Een avontuurlijke kapitalist

Belegger Jim Rogers reed al twee keer de wereld rond. De eerste keer, in 1990, gebeurde dat op een zware BMW-motorfiets. En onlangs verkende hij de aardbol vanuit een knalgele SLK-Mercedes met aanhangwagen. Wat zijn zijn beleggingsideeën?

De auteur is hoogleraar Economie aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de Vlaamse Federatie van de Beleggingsclubs en de Beleggers (VFB).

Jim Rogers (1942) is een ongewone Amerikaan, afkomstig uit de staat Alabama. Hij studeerde aan de universiteiten van Yale en Oxford en begon na zijn legerdienst op Wall Street met een beginkapitaaltje van 650 dollar. Samen met

was hij de medeoprichter van het

-beleggingsfonds, dat tien jaar na de start een winst van 4000 % zou realiseren. Vermogend geworden liet hij op 37-jarige leeftijd het fonds aan Soros over en begon voor zichzelf internationaal te beleggen. Hij doceert tussendoor aan de

van

in New York.

In ‘Adventure Capitalist’ (nog maar net uit bij uitgeverij

) brengt Rogers het relaas van zijn tweede wereldreis, die in januari 1999 begon en hem door 116 landen bracht. Vanuit Ierland reisde hij naar Zuidoost-Europa en volgde vervolgens de karavaanroute naar China en Japan. Vandaar trok hij naar Siberië en Mongolië, doorheen Europees Rusland tot Finland. Via Spanje en langs de Afrikaanse Westkust reed hij tot in Zuid-Afrika, om vervolgens terug te keren en Egypte en Saoedi-Arabië aan te doen. Daarna volgden India, Pakistan, Maleisië, Singapore, Indonesië, Australië en Nieuw-Zeeland. De odyssee bracht hem ten slotte naar het meest zuidelijke punt van Zuid-Amerika en naar Alaska. Begin 2002 kwam hij aan in Alabama.

(zijn relatie en huwelijk), een tragedie (de dood van zijn vader) en een hele resem technologische stunts (zijn wagens en communicatiemethoden).

Dit boek kan je in één ruk lezen. Het zit vol waardevolle en uitdagende ideeën; ik heb zijn werk intussen verscheidene keren doorploegd met de

en andere literatuur – zoals ‘Arme en Rijke Landen’ van

naast me. Voor Jim Rogers zijn er namelijk alleen goede beleggingsvoorwaarden als ook de economische ontwikkelingsvoorwaarden van een land goed zitten.

Hij koos voor een zeer opvallende auto om zeker niet onopgemerkt te kunnen verdwijnen. Rogers is allergisch voor de ‘experts’ die met een vliegtuig in een land arriveren, in de hoofdstad het chicste Amerikaanse hotel betrekken, alleen praten met machtige bureaucraten en hun kennis bekronen met een

in een 4×4 met airconditioning. Je kunt volgens hem niet over een land meepraten als je de invoerbeperkingen inzake wagens en bagage niet hebt ondervonden, als je de corruptie en omkoperij niet aan den lijve hebt ondergaan, als je niet op willekeurige wijze door de politie bent afgeperst, als je niet weet hoe de zwarte wisselmarkt werkt, als je geen bankrekening hebt geopend en aandelen of grond hebt proberen te kopen, als je niet met huisvrouwen en kleine ondernemers hebt gepraat, en vooral ook als je niet buiten de hoofdstad in gewone restaurants hebt gegeten en in lokale hotels hebt verbleven.

Op basis van zijn belevenissen ontwikkelt Rogers zijn theorieën: over ontwikkelingshulp, over xenofobie, over het belang van een stabiele munt en een sluitende begroting, over de consequenties van vrijhandel en het vrij verkeer van mensen en kapitalen. Dat leidt tot beschouwingen over de oorzaken van succes en mislukking in de economie, over Plato en de democratie, over de rol van de overheid in de economie, en last but not least over interessante beleggingsmogelijkheden. Tussendoor krijgen we ook een hele rits reflecties over het beleid van de Verenigde Staten mee.

Beleggen is nooit anders. Wat beleggen betreft, zegt Rogers dat hij de condities van positieve verandering zoekt die iedereen binnen twee of drie jaar zal ontdekken. Dus koopt hij bij situaties die de anderen meestal voor hopeloos aanzien. Hij vindt dat hij op die manier risicoloos belegt.

Als je iemand hoort zeggen dat beleggen vandaag verschillend is, dan moet je maken dat je wegkomt. Beleggen is nooit anders. Wanneer de stierenmarkt in 1980 op Wall Street begon, was er niemand die erin geloofde. Er is nooit een nieuwe economie of een nieuwe periode. Maar dit is wel de tijd om uit aandelen te stappen en in grondstoffen te beleggen, zegt Rogers. Er zijn lange perioden geweest dat aandelen het goed deden en grondstoffen flopten. Als aandelen in de lift zitten, investeert er niemand in capaciteit voor mijnen. Daarom gaan grondstoffen het nu jaren goed doen, en aandelen niet. Tussen het einde van 1998 en het begin van 2003 stegen de grondstoffenprijzen al met 80 %. Maar ook dat zal niet blijven duren. Als Merrill Lynch, het grootste beurshuis ter wereld, zich opnieuw interesseert voor grondstoffenhandel, is het feest voorbij.

Ook over het Amerikaanse monetair beleid doet Rogers opmerkelijke uitspraken. Zo vindt hij dat Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank ( Fed) de beurs en de economie nooit heeft begrepen. Rogers noemt Greenspan een paniekzaaier die maar één oplossing kent, namelijk geld drukken om Wall Street overeind te houden. Het ergste van de recente beursmanie ontstond in de achttien maanden na de ‘redding’ van het lek geslagen hefboomfonds LTCM in 1998. Greenspan drukte geld en veroorzaakte zo de bubbel. Ondertussen heeft de maestro ook een zeepbel veroorzaakt op de woningmarkt en in de privé-kredietverlening, door de intrestvoeten steeds verder naar beneden te drijven.

Volgens Rogers zullen veel mensen nog veel geld verliezen wanneer dit alles breekt. Emiel Van Broekhoven

Emiel Van Broekhoven

Rogers koopt beleggingen die de anderen meestal voor hopeloos aanzien. Hij vindt dat hij op die manier risicoloos belegt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content