EEN BEWOGEN WEEK VOOR L&H

Vorige week vielen dertig speurders van de Centrale Dienst ter Bestrijding van de Economische en Financiële Delinquentie binnen bij Lernout & Hauspie ( L&H). Ze zochten bewijzen voor de fraude die door voormalig L&H-topman John Duerden in de openbaarheid werd gebracht.

De huiszoeking kwam er in een bewogen week voor L&H. Het technologiebedrijf brak op 26 januari met het advocatenkantoor Loeff Claeys Verbeke, nu Allen & Overy Belgium. L&H was jarenlang de belangrijkste klant van het kantoor, met jaarlijkse facturen van 20 tot 30 miljoen frank, maar de nieuwe topman Philippe Bodson wil met een schone lei beginnen.

Op 25 januari had een Amerikaanse chapter 11-rechter (die een soort gerechtelijk akkoord kan uitspreken) een kredietbrief goedgekeurd voor het verkrijgen van een noodfinanciering. Twee Amerikaanse geldschieters zullen het bedrijf 60 miljoen dollar voorschieten. Een deel daarvan zal dienen om GE Capital terug te betalen, dat L&H vorig jaar een lening had toegestaan tegen heel strenge voorwaarden. KBC wilde ook een (goedkoper) krediet verlenen aan L&H, maar dat werd geweigerd omdat het maar zou lopen tot 30 juni en er dan al activa verkocht zouden moeten worden.

In de loop van de week raakte ook al bekend dat er belangstelling was voor Mendez, de vertaalafdeling van L&H, en dat DaimlerChrysler geïnteresseerd was in de divisie autotoepassingen van L&H. In het begin van de week stapte topman John Duerden op, eerst als voorzitter, vervolgens (op 25 januari) als lid van de raad van bestuur.

Intussen blijft de operationele heropstart van het bedrijf wel in zijn kinderschoenen steken. De top van L&H stuurde eerst en vooral aan op het uitstellen van de bijzondere aandeelhoudersvergadering (BAV), die volgens de bedrijfsleiding niet organiseerbaar was tegen uiterlijk 1 maart, de datum die de rechtbank van koophandel in Ieper had vooropgesteld bij het vonnis van 5 januari 2001.

In een nieuw vonnis van de Ieperse rechtbank kreeg L&H op 29 januari de toelating om de BAV later te organiseren – uiterlijk tegen 1 mei 2001. Deze beslissing heeft geen gevolgen voor KPMG, dat nog altijd tegen 14 februari zijn interne audit van L&H af moet hebben.