Een boel werk
Sinds het faillissement in 1994 ligt het terrein van Boelwerf Vlaanderen er verweesd bij. Bijna zes jaar later tekenen de curatoren een contract voor de sanering. Eind dit jaar moet er weer industrieel leven zijn.
Toen Boelwerf Vlaanderen de boeken neerlegde, was dat een drama voor het Waasland. Duizenden arbeidsplaatsen gingen verloren. Een industrieel monument was geveld, bedolven onder een golf van scandalitis.
Pas op 1 februari 1998 kregen de curatoren – Jozef Dauwe, Dannie De Clercq en André Mettepenningen – de gronden in handen. Vier weken geleden tekenden ze een contract van 538 miljoen frank met de tijdelijke vereniging Rema uit Puurs en Envisan – dochter van bagger- en bouwgroep Jan De Nul– voor de sanering van het terrein. Een gigantische karwei. De meeste gebouwen gaan tegen de vlakte, de grond wordt afgegraven. Alleen Den Esch, die werd gebruikt voor vakbondsvergaderingen en tot 3000 man kan herbergen, twee administratieve gebouwen, een loods en het industrieel gebouw aan de ingang van de werf blijven overeind.
“In totaal moet er 450 miljoen kilogram grond en puin worden verwijderd. Indien wij dat via de weg zouden laten gebeuren, zouden 45.000 tientonners door de dorpskom van Temse moeten passeren. Dat kan natuurlijk niet. Daarom gebeurt het transport via de Schelde,” aldus Dauwe. Geschat wordt dat de werken 2 tot 2,5 jaar zullen duren.
Eind dit jaar hopen de curatoren de eerste stukken grond te kunnen verkopen. Tegelijk is men begonnen met een onderzoek naar de ondergrondse sanering van de Boelwerf. Rond de herbestemming van het terrein werd een werkgroep opgericht met de drie curatoren, Gimvindus, Gomov, de vakbonden, het gemeentebestuur van Temse en de werkgroep Investeren in Vlaanderen. Dauwe: “Gezien de ligging, pal in het centrum van Temse, is het logisch dat hier niet-vervuilende industrie komt. Onze droom is metaalverwerkende en watergebonden bedrijven te krijgen. Er zijn hier immers goede vakmannen voorhanden. De belangstelling vanuit Antwerpen is vrij groot, onder meer voor containernijverheid. Ten zuiden van Antwerpen vind je geen industriegrond meer van zulke omvang. Probleem is natuurlijk de toegang via de weg, die niet bepaald perfect te noemen is. Met Vlaams minister voor Leefmilieu Vera Dua (Agalev) voeren wij momenteel gesprekken. Wij willen immers de gronden per stuk verkopen en niet wachten tot alles is gesaneerd. Daarom wensen wij gebruik te maken van artikel 48 van de wet op de bodemsanering, dat zo’n uitzondering toelaat.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier