Een derde van chemicaliën dreigt van de markt te verdwijnen
Gisteren, woensdag 16 februari 2005, trad het Kyoto Protocol in werking. Ondertussen discussieert het Europese parlement over Reach, een volgende radicale ‘groene’ ontwerprichtlijn, die de chemicaliën aan een streng onderzoek wil onderwerpen.
De gevolgen zijn rampzalig, zeker voor Vlaamse KMO’s, zo waarschuwen Leo Michiels en tal van andere ondernemers en experts.
Sinds eind vorige maand debatteert het Europese parlement over dé belangrijkste richtlijn van de eeuw: Reach (Registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen). Onder druk van de milieubeweging wil de overheid meer dan 30.000 chemicaliën aan een toxicologisch onderzoek onderwerpen.
“Het probleem zit echter veel dieper,” vindt Leo Michiels, gedelegeerd bestuurder van het chemische bedrijf Proviron in Hemiksem (zie kader: Maakloonfabrikant Proviron): “Vandaag heerst er een mythische angst voor het onbekende. Zo schoot een verontruste burger me vorige maand in het zuiden van de Verenigde Staten letterlijk van zijn erf, omdat ik op zijn grondgebied wandelde. Dergelijke xenofobie is gevaarlijk. Hetzelfde geldt voor de angst voor chemie. Als gevolg van desinformatie wantrouwt de publieke opinie de scheikundige wetenschap tot in het absurde.”
In zijn dagelijkse praktijk botst de Vlaamse ondernemer op de negatieve vooroordelen over chemie. Michiels: “Het is niet omdat bepaalde ondernemingen in het verleden uit onwetendheid of moedwil – wie zal het zeggen? – de ondergrond vervuilden, dat de scheikundige wetenschap op zich slecht is. Integendeel, de toekomst van de aarde ligt in handen van de chemie. Dankzij de jongste uitvindingen in de farmacie leven de mensen langer. Denk maar aan de moderne implantaten, die dankzij kunstmatige stoffen niet langer door het lichaam afgestoten worden.”
Hetzelfde geldt voor het Kyoto Protocol, meent de stichter van Proviron: “In de eerste plaats bestaat nog altijd wetenschappelijke onzekerheid over de opwarming van de aarde en welke rol CO2 daarin speelt. Bovendien blijven de ontwikkelingslanden buiten schot, zodat hoe dan ook de uitstoot van koolstofdioxide op één decennium wereldwijd met 25 % zal stijgen. De huidige overeenkomst lost dus niets op, maar zal alleen het geïndustrialiseerde Westen – uitgezonderd de Verenigde Staten en Japan – een pak geld kosten. Die middelen kun je veel nuttiger gebruiken om armoede, honger en dorst uit de wereld te helpen. Dat bewijst de Deense statisticus Björn Lomborg in zijn boek The Sceptical Environmentalist. Tenslotte kun je de eventuele opwarming van de aarde toch nooit tegenhouden. Daarom zou je als een goede huisvader beter nadenken over wat je gaat doen als het ooit zover mocht komen om outer en heerd te redden. Dat is pas een juiste toepassing van het voorzorgprincipe.”
Perverse gevolgen
In de nasleep van ecologische rampen wint het voorzorgprincipe steeds meer veld. Langzaamaan evolueert de samenleving van een schuld- naar een risicoaansprakelijkheid. Zo verplicht een Europese richtlijn uit 2004 de chemie- en afvalsector hun vervuiling op te kuisen, zelfs als ze geen fout gemaakt hebben.
Niet iedereen is gelukkig met de evolutie naar objectieve aansprakelijkheid. Fernand Keuleneer, advocaat van KS4V: “Als je het voorzorgprincipe in het juridische systeem implementeert, verplaats je de politieke discussie over wat wel of niet kan, naar de rechterlijke macht. Maar rechters missen de wetenschappelijke kennis om milieurisico’s goed in te schatten. Bovendien leidt de maatregel soms tot perverse gevolgen. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe verkeerswet, die altijd de zwakke weggebruiker beschermt. Zo hoopt de regering het gedrag van de automobilisten veiliger te maken. Maar het tegendeel vindt plaats. Nu verzekeren de weggebruikers zich optimaal en voelen ze zich niet meer bedreigd, wat de roekeloosheid aanzwengelt. Hetzelfde geldt voor de medische wereld. Chirurgen worden steeds minder aangespoord om fouten te vermijden, want ze moeten toch hoge assurantiebijdragen betalen.”
