerindustrie omhooggewerkt. Na zijn bachelor in elektrische engineering begon hij bij het toen pas opgerichte Acer. Aan de zijde van stichter Stan Shih werkte hij in ontwikkeling, sales, marketing, planning, engineering en productie. Al in 1987 riep de regering hem uit tot Outstanding Manager of the Republic of China. In een tijd dat IBM en Compaq domineerden, was Acer een “kloonbouwer” die vooral voor anderen produceerde en worstelde om zelf te worden erkend. Lee ondervond er van dichtbij de macht van merken – zoals toen IBM zijn bestellingen bij Acer wegtrok – en de myriade aan hindernissen om zelf een sterk merk te vermarkten. Toen stamvader Stan Shih in de dotcomcrisis van 2000 Acer opsplitste, kreeg Lee de verzelfstandigde divisie Acer Communications & Multimedia – ongeveer 2,5 miljard euro omzet – die hij al sinds 1991 leidde. Een jaar later was BenQ geboren. Het Lifestyle Design Center van BenQ haalt vandaag per kop meer internationale prijzen dan dat van Samsung.
Lee, die zijn directeuren dwingt te trainen voor hun jaarlijkse bergtocht en zelf het voorbeeld geeft, zet vandaag alleen nog de strategische lijnen uit. Hij combineert BenQ met het voorzitterschap van een tiental toeleveranciers, waaronder AU Optronics, de nummer drie in LCD-schermen na Samsung en LG Philips. Lee is ook chief executive officer van AU Optronics. Beeldschermen maakten in het jongste kwartaal meer dan de helft van de omzet uit van BenQ.
Hoewel hij zich buiten de politiek houdt, is hij niet bang van politieke uitspraken, zoals die keer toen hij de Taiwanese reactie op de sars-dreiging “stom en traag” noemde, of toen hij de zoveelste Chinees-Taiwanese crisis als “business as usual” afdeed.
BenQ produceert nu in China, Maleisië en Mexico, afgezien van Taiwan. Als het aan Lee ligt, ontpopt Taiwan zich tot een diensteneconomie en betekent Made in Taiwan binnenkort Managed in Taiwan.
Precies daarom vinden commentatoren de overname van Siemens Mobile zo’n grote gok, zelfs al krijgt BenQ er 300 miljoen euro cash bovenop. Ze wijzen op de weinig succesvolle overname van de mobieltjesbusiness van Alcatel door het Chinese TCL. BenQ verdubbelt wel zijn omzet tot 10,9 miljard dollar en krijgt sterke distributiekanalen in Europa en Latijns-Amerika erbij. Het wordt in één klap van een meeloper tot de nummer vier in gsm’s (wat welkom is sinds Motorola, dat ontevreden was over BenQ’s concurrentie in China en Taiwan, zijn bestellingen staakte). Maar BenQ’s personeelsbestand van 14.000 groeit nu ook met de 6000 van het zwaar verlieslatende Siemens Mobile Devices. Drieduizend daarvan werken in Duitsland en hebben een werkzekerheidsgarantie tot 1 juli 2006. De Taipei Times legde zijn lezers alvast uit wat staken is en dat zoiets in Europa wettelijk mag.
De ambitieuze Kuen-yao Lee beloofde de verbintenissen van Siemens na te komen. Er zijn trouwens tekenen dat de Taiwanese industrie bereid is tot meer openheid. Lee’s mentor Stan Shih, die eind 2004 bij Acer met pensioen ging, benoemde daar vorig jaar tot verrassing van buitenstaanders de Italiaan Gianfranco Lanci tot nummer twee. En Lee zelf heeft de naam om zijn managers veel vrijheid te geven – als de resultaten er zijn.Bruno Leijnse
KUEN-YAO LEE (BENQ)
Voorzitter en CEO van BenQ, dat Siemens Mobile overnam.
Voorzitter en CEO van AU Optronics.
Samsung is zijn grote voorbeeld.
Bruno Leijnse
Zonder sterk merk ben je gedoemd om met immer dunnere marges te leven. Dat heeft K.Y. Lee in zijn 25 jaar bij Acer grondig geleerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier