Alain Mouton

Een gemiste kans

Bij de discussie over de gelijkschakeling van het arbeiders- en bediendestatuten moet de verhoging van de werkzaamheidsgraad vooropstaan. Helaas hebben de vakbonden daar amper aandacht voor.

Bij de discussie over de gelijkschakeling van het arbeiders- en bediendestatuten moet de verhoging van de werkzaamheidsgraad vooropstaan. Helaas hebben de vakbonden daar amper aandacht voor.
4,2 procent bedraagt de werkloosheidsgraad in Oostenrijk. Nergens in de eurozone is die zo laag. De reden is niet alleen dat Oostenrijk, in navolging van grote buur Duitsland, kiest voor loonmatiging. Het land kan ook rekenen op een zeer efficiënt werkende arbeidsmarkt. Dat heeft alles te maken met het ontslagrecht, dat tien jaar geleden werd vernieuwd. Werkgevers storten een percentage van het brutoloon van de werknemer op een individuele ontslagrekening. Bij ontslag kan de werknemer een deel van dat geld opvragen als maandelijkse aanvulling op zijn werkloosheidsuitkering. Vindt hij een nieuwe job, dan neemt hij het saldo van het opgespaarde geld mee en worden opnieuw bijdragen gestort op de ontslagrekening. Het voordeel voor de werknemer is dat hij zijn rechten behoudt, ook als hij vrijwillig uit een onderneming vertrekt. Het is ook een aansporing om snel een nieuwe job te zoeken. Hoe sneller je er een baan vindt, hoe minder geld je uit je ‘ontslagspaarpot’ moet opvragen. Dankzij dat systeem is er een grote mobiliteit op de Oostenrijkse arbeidsmarkt en zijn werkgevers sneller bereid iemand aan te nemen.

België zou er goed aan doen het Oostenrijkse ontslagmodel over te nemen. De gelegenheid is er, aangezien er de komende maanden een einde moet komen aan het onderscheid in ontslagvergoedingen tussen arbeiders en bedienden. Als onze sociale partners en de regering dat zogenaamde rugzaksysteem op onze arbeidsmarkt invoeren, maken ze een duidelijke keuze voor jobcreatie.

Maar de kans dat zoiets gebeurt, is zeer klein. Voor de vakbonden is de missie duidelijk: de royale ontslagvergoedingen voor bedienden moeten worden uitgebreid naar de arbeiders. De bonden beschouwen een ontslagvergoeding als een soort van compensatie voor de verbreking van het arbeidscontract. Het geld moet onmiddellijk worden uitbetaald en dat is dat. Dat is een kortzichtige visie. Door de stijgende loonkosten kan het optrekken van alle vergoedingen naar het bediendeniveau tot 60.000 jobs kosten.

Anno 2013 moet een ontslagbeleid verder kijken dan de chequeboek en gekoppeld worden aan activering, opleiding en het ontwikkeling van competenties. Een deel van de ontslagvergoeding zou verplicht gebruikt moeten worden voor de herintegratie van de werknemer op de arbeidsmarkt.

Daarmee zou er eindelijk een einde komen aan de nefaste insider-outsider-effecten op onze arbeidsmarkt. De insiders zijn de werkenden met een vaste job, een aantrekkelijk loon en royale ontslagrechten. De vakbonden verdedigen mordicus de belangen van deze insiders. Daar is op zich niets tegen, maar de insiders maken het outsiders of nieuwkomers zeer moeilijk een plaats te verwerven op de arbeidsmarkt. Het gevolg is een beperkte mobiliteit tussen werken en niet-werken. Dat merken we aan de Belgische langdurige werkloosheid (meer dan een jaar zonder job). Die ligt met 3,7 procent weliswaar rond het Europese gemiddelde, maar is ver verwijderd van het aantrekkelijke Oostenrijkse minimum: 1,1 procent. Een nieuwe regeling voor opzegvergoedingen invoeren en die koppelen aan een efficiënt hertewerkstellingsbeleid, zou een kans geven om die kloof te dichten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content