“Het voorzorgprincipe wordt misbruikt om niets te doen,” bevestigt Michiels: “Uit de diepgewortelde angst voor de gifbeker ontstaat een chemofobie, die verlammend werkt. Dat is mijn verwijt aan de milieubeweging. De zogenaamde ecologisten bouwen niet aan een toekomst, maar zijn louter met zichzelf bezig. De groenen leggen vaak de vinger op de wonde, maar stellen gevaarlijke remedies voor. Bovendien vertrouwen ze te veel op de overheid. Hoe meer autoriteit je aan publieke instanties verschaft, hoe veiliger de mensen zich voelen, maar hoe meer kans op excessen.”
Terwijl Tony Vandeputte, voormalig gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), in de media reclame maakt voor de fair trade-producten van Oxfam Wereldwinkels – “ook ik ben verkocht” – krijgt Michiels de kriebels van al die linkse betutteling: “Hun streven is nobel, maar zet geen zoden aan de dijk. Ik geef de voorkeur aan pragmatische oplossingen. Als je de boeren in de Derde Wereld echt wilt helpen, schaf dan alle landbouwsubsidies in het Westen af. Dan doe je pas echt aan duurzame ontwikkeling. Maar dat vraagt economische offers van de rijke landen.”
Ook de wetenschap heeft boter op haar hoofd, vindt Michiels, sinds vorig jaar lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen en Techniek: “In het verleden betaalden de universiteiten hun onderzoekers om uitvindingen te doen. Vandaag beschikken ze niet meer over de nodige middelen, zodat wetenschapslui noodgedwongen elders hun fondsen moeten zoeken. Wie een sensationeel voorstel heeft of een nieuw vraagstuk vindt, maakt meer kans. Maar wie een probleem oplost, heeft gedaan met werken.”
Contraproductief
Iedereen staat achter het initiatief om chemische stoffen op hun giftigheid te controleren. Maar de concrete uitwerking van Reach is overdreven en onbetaalbaar, aldus Michiels: “Waarom zouden we een eeuwenoud product, zoals natriumchloride (keukenzout), nog volledig moeten screenen? Dat is verloren tijd en moeite. Ook schilders gebruiken al decennialang bepaalde oplosmiddelen. Daar kennen we de voor- en nadelen van. Die hoeven toch niet allemaal aan dure tests onderworpen te worden? Nu gaan ze de mogelijke gevolgen van badschuim in hoge concentraties op de volksgezondheid onderzoeken.”
De topman van Proviron noemt dat een slechte toepassing van het voorzorgprincipe, namelijk de verkeerde proef: “Als je dit chemische product vier minuten op je hand laat liggen, laat het een irriterende plek op je huid achter. Maar dat betekent niet dat het dodelijk is. In mijn tuin staat berenklauw. Het sap van deze plant kan lelijke brandwonden veroorzaken. Maar het zou toch een ecologische zonde zijn de plant uit te roeien. Hetzelfde geldt voor taxus. Een lekkere vrucht, maar met een giftige pit. Het probleem is dat de groenen de natuur willen bevriezen. Zij verliezen echter de mens uit het oog.”
Omdat de ontwerprichtlijn alles in regeltjes giet, is Reach volgens Michiels contraproductief: “Dat heeft geen zin. Zelfs het drama van Bhopal – een frappant voorbeeld van slecht bedrijfsbeleid – had met Reach nooit vermeden kunnen worden. In die zin is het programma een echte rem op innovatie. Gelukkig duiken overal ter wereld stemmen op om de teksten te corrigeren. Dankzij de inzet van de chemische industrie – met reuzen als BASF en Bayer op kop – vinden de nodige bijsturingen plaats. Als Vlaanderen zijn grootste concentratie van chemische nijverheid in Europa wil behouden, moet ook onze overheid proactief op het maatschappelijke debat in het Europese parlement inspelen. Anders dreigt de regio een belangrijke troef te verliezen. Bovendien zullen vooral Vlaamse KMO’s onder de maatregel lijden. Ook de verwerkende industrie, zoals de textielsector, krijgt een bittere pil te slikken. Jammer genoeg beseft de politiek de draagwijdte van Reach nog te weinig.”
Reach dreigt met andere woorden onze concurrentiepositie stevig te ondermijnen. Michiels: “Als je (half) afgewerkte producten uit het buitenland importeert, worden de grondstoffen niet aan de strenge normen onderworpen. Dat bespaart de betrokken fabrikanten heel wat geld. Bovendien kunnen ze de resultaten van onze onderzoeken gebruiken voor hun eigen productontwikkelingen. In de VS past de Environmental Protection Agency (EPA) al jaren een afgeslankte vorm van Reach toe. Dat programma beperkt zich tot de voornaamste stoffen, die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen betekenen.”
Dodelijk voor de mens
Uit een studie van Idea Consult blijkt dat de huidige ontwerprichtlijn Reach aan de Belgische chemiesector 155 à 200 miljoen euro zal kosten. Dat betekent 0,7 % à 0,9 % van hun geconsolideerde omzet (exclusief de farma-, de kunststoffen- en de rubbersector). Indien de Europese Commissie polymeren aan de lijst toevoegt, stijgt de factuur met factor vijf tot zes. Naast de registratiekost veroorzaakt Reach nog een administratieve last, die vooral KMO’s zal treffen. Volgens Idea Consult zullen zij hun prijzen tot 200 % moeten opdrijven, terwijl een multinational er met 7 % vanaf komt.
Erwin Annijs, adviseur van Fedichem: “Ook producenten met een snel roterend productengamma worden benadeeld. Zij kunnen de kosten niet spreiden in de tijd. Bovendien blijven de gevolgen van Reach niet beperkt tot de chemische sector. Ze breiden stroomafwaarts uit naar de verwerkende industrie. Vooral de verf-, zeep- en textielnijverheid dreigen het slachtoffer te worden met faillissementen en delokalisatie tot gevolg. Bij toepassing van de huidige ontwerprichtlijn zal 30 % van de chemicaliën van de markt verdwijnen. Ten slotte bevriest Reach op korte termijn elke vorm van innovatie. Al het geld voor onderzoek en ontwikkeling zal naar tests gaan. Gelukkig lijkt het Europese parlement nu naar onze tegenargumenten te luisteren om onze concurrentiepositie in vergelijking met de rest van de wereld te vrijwaren. Japan en de VS passen gelijkaardige maatregelen toe, maar in afgeslankte vorm.” José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, beloofde tijdens de presentatie van zijn strategisch programma begin februari alvast de voorstellen van Reach te versoepelen.
“Reach is dodelijk voor de mens,” besluit Michiels. “Door alle chemicaliën aan dure tests te onderwerpen, loop je het risico dat de industrie bepaalde stoffen niet meer wil gebruiken om nieuwe genees- of bestrijdingsmiddelen te maken. Zo bestaat het gevaar dat elk onderzoek naar nieuwe pesticiden of aids-remmers wordt stopgezet. Zo heeft de groene beweging de toekomst van genetische manipulatie in de kiem gesmoord. Nu had de wetenschap eindelijk dé veilige oplossing voor verdeling van gewassen gevonden en dan wordt ze door de publieke opinie gefnuikt. Nochtans zijn de klassieke kruisingen veel gevaarlijker voor de volksgezondheid.”
Eric Pompen
“Vooral Vlaamse KMO’s zullen lijden onder Reach.”
“Ook de verwerkende industrie, zoals de textielsector, krijgt een bittere pil te slikken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier