Een China in de achtertuin
De economische groei van China spreekt tot de verbeelding, maar dichter bij huis zien we een even opmerkelijk groeiverhaal. Turkije rondt dit jaar de kaap van 10 procent groei.
In het hart van Istanboel krioelt het van de bedrijvigheid. Al van vroeg in de ochtend rijden handelaars toeterend af en aan. Dat is nodig, want Istanboel is een consumptieparadijs. De Istiklal shoppingstraat is het symbool van het moderne, kapitalistische Turkije. Jonge mannen en vrouwen verdringen zich om de nieuwste mode te kopen, vergapen zich aan de smartphones en tablets of verpozen op een van de honderden terrasjes in de zijstraten.
Net als in China is het contrast tussen de vele grootsteden van Turkije en het platteland enorm. Met Istanboel, Ankara, Izmir, Bursa, Adana, Gaziantep en Konya telt Turkije zeven miljoenensteden. Terwijl in Istanboel vrouwen vrij en ongedwongen in sexy outfits naar nachtclubs trekken, is zonder hoofddoek over straat lopen taboe in kleinere steden en dorpen. Ook in Kesan, een westelijke provinciestad op amper 50 kilometer van de grens met de Europese Unie, is het islamitische conservatisme troef. Alcohol is in geen restaurant te verkrijgen.
De tweespalt tussen het ontwikkelde en vrije stadsleven en het achtergestelde plattelandsleven is frappant. Wie naar de oorzaak zoekt, vindt een tweede gelijkenis met China. In beide landen vloeit het ontwikkelingsverschil voort uit de omwenteling van een centralistische staatseconomie naar een moderne kapitalistische economie.
1 miljoen wagens per jaar
Zo’n omvorming loopt gemakkelijker in dichtbevolkte gebieden dan in het weidse platteland. Zoals in China het dichtbevolkte kustland economisch de weg toont, vormt het gebied omgeven door de Zwarte en de Middellandse Zee het economische hart van Turkije. Met autoproductie bijvoorbeeld. Fiat, Renault, Peugot en Ford maakten van Marmara, de provincie rond Istanboel, in de afgelopen decennia een soort Detroit aan de Bosporus.
Met een productie van meer dan 1 miljoen wagens per jaar – en 50 procent export naar Europa – werd de regio een industrieel zwaargewicht. Ook de elektro-industrie, die andere grote industri-ele sector in Turkije voelt zich om die reden nog het beste thuis in Marmara. Producenten Arcelik (bekend van BEKO) en Vestel hebben hun productiefaciliteiten bijna uitsluitend in die provincie.
Maar net als in China komen de groei-impulsen steeds meer van vroegere plattelandsgebieden. Zo ontwikkelen provinciesteden zich in sneltempo tot regionale aantrekkingspolen. De mediterrane provincies en het centrale plateau van Anatolië kenden de afgelopen decennia een onwaarschijnlijke groeispurt. De verkopers in de Grand Bazaar van Istanboel slijten als weleer handgemaakte tapijten uit Anatolië, maar de Anatolische textiel- en landbouwproducten kennen nu een veel groter bereik, met export naar Europa en het Midden-Oosten.
Dat legt de oostelijke provincies geen windeieren. Oude steden als Konya en Kayseri, die sinds de achteruitgang van het Osmaanse Rijk in het verval waren, blinken als nooit tevoren. Net zoals in Ankara verdubbelde hun inwoneraantal in twintig jaar. Rijke ondernemers en politici bouwden luchthavens, wolkenkrabbers en voetbalstadions. Ankara, tot vorige eeuw een onooglijke provinciestad in Midden-Anatolië, is met 4 miljoen inwoners de op één na grootste stad van Turkije
Staatsgeleide ontwikkelingsprojecten
Grote staatsgeleide ontwikkelingsprojecten moeten zowel in China als in Turkije voor economische vooruitgang en energietoevoer zorgen in de minst ontwikkelde gebieden. De aanleg van 22 dammen, negentien elektriciteitscentrales en zeven luchthavens moeten een boost geven aan de landbouw, de handel en de energieproductie van het arme zuidoosten van het land.
Aan dat project zit ook een etnisch-politiek kantje. De voornaamste inwoners van het zuidoosten van Anatolië zijn Koerden. Turkije probeert hen hiermee te integreren. En de dammen veroorzaken heel wat commotie. Tienduizenden inwoners moesten noodgedwongen verhuizen. Vele Koerden vrezen de culturele en sociologische gevolgen van een meer geïntegreerd Zuidoost-Anatolië.
De kritiek heeft maar weinig impact op de populariteit van de Turkse overheid. Sinds de islamistische AKP de macht overnam, kent Turkije een enorme economische groei en dat is voor de grote meerderheid van de bevolking primordiaal.
Zowel China als Turkije heeft een ideologisch geïnspireerde, maar controversiële regering. Daarin heeft het groepsbelang voorrang op de individuele vrijheid. En dat laat zich voelen, de opsluiting van journalisten, separatisten en politieke dissidenten komt in beide landen wel vaker voor. Beide regeringen zijn daarom in het Westen al herhaaldelijk in opspraak gekomen. Maar beide regeringen komen daarmee bij hun eigen bevolking relatief gemakkelijk weg. In Turkije werd de AKP onlangs nog ruim verkozen voor een derde regeringstermijn.
Ataturk en Mao: vaders des vaderlands
In beide landen zit blinde gehoorzaamheid aan een sterke politieke leider overigens in de genen. In China vormde Mao de Chinezen na de val van de keizers autoritair om tot een communistisch land. Tot vandaag is zijn beeltenis omnipresent in het straatbeeld en worden zijn idealen – althans in theorie – nagestreefd. Hetzelfde gebeurde in Turkije. Al had Ataturk, ‘de vader van alle Turken’, wel een ander maatschappijbeeld voor. Hij wilde Turkije na de val van de sultans omvormen van een agrarisch en vervallen rijk tot een moderne maatschappij. Ook zijn ideaal staat nog overeind en de Turken blijven trouw aan de verering van hun vroegere leider.
Ondanks hun verschillende idealen zijn Turkije en China uitgegroeid tot giganten van de economische groei. In beide landen is de groei bijwijlen zelfs zo hoog dat er wordt gevreesd voor verhitting. De grote economische groei inspireert de ondernemers van beide landen ook tot gewaagde overnames in het buitenland. Daarbij zijn vooral de technologie en de merknaam van belang.
Denk maar aan de overname van IBM- computers door Lenovo of de overname van Volvo door Geely. In Turkije gebeurt net hetzelfde, al zijn de Turkse overnames vaak minder gemediatiseerd. Maar daarom niet minder indrukwekkend: zo nam elektroproducent Arcelik het Duitse Grundig over, terwijl koekjesproducent Ulker het befaamde Belgische chocoladehuis Godiva in zijn portefeuille heeft.
Overnames zijn niet de enige manier waarop Turkse bedrijven in staat zijn om buitenlandse technologie en merknamen te gebruiken. Samen met China, Taiwan en de Verenigde Arabische Emiraten spant Turkije ook de kroon wat betreft namaakproducten. In dezelfde Bazaar waar Anatolische tapijten vlot van eige-naar wisselen, krioelt het van de namaakshops. Maar namaak beperkt zich niet tot kledij. Auto-onderdelen horen even- goed tot de namaakproductie. Vaak zijn het dezelfde bedrijven die onder licentie westerse merken produceren en tegelijk namaakproducten op de markt brengen.
Er zijn ook grote verschillen. Zo heeft Turkije een handelstekort en is de Turkse lira vrij verhandelbaar op de internationale valutamarkt, en kent ze overigens een zeer hoge jaarlijkse devaluatie. Toch loont het de moeite voor ondernemers om de gelijkenissen tussen Turkije en China in acht te nemen. Want Turkije ligt 4000 kilometer dichter bij huis en is veel meer beïnvloed door de Europese cultuur. Wie uit is op een buitenlands ondernemingsavontuur kan in Turkije een interessant alternatief vinden voor de reus uit het Verre Oosten.
In het tweede deel van de reeks De Turkse Tijger, volgende week, gaan we dieper in op de rol die de 300.000 Turkse immigranten in België spelen in de economische banden met Turkije. In het derde deel komen de Belgische investeringen in Turkije aan bod.
Deze reeks werd mogelijk gemaakt door de Koning Boudewijnstichting.
PETER VANHAM
Turkse overnames zijn minder bekend, maar Arcelik nam het Duitse Grundig over en Ulker heeft het Belgische chocoladehuis Godiva in portefeuille.
Vaak produceren dezelfde bedrijven onder licentie westerse merken en tegelijk namaak-producten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier