Een bouwpakket
Heeft schrijver-bioloog Koos van Zomeren met Sneeuw van Hem een als roman verpakte autobiografie geschreven?
Het zal je maar overkomen als schrijver van kleine romans: de uitgever wil een stevige epische roman van 300 bladzijden. De prille vijftiger Thomas Hem gaat morrend aan de slag, maar vindt niet meteen een verhaal. Dit dient zich vanzelf aan in twee fasen. Eerst pleegt de echtgenoot van zijn jongere vriendin zelfmoord. Hoe moet het nu verder? Hij neemt letterlijk even afstand met een wandelvakantie in de Zwitserse bergen, waar een tweede verhaal zich ontvouwt. Daar ontmoet hij de twintiger Hans, die verdacht veel gelijkenis vertoont met de jongere Hem. Het personage Hem lijkt op zijn beurt opvallend veel op de even oude schrijver zelf.
Een pure autobiografie is Sneeuw van Hem beslist niet. Daarvoor strookt er net te weinig met Koos Van Zomeren. Of hij scharrelde met een bibliotheekassistente, hebben we hem maar niet gevraagd. Toch lopen er ook vele parallellen tussen Van Zomeren en zijn protagonist. Op de eerste plaats kwam de doorbraak van de auteur er met wat hij zelf kleine romans en stukjes noemt, novellen en columns waarin de natuur vaak een hoofdrol wegkaapt. Jarenlang schreef hij een stukje voor de kaft van het NRC Handelsblad. Maar Van Zomeren schreef ook thrillers. In het boek lokt de gefingeerde uitgever Hem uit zijn tent met de vraag of hij nog episch kan schrijven. “Je hebt het gekund, maar kun je het nog steeds?”
Van Zomeren schreef nu weer een boek van langere adem, maar de vorm ervan blijft ironisch genoeg hangen in de novelle en de korte stukjes. Het verhaal van de jongeman Hans kan immers gelezen worden als een typische Van Zomeren-novelle. Daarnaast naait hij zijn boek aaneen als een lappendeken van fragmenten. Ze lijken op flarden uit een dagboek, dan weer op de aanzet tot een natuurbeschouwing, dan weer op een commentaar. Met deze puzzelstukken moet de lezer uiteindelijk zelf de roman samenstellen. In een interview met de Volkskrant bevestigde de auteur deze indruk: “Het is niet mijn bedoeling kant-en-klare boeken te schrijven. Ik ben erg geneigd zo’n boek te presenteren als een bouwpakket. Ik zou willen zeggen: hier heb je het dagboek van Hem, hier het verhaal van Hans, hier mijn schrift met citaten over kou, maak er maar een roman van.”
Een vrijblijvende Spielerei werd het niet. Tussen alle stekelige kritiek op andere auteurs en een geestige dosis zelfrelativering door, tussen het verhaal van zijn tobberige fictieve auteur en de fragmenten over klimmen, kou en nog meer poolexpedities door, vlecht Van Zomeren als een volleerd melancholicus de thema’s van de levenszin en de wegglippende tijd. Deze Grote Thema’s pakt hij (geraffineerd) terloops, dan weer (te) opzichtig aan. Het blijft schipperen met Van Zomeren. Arbeiderspers, 370 blz., 799 fr.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier