Een goede gezondheid is onbetaalbaar

De Britse fitnessgroep Champneys heeft sinds kort ook een vestiging in Brussel. Wie lid wil worden, betaalt 12.000 frank instaprecht en 90.000 frank lidgeld. Een club dus voor ‘senior wealthy professionals’. Maar hoe bereik je zo’n mensen?

De gemiddelde Belg weet nauwelijks waarvoor Champneys staat. Maar voor de modale Brit ligt dat anders, zegt Lord Thurso, managing director van de Champneys Groep: “In Groot-Brittannië kent iedereen onze naam.”

Champneys baat in Groot-Brittannië een aantal upmarket-fitnesscentra uit. Sinds begin dit jaar heeft het bedrijf ook een vestiging aan de Brusselse Louizalaan (zie Trends, 23 maart 2000). De eerste trouwens op het Europese vasteland.

Lifestyleclub.

Champneys opende in 1925 zijn eerste kuuroord in Tring, Hertfordshire (UK). In 1986 kwam er ook een eerste fitnesscentrum in hartje Londen. “Lange tijd was er bijna niemand anders in de kuuroordbusiness actief. De woorden fitnesscentrum en Champneys waren als het ware synoniemen,” aldus Lord Thurso.

Niet dat iedereen die de naam kent, ook wekelijks een bezoekje brengt aan Champneys. Thurso maakt de vergelijking met Harrod’s, eveneens een naam die veel mensen kennen maar waar ook niet iedereen over de vloer komt. Champneys is nu eenmaal geen recht-toe-recht-aan fitnesscentrum, wel een plek waar de bezoeker lichaam en geest kan ontspannen. Lord Thurso neemt dan ook liever het woord lifestyleclub in de mond.

Champneys telt momenteel drie vestigingen: twee in Groot-Brittannië ( London City en Piccadilly) en sinds kort dus ook één in Brussel. Waarom het buitenland, en waarom Brussel? “Met een service- en prijsniveau als het onze kun je maar in enkele steden, liefst de hoofdsteden, opereren. Daarom zijn we over de grens gaan kijken. Het toeval wilde dat bankverzekeraar Fortis, de eigenaar van het gebouw in Brussel, contact met ons opnam. De groep had een site waar ze een gezondheidsclub wilde inrichten en had al van ons gehoord.” Brussel was interessant voor de Britten, aangezien het de Europese hoofdstad is en omdat er er veel expats leven.

De vestigingen van Champneys zijn niet identiek (de club in Brussel telt drie verdiepingen, die in Piccadilly slechts twee en de club in the City zelfs maar één), maar toch merk je gelijkaardige designelementen. Waar in ieder geval geen onderscheid in te merken valt, is de kwaliteit van de sportmonitoren. De werknemers van de Brusselse club hebben allemaal hun training gekregen in het Verenigd Koninkrijk.

Vrienden.

Niet iedereen kan zomaar binnenstappen bij Champneys. Lidmaatschap is verplicht, en alleen al de prijzen zullen een selectief effect hebben: voor het instaprecht moet u 12.000 frank neertellen, voor het eigenlijke lidgeld nog eens 90.000 frank. Voor dat bedrag kunnen de leden dan wel de hele week van 7.00 tot 22.00 uur terecht in de club. Het aantal sporters in Brussel is begrensd op 1200. Lord Thurso: “Ze komen nooit allemaal tegelijk. De club heeft een capaciteit van 1500 personen, maar we houden het bij 1200.”

Bij de officiële opening in februari telde Champneys al 400 leden. Volgens topman Thurso zal het ongeveer een jaar duren vooraleer de club zijn maximale capaciteit heeft bereikt. “Je moet ermee rekening houden dat de leden – 40% vrouwen, 60% mannen – senior wealthy professionals zijn. Tijd is voor hen belangrijker dan geld. Velen komen rond 6.30 ‘s morgens of na de werkuren.”

De vraag is hoe Champneys die leden zal recruteren. Voor de officiële opening was public relations het belangrijkste kanaal. Direct mail was een andere manier om de ledenbasis te vormen. Lord Thurso: “Ik ken de Britse ambassadeur, ik ken mensen uit het Europees Parlement en vroeg hen: ‘wie zou je als lid willen?’. Ze gaven me elk een dozijn namen. Zo kregen we een lijst met 1000 potentiële contacten. Veel leden komen via aanbeveling van anderen. Vrienden als lid aanbrengen is de beste manier. Dat versterkt het clubgevoel.”

avp

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content