Een Brusselse incubator voor sociale entrepreneurs

SABRINA NIESEN "We willen het paradigma van de concurrentie vervangen door dat van de samenwerking."

Met CoopCity heeft het Brussels Gewest een centrum dat ondernemers wil helpen die begaan zijn met de maatschappelijke en coöperatieve kant van hun project.

CoopCity is een samenwerkingsverband van zeven Brusselse organisaties. De vzw’s Saw-B en JobYourself begeleiden sociale ondernemers. Het adviesbureau Febecoop doet mee en Ichec-PME en Solvay-Entrepreneurs zijn ondernemerschapsprogramma van de Franstalige hogeschool Ichec en de businessschool Solvay. Ook het Brusselse overheidsagentschap voor ondernemen Impulse en het onderzoeksinstituut Innoviris zijn van de partij.

“Ons eerste succes is dat we al die Brusselse partners samenbrengen”, zegt Sabrina Niesen, coördinatrice van CoopCity. Dat institutionele, economische en academische actoren zich samen achter een project van deze omvang hebben geschaard, is een primeur voor onze hoofdstad. Het Brussels Gewest en de Europese Unie financieren het project, in het raam van het programma Feder 2015-2021. “Er moet een nieuw ecosysteem worden gebouwd. Een stad zoals Brussel staat voor grote economische uitdagingen. Volgens ons kan een sociale, coöperatieve en duurzame visie een antwoord bieden op al die uitdagingen.”

Demain, de documentaire van Mélanie Laurent en Cyril Dion, deed het uitstekend in de bioscoopzalen. Het uitgangspunt van de docu is niet kijken naar alles wat fout loopt in energie, voeding, onderwijs of economie, maar zoeken naar alternatieve oplossingen waar nu al mee wordt geëxperimenteerd. Dat de documentaire aansloeg, kan erop wijzen dat het grote publiek ernaar verlangt zijn dagelijkse bestaan opnieuw uit te vinden. “We voelen dat er heel wat beweegt, dat een nieuwe generatie ondernemers opstaat. Mensen die op zoek zijn naar zingeving en die de wereld willen veranderen, maar dan wel via een economische activiteit. Ze willen niet aan de zijlijn staan als toeschouwer, maar ze willen zelf de verandering in gang zetten”, analyseert Sabrina Niesen. “Wij reiken hun een structuur aan. Wat wij op touw zetten, kent in België zijn gelijke niet. Je kunt het vergelijken met La Grappe in Rijsel of met La Ruche in Parijs. Ook in Barcelona lopen soortgelijke projecten.”

CoopCity start met een incubator en een coworkingruimte. Behalve op die twee locaties wil CoopCity overal in Brussel lezingen, informele ontmoetingen en andere infosessies organiseren om sociale starters een duw in de rug te geven. Het afgelopen jaar werd hard gewerkt om het project op de rails te zetten, nu hebben de partners zich tot doel gesteld de komende vijf jaar in Brussel meer dan duizend mensen te bereiken.

Europees model

“Wie social business zegt, heeft het doorgaans over de Angelsaksische school”, zegt Marie-Caroline Collard, directrice van Saw-B (Solidarité des alternatives wallonnes et bruxelloises). “Ik kan je veel voorbeelden geven van ondernemingen uit de Angelsaksische school die wel met het label ‘sociaal’ zwaaien, maar gefinancierd worden door privéstructuren die helemaal niet in die sociale logica passen. CoopCity kiest duidelijk voor het Europese model. Een model waarin de ondernemingen zeer duidelijke criteria moeten naleven over winstgevendheid, de manier waarop ze worden beheerd, de duurzaamheid van de jobs die ze creëren en het type investeringen waar ze hun winst in stoppen.”

Het is de bedoeling barrières te slopen. “Onze logica is er eentje van openheid”, zegt Stéphane Boulanger, de Franstalige directeur van Febecoop. “Tot nu toe was sociale economie nagenoeg het exclusieve terrein van de maatschappelijke en professionele integratie. Vandaag zie ik geen reden waarom ook andere domeinen zoals mobiliteit, huisvesting, onderwijs en voeding niet zouden kiezen voor die sociale dimensie. In een gebied zoals Brussel zou je volgens ons over alle domeinen heen die visie op de economie moeten hanteren.”

De ‘c’ van CoopCity staat voor coöperatie, collaboratie en co-creatie. “Met de methodes die wij de ondernemers aanreiken, willen wij het verschil maken”, merkt Stéphane Boulanger op. “We willen werk maken van een community van ondernemers die elkaar steunen, oplossingen laten opborrelen uit de groep en mensen stimuleren om competenties en ervaringen uit te wisselen. Sociale economie is niet nieuw. Wél nieuw is de manier waarop we in dit domein kunnen innoveren door rekening te houden met maatschappelijke evoluties, te beginnen met de digitale revolutie”. Sandra Niesen vult aan: “We willen het paradigma van de concurrentie vervangen door dat van de samenwerking.”

De nieuwe incubator wordt een ruimte bij de kantoren van SMart (Société Mutuelle pour artistes) in Sint-Gillis, waar vanaf november veertien projecten onderdak krijgen. “Het eerste weekend van november zal de CoopCity-trip die nieuwe projecten op gang trekken. Wij sluiten geen enkel idee bij voorbaat uit. Alleen moet het absoluut gaan om entrepreneurs die met een collectief verhaal komen”, besluit Sabrina Niesen. Geen einzelgängers dus. “Thematisch komt alles wat te maken heeft met de fundamentele noden van de Brusselaars in aanmerking: huisvesting, mobiliteit, voeding, onderwijs of kinderopvang. Om het karikaturaal te stellen: van biokruidenier tot oudercrèche. De insteek moet wel vernieuwend zijn.” Denk aan een kinderdagverblijf waar de ouders mee instaan voor het beleid en aan het crècheleven deelnemen.

De partners van CoopCity verwachten dat het project al deels op de rails staat. “Uiteraard moet alles nog niet tot in de details uitgedokterd zijn, maar er moet toch behoorlijk wat schot in de zaak zitten”, zegt Stéphane Boulanger. Behalve die veertien projecten wil CoopCity elk jaar ook instaan voor de begeleiding van zes tot acht bestaande sociale ondernemingen die schaalverandering ambiëren.

Fabrice Lambert

” Mensen zijn op zoek naar zingeving en willen de wereld veranderen, maar dan wel via een economische activiteit” – Sabrina Niesen, coördinatrice van CoopCity

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content