Een adellijke verleidster

Wie bij orchideeën aan de witte, roze of paarse exemplaren uit de supermarkt denkt, moet eens richting Sint-Denijs-Westrem rijden. Petrens & Co, een van Belgiës oudste kwekerijen, verkoopt meer dan duizend soorten.

Het is alsof de teletijdmachine ons terug in de tijd slingert. Te midden van groene landerijen met statige kastelen pronken victoriaanse houten serres vol orchideeën. Het is wachten tot de graaf op zijn paard voorbij galoppeert. Maar Hendrik Verstraete is een mens van deze tijd, net als zijn orchideeënkwekerij Petrens & Co. Sinds kort verkoopt het dik honderd jaar oude bedrijf uit Sint-Denijs-Westrem zijn planten zelfs online.

“Orchideeën zijn heel gevoelig. Verkopen via internet is een kwestie van twee kliks, maar ze versturen met de post is een ander verhaal. Voor sommige soorten is het al nefast als ze twee uur in een gesloten doos zitten. Daarom bieden we maar een selectie van ons assortiment online aan.”

TRENDS. Orchideeën zijn te koop bij de eerste de beste supermarkt. Waarom zouden mensen planten met de post laten komen?

HENDRIK VERSTRAETE. “Ons assortiment is niet te vergelijken met het aanbod in warenhuizen. Daar vind je alleen de phalaenopsis, de meest populaire soort. Dankzij kloontechnieken is de plant veredeld tot een commercieel aantrekkelijk product met grotere bloemen die langer bloeien. Die massaproductie van monocultuur is misschien economisch interessanter, maar wij kiezen hier voor diversiteit. Wij verkopen wel 1100 soorten.”

Hoe hard is de concurrentiestrijd in bloemenland?

VERSTRAETE. “Momenteel worden er in Nederland te veel orchideeën gekweekt. Tien jaar geleden zagen verlieslatende paprika-, tomaten- en rozenkwekers met lede ogen aan dat de orchideeënbranche stukken beter draaide. Ze schakelden massaal over waardoor er nu een te groot aanbod is en de prijzen dalen. Velen hadden hun hoop gericht op groeiende markten zoals Rusland en Oost-Europa, maar dat is erg tegengevallen. Ook in zuidelijke streken zoals Spanje wil de orchidee maar niet populair worden. Daar leven de mensen veel meer buiten en hebben ze dus niet zo’n nood aan een plant op de vensterbank.

“Met ons nicheproduct hebben we niet veel last van die overproductie omdat we buiten het commerciële circuit staan. Al werken we soms wel samen met grootkwekers die maar één soort produceren. Zo leveren we speciale orchideeën die zij dan samen met de bekende variëteiten verkopen als mixpalet.”

Waar komen uw soorten vandaan?

VERSTRAETE. “We kweken vooral wilde orchideeën en speciale soorten. Die kopen we zoveel mogelijk direct van de lokale kweker. Thailand komt sterk op, maar trekt de commerciële kaart. Wij halen de meeste planten uit Zuid-Amerika. Door het perfecte klimaat worden ze daar in de buitenlucht gekweekt. Vooral Ecuador is een orchideeparadijs. De meeste orchideeën kweken we volledig zelf, maar bij soorten die pas na tien jaar bloeien, is het niet rendabel om ze van zaadje tot plant te kweken. Dan kopen we een tussenkweek of een kant-en-klaarplant.”

Wilde orchideeën kweken, is dat geen contradictio in terminis?

VERSTRAETE. “Daarmee bedoel ik soorten die ook in de natuur voorkomen. Met andere woorden, aan de moleculen van deze botanische orchideeën is niet gemorreld. De phalaenopsis zoals die in de supermarkt staat, kom je nooit in het echt tegen. De wilde versie van de bekendste orchidee heeft veel kleinere bloempjes en sterft sneller af.”

Waren die minder commerciële soorten altijd uw specialiteit?

VERSTRAETE. “De wortels van ons bedrijf liggen niet bij een ondernemer, maar bij een liefhebber: de negentiende-eeuwse graaf Joseph de Hemptinne. Hij was een fervente verzamelaar met acht serres en personeel om zijn collectie te onderhouden. In die tijd waren exotische planten, en vooral orchideeën, ontzettend en vogue bij de welgestelde medemens. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gingen er veel bijzondere verzamelingen verloren doordat bombardementen de serres omverbliezen. Bovendien was er niet genoeg brandstof om alle huizen te verwarmen, laat staan de kassen. Maar de collectie van de graaf haalde heelhuids het einde van de oorlog. Zijn tuinman, die bezeten was van de planten, wist dankzij illegale praktijken toch aan stookolie te raken. Toen De Hemptinne terugkeerde van zijn onderduikadres was hij zo verrast dat alles er nog stond dat hij zijn tuinman beloonde. De gebouwen bleven van hem, maar de opbrengsten van de kwekerij gingen naar zijn hovenier.”

En toen?

VERSTRAETE. “De tuinman klaarde de klus samen met zijn zoon. Ze verdienden ze een goede boterham aan de kwekerij. Toen de graaf in de Tweede Wereldoorlog overleed, liet hij zijn serres met inhoud na aan hen. Ze verhuisden het bedrijf een paar kilometer verder naar de huidige locatie die de graaf al had voorzien. Tot vandaag bleef het bedrijf in de familie. Ik ben al de vijfde generatie. Natuurlijk is het business voor mij, maar het voelt toch vooral als hobby. Ik ben echt geobsedeerd door orchideeën, net als de graaf. Ik gebruik zelfs zijn serres.”

De passie en de kassen zijn dezelfde gebleven. Maar de branche is toch enorm veranderd?

VERSTRAETE. “Nu weten mensen niet beter, maar tot halfweg de jaren tachtig werden orchideeën alleen als snijbloemen verkocht. Voor een plant betaalde je toen nog tot 1500 euro. Als een van de eersten in België besliste mijn stiefvader om het roer om te gooien. Naast de kwekerij werd het hier een soort tuincentrum waar particulieren hun planten konden kopen. In het begin was dat niet eenvoudig, want de plant an sich is geen aantrekkelijk product. Alle schoonheid zit in de bloem. Daarom staken we er klimop en palm bij. In het begin kweekten we vooral de phalaenopsis. Na verloop van tijd breidden we ons assortiment uit. Er kwam steeds meer vraag naar bijzondere soorten. Net zoals in de negentiende eeuw stonden er fanatieke orchideeënverzamelaars op. Maar nu was het niet langer voorbehouden aan de superrijken.”

Wat maakt orchideeën zo fantastisch?

VERSTRAETE. “Daar kan ik kort over zijn: hun verleidingstechnieken. Met hun 20 miljoen jaar zijn ze in de plantenwereld nog relatief jong. Varens bestaan bijvoorbeeld al 200 miljoen jaar. Dus moesten ze heel innovatief zijn om te overleven. Dankzij hun bizarre vormen, kleuren, tekeningen en geuren slagen ze erin insecten te lokken en zich voort te planten. Ook mannen worden, als dan niet bewust, sterk aangetrokken door hun sensuele en zelfs erotische vormen. De meeste verzamelaars zijn dan ook mannen. Vrouwen vinden de bloemen gewoon mooi, bij mannen gaat die fascinatie veel verder. Dat geldt ook voor mij. Als het bedrijf hier niet meer zou marcheren, probeer ik het ergens anders in de wereld. Ik ben te gebeten door orchideeën om ze los te laten.”

IRIS DE FEIJTER, FOTOGRAFIE WOUTER RAWOENS

“De meeste orchideeën kweken we volledig zelf, maar bij soorten die pas na tien jaar bloeien is het niet rendabel om ze van zaadje tot plant te kweken” Hendrik Verstraete, Petrens & co

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content