Economisch harde tijden, minder misdrijven

Alain Mouton

Haal de werkloosheid in de grootsteden omlaag en de criminaliteit neemt automatisch af. Het is een vaak gehoord credo van politici. Maar criminologen zijn voorzichtig: recessies en stijgende werkloosheid leiden niet noodzakelijk tot meer misdrijven. De statistieken geven hun gelijk.

Groot-Brittannië is vorige week opgeschrikt door de ergste rellen in jaren. Bij ons vluchten bedrijven weg uit een Brusselse gemeente als Molenbeek omdat hun werknemers bijna dagelijks het slachtoffer zijn van criminele feiten. Dat heeft op het eerste gezicht een eenvoudige verklaring: de torenhoge werkloosheid, zeker bij jongeren. Die woekert als een kanker in een aantal Brusselse gemeenten en kan bijna niet anders dan een belangrijk deel van de bevolking in de misdaad duwen.

In het Brussels Gewest zit 20 procent van de bevolking zonder werk. In bepaalde gemeenten en wijken (zoals Molenbeek en Kuregem in Anderlecht) bedraagt de jongerenwerkloosheid 40 procent en meer. Voor de Molenbeekse PS-burgemeester Philippe Moureaux is het zo klaar als pompwater: de criminaliteit is een gevolg van de hoge werkloosheid in zijn gemeente, zeker bij allochtonen. Ze zijn het slachtoffer van racisme en discriminatie, vinden geen plaats op de arbeidsmarkt en kiezen dan maar voor de criminaliteit. Daarmee leunt Moureaux aan bij het neomarxistische idee dat maatschappelijke fenomenen een economische oorzaak hebben en meestal zijn terug te brengen tot de sociale achterstelling van een bepaalde bevolkingsgroep.

Verscheidene onderzoeken lijken Moureaux gelijk te geven. Eind vorig jaar verscheen in het British Journal of Criminology een artikel van de Leuvense politoloog Marc Hooghe. Een studie die heel wat aandacht kreeg omdat ze aantoont dat werkloosheid en sociale achterstelling de belangrijkste verklaring zijn voor criminaliteit en zeker niet het ‘allochtoon zijn’. Daarmee is de studie een antwoord op het werk van de Nederlandse sociologe Marion van San: zij stelde begin de jaren 2000 vast dat de criminaliteit onder allochtone jongeren hoger lag dan bij anderen. Maar Van San hield geen rekening met sociaaleconomische factoren en zag een culturele oorzaak voor de hoge criminaliteit bij allochtonen. Met andere woorden: hogere misdaadcijfers in dat milieu houden verband met de normen en waarden die in die groepen gehanteerd worden.

Dubbelzinnige misdaadcijfers

Recent economisch onderzoek lijkt de lijn van Hooghe te bevestigen. De Franse econoom Francis Kramarz ziet een duidelijk verband tussen stijgende werkloosheid en criminaliteit. En zijn Leuvense collega Joep Konings benadrukt dat “de recessie van 2009 vooral een impact heeft gehad op de jeugdwerkloosheid: die is in België met een kwart toegenomen”. Hij waarschuwt voor diepgaande maatschappelijke gevolgen want er is een rechtstreeks verband tussen werkloosheid van jongeren en criminaliteit. Als de jongerenwerkloosheid toeneemt met 10 procent, stijgt de jeugdcriminaliteit met 20 procent.

Werkloosheid als belangrijkste oorzaak van criminaliteit? Er lijkt geen discussie over te bestaan. En toch. De evolutie van de criminaliteitscijfers van de jongste jaren zou de stelling moeten bevestigen. We hebben de zwaarste crisis doorgemaakt sinds de Grote Depressie met een stijgende werkloosheid als gevolg en dus is het niet meer dan logisch dat de criminaliteitscijfers hoge toppen zouden scheren. Maar wat merken we? In tal van landen zijn de misdaadcijfers tijdens de recessie van 2009 niet toegenomen, integendeel. Nemen we om te beginnen de cijfers van de British Crime Survey (BCS). In 2009 daalde het aantal inbraken (-12 %), het aantal diefstallen met geweld (-21 %) en de gewapende overvallen (-11 %). Nochtans telde het Verenigd Koninkrijk 7 miljoen werklozen extra in 2009.

In de VS, het land dat zo zwaar werd geraakt door de huizencrisis en waar de werkloosheid is gestegen tot bijna 10 procent, zijn de criminaliteitscijfers eveneens gedaald. In New York is het aantal moorden in 2009 gedaald met 19 procent en bereiken ze hun laagste niveau sinds 1964. In Los Angeles, waar de werkloosheid twee jaar geleden was gestegen tot 12,3 procent is het aantal moorden gedaald met 25 procent. Ook de vermogensdelicten – waar een verband met werkloosheid en armoede vanzelfsprekender is – nemen in aantal af. In Los Angeles zijn ze gedaald met 20 procent. De autodiefstallen zijn met 17 procent afgenomen.

Maar in Spanje, een van de EU-landen die het zwaarst getroffen werd door de crisis, verdubbelden de drugsdelicten in bepaalde regio’s terwijl de werkloosheidsgraad er steeg naar een nooit geziene 20 procent. In België is de situatie dubbelzinnig. Tussen 2000 en 2008 namen de geregistreerde criminele feiten in Brussel met 9,1 procent toe. Nationaal steeg de geregistreerde criminaliteit in dezelfde periode slechts met 1,47 procent. Maar tussen 2008 en 2009 is de criminaliteit in Brussel niet gestegen, maar zelfs gedaald (met 8,9 %). Een daling die in schril contrast staat met een lichte stijging van de misdaad in heel België met 1,9 procent.

Correlatie, geen oorzakelijk verband

Al die cijfers wijzen er niet eenduidig op dat werkloosheid automatisch tot meer misdaad leidt. Criminologen benadrukken hier de nood aan nuance. Er bestaat inderdaad een verband of correlatie tussen werkloosheid en criminaliteit. Maar ervan uitgaan dat er een oorzakelijk verband, laat staan dat het gebrek aan een job dé determinant is voor crimineel gedrag, is nog iets anders. “Sociale cohesie houdt verband met criminaliteit”, zegt Willy Bruggeman, de vroegere nummer twee van Europol en als criminoloog gedoctoreerd op misdaadcijfers. “Maar het aanwijzen van precieze oorzaken blijft een moeilijke oefening. Je vertrekt van concrete cijfers, maar die worden bijvoorbeeld beïnvloed door de aangiftebereidheid van de slachtoffers van een misdrijf. Criminaliteit is ook geen lokaal verschijnsel. In de statistieken moeten we bijvoorbeeld steeds meer rekening houden met rondtrekkende bendes. Dat is de voorbije jaren sterk toegenomen.”

Ook voor veiligheidsexpert Brice De Ruyver (UGent) is er een correlatie tussen criminaliteit, armoede en werkloosheid. “Maar de relatie is complex en er is niet louter een rechtstreekse lijn tussen werkloosheid en misdaad. Mensen komen door armoede in een afhankelijkheidssituatie terecht, niet enkel professioneel maar ook relationeel. De kans op afwijkend gedrag neemt toe”, zegt De Ruyver. Maar sterke sociale cohesie kan afwijkend gedrag vermijden. Tijdens de Grote Depressie waren er bijvoorbeeld meer stabiele familiale situaties dan vandaag wat de kans op crimineel gedrag verminderde omdat er in de gezinnen meer sociale controle is en werkloze gezinsleden minder snel geneigd waren om deliquent te worden.

De Franse criminoloog Xavier Raufer wijst erop dat 60 procent van de voornamelijk allochtone relschoppers die in 2005 auto’s in brand staken in Franse voorsteden wel degelijk een baan had. Raufer ziet hier een vaak vergeten oorzaak van criminaliteit: het zich afzetten tegen de samenleving waarin men leeft. Dat wordt volgens hem ondersteund door gezinnen waar afwijkend gedrag niet als abnormaal wordt beschouwd. Hij ziet ook een verband met migratie waarbij de integratie van nieuwkomers moeilijk verloopt en men zich afsluit van de legale samenleving en economie. Raufer: “Dat zeggen is nog geen racisme. Het beperkt zich niet tot Noord-Afrikanen. Bij de Ierse immigranten in de VS lag de criminaliteit aanvankelijk ook hoger. Een deel van de immigranten heeft inderdaad moeilijk toegang tot de legale economie of wil er gewoon niet in werken en dat wordt een probleem dat van generatie op generatie wordt doorgegeven. Zo kan het zijn dat iemand niet aan een baan geraakt omdat die persoon al over een strafblad beschikt nog voor hij zich op de arbeidsmarkt aanbiedt. In dat geval is er een omgekeerd verband: criminele feiten leiden tot structurele werkloosheid.”

De Ruyver wijst ook op de omgeving waarin men opgroeit. Bepaalde wijken van Brussel zijn meer en meer afgesloten van de legale economie. De politie komt er nog amper, er is geen controle (geen sociale inspectie ook). “Voor wie afgesloten is van de legale economie is de illegale economie een quick win geworden”, legt De Ruyver uit. “In zo’n systeem zijn er trekkers en volgers. Er ontstaan allerlei handeltjes. Dat wordt een parallelle samenleving. Maar of men nu in een recessie zit of niet, die zwarte illegale economie blijft draaien.”

De rationele crimineel

Marc Cools, criminoloog aan de universiteit van Gent, vindt dat er in het onderzoek naar de oorzaken van criminaliteit vaak vergeten wordt dat een misdrijf gewoon een rationele daad is. “Bij een passionele moord ligt dat natuurlijk anders, maar vermogensdelicten zijn een weloverwogen keuze”, legt Cools uit. “De persoon die een misdrijf begaat, maakt een kosten-batenanalyse. Wat levert het mij op? In zijn kosten-batenanalyse houdt hij ook rekening met de pakkans en de strafmaat.”

Cools is een aanhanger van de liberale school van Gary Becker, winnaar van de Nobelprijs voor de economie in 1992, en professor aan de Chicagoschool. Hij ontwikkelde al in 1968 een uitgebreid economisch model van criminaliteit waarbij mensen ernaar streven hun nut te maximaliseren en dat dit ook voor misdadigers geldt. Bij de afweging van de kosten en baten is het zo dat hoe groter de pakkans en hoe langer de gevangenisstraf, hoe groter de kans dat de crimineel van zijn daad afziet. “Deze factoren zijn bepalend bij het keuzegedrag van de crimineel”, benadrukt Cools. “Met als gevolg dat het verkeerd is te denken dat criminaliteit eenvoudigweg zal verdwijnen als er geen werklozen meer zijn. Overigens is het aantal misdrijven sinds de jaren vijftig gestegen en dat was net de periode dat de rijkdom dankzij de welvaartsstaat maar bleef toenemen.”

Steve Levitt, ook al een Chicago-econoom heeft onderzoek gedaan naar het effect van langere gevangenisstraffen op criminaliteit. En hij ziet een oorzakelijk verband. Langere gevangenisstraffen kunnen tot een kwart van de dalende criminaliteitscijfers verklaren. Kandidaat-misdadigers worden afgeschrikt door de straf en als ze langer in de gevangenis zitten kunnen ze nu eenmaal geen misdrijven begaan. Levitt staat bekend voor zijn controversiële analyses over de oorzaak van misdaad. Zo kwam hij in een ander onderzoek tot de conclusie dat de legalisering van abortus tot lagere misdaadcijfers leidde omdat vrouwen uit sociaal zwakkere groepen zich op een bepaald moment wel een abortus konden permitteren. De criminaliteit daalde begin jaren negentig zo snel omdat er in de twintig jaar daarvoor minder criminelen-in-de-dop op de wereld zijn gezet.

Het verlengen van de gevangenisstraffen mag in Europa en in België zeer gevoelig liggen, een beleid gericht op het verhogen van de pakkans van criminelen krijgt applaus op alle banken. Al gaat het hier om een werk van lange adem waarbij verhoogde aanwezigheid van politie op plaatsen met hoge misdaadcijfers en zerotolerantie