Een belegging voor liefhebbers

Steeds meer beleggers interesseren zich voor oldtimers. “Wie denkt dat hij met een oldtimer slapend rijk kan worden, moet ik helaas ontgoochelen. Zo werkt het niet”, zegt Gert Beets van Automotive Consultancy Services.

De verkoop van nieuwe wagens in Europa zit in het slop. Uit cijfers van ACEA, de Europese koepelorganisatie van de autoconstructeurs, blijkt dat er in het eerste kwartaal van dit jaar 9,8 procent minder auto’s werden verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar. Die evolutie is niet nieuw, want de Europese automarkt krimpt al ruim anderhalf jaar. Auto’s zijn zelden een goede investering, maar het segment van de oldtimers is daar misschien een uitzondering op. Voor Gert Beets heeft die nichemarkt geen geheimen meer. Hij heeft al ruim twee decennia ervaring in de oldtimerwereld. Zijn bedrijf Automotive Consultancy Services is gespecialiseerd in waardebepalingen en inspecties van oldtimers en geeft aankoopadvies aan potentiële kopers.

Hoe is de oldtimermarkt de voorbije jaren geëvolueerd?

GERT BEETS. “De activiteit op die markt is de voorbije drie jaren sterk aangetrokken. Vroeger kochten vooral gepassioneerde autoliefhebbers oude wagens. De voorbije jaren interesseren steeds meer beleggers zich voor oldtimers, omdat ze op zoek zijn naar rendement of hun vermogen willen vrijwaren. Dat heeft voor een stuk te maken met de financiële crisis. Sommige wagens worden daardoor dubbel zo hoog getaxeerd als drie jaar geleden. Maar dat zijn uitzonderingen, het is zeker niet de regel. “Ik zie ook een wildgroei van het aantal handelaars in oldtimers. Door de nieuwe berekening van het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens hebben heel wat verkopers van tweedehandse luxevoertuigen hun inkomsten fors zien afnemen. Een deel daarvan ziet in de oldtimermarkt een alternatief om die verloren inkomsten te compenseren. Maar niet alle verkopers kennen de markt even goed. Ze spiegelen hun klanten vaak onrealistische prijsstijgingen voor.”

Is er dan geen zeepbel in de maak?

BEETS. “Ik denk het niet. Alleen een beperkt aantal hoogkwalitatieve segmenten is de voorbije jaren fors in waarde gestegen. Eind jaren tachtig en begin jaren negentig was er wel sprake van een zeepbel. Toen verdrievoudigden de prijzen, maar vanaf 1991 stortten ze in. Ik geloof niet dat zich dat de komende jaren herhaalt. Heel belangrijk is dat vanaf 2016 ook de Chinese markt wordt opengesteld. Momenteel kunnen Chinezen nog geen oldtimers kopen en invoeren. We merken nu al dat de nieuwe rijken uit China hun licht komen opsteken in Europa.”

Zijn er ook regiogebonden verschillen?

BEETS. “De oldtimermarkt moet je eigenlijk pan-Europees bekijken. Toch verschillen de voorkeuren. Zo is een Minerva (een verdwenen Belgisch automerk, nvdr.) in België beduidend populairder dan in het buitenland. In Duitsland is er dan weer meer vraag naar oldtimers van Duitse merken. Op het continent zijn links gestuurde wagens doorgaans meer waard dan rechts gestuurde. Dat is enkel het geval bij oldtimers waarvan er voldoende aanbod is, want van sommige modellen bestaat enkel een rechts gestuurde uitvoering. Maar ik zou vanwege de praktische beperkingen niet aanraden een rechts gestuurde wagen te kopen in België.”

Heeft het een positieve of een negatieve impact op de prijs als een merk anno 2013 niet meer bestaat?

BEETS. “Dat is een tweesnijdend zwaard. Een merk dat niet meer bestaat, kan exclusiever zijn. Maar het risico bestaat ook dat bepaalde onderdelen heel moeilijk te verkrijgen zijn, behalve tegen een erg hoge prijs. Het voordeel van populaire oldtimers is dat de onderdelen wel nog vlot beschikbaar zijn. Er zijn bedrijven die zich hebben gespecialiseerd in de fabricage van zulke onderdelen. Vaak zijn die zelfs beter dan de originele. Zo heeft Michelin een gamma van old- timerbanden.”

Welke trends tekenden zich de voorbije jaren af?

BEETS. “De waarde van de luchtgekoelde Porsches is de voorbije jaren sterk gestegen. In 1997 is Porsche voor het iconische 911-model overgeschakeld naar waterkoeling. Dat heeft de vraag naar de vroegere types doen toenemen. Een andere trend is dat de kosten om een auto perfect te restaureren almaar stijgen, doordat de uurtarieven van de technici en de carrosseriebedrijven de hoogte in gaan. Daardoor worden voor een perfect gerestaureerde MG Midget of Triumph Spitfire goede prijzen betaald.

“Liefhebbers kopen vaak wagens die in hun jeugd ontoegankelijk en onbetaalbaar waren. De markt van de vooroorlogse modellen is daardoor aan het krimpen. De prijzen van de wagens die niet heel exclusief zijn, daalt bijgevolg mee. Alle modellen van voor 1905 worden wel duurder.”

Zijn er types die volgens u ondergewaardeerd zijn?

BEETS. “Dat valt moeilijk in te schatten, want de markt evolueert voortdurend. Ik zie wel een kans bij wagens die voorzien zijn van een carrosserie van Zagato. Dat is een Italiaanse producent van lichtgewicht autocarrosserieën, die in hoofdzaak voor Italiaanse merken werkt. Een Lancia Fulvia of Alfa Romeo GT Junior met een carrosserie van Zagato is ondergewaardeerd tegenover hetzelfde model met een standaardcarrosserie.”

Hoe evolueert de markt van de youngtimers?

BEETS. “Bepaalde modellen hebben het potentieel om in waarde te stijgen. Ik denk dan aan een cabrio uit de BMW E30-serie of aan een VW Golf-cabrio van de eerste generatie. De voorwaarde is wel dat die exemplaren in perfecte staat zijn, over een volledige onderhoudshistoriek beschikken, geen ongeval hebben gehad en niet te veel kilometers op de teller hebben.”

Is de oldtimermarkt een liefhebbersmarkt of een investeerdersmarkt?

BEETS. “De oldtimermarkt zou een liefhebbersmarkt moeten blijven. Een eventuele meerwaarde is mooi meegenomen, maar dat mag niet de belangrijkste doelstelling zijn. Wie denkt slapend rijk te worden met een oldtimer, moet ik ontgoochelen. Zo werkt het niet. Als er te veel speculanten actief worden, kan de markt dalen, met veel ontgoochelde investeerders tot gevolg. Naast het financiële aspect speelt ook de emotionele waarde mee voor de eigenaars. Voor de echte liefhebber van een merk of een model is de financiële waarde bijkomstig. De waardestijgingen zijn grotendeels virtueel. Je kunt ze maar realiseren als je het voertuig ook echt verkoopt.”

KOEN LAUWERS

“Niet alle verkopers kennen de oldtimermarkt even goed. Ze spiegelen hun klanten vaak onrealistische prijsstijgingen voor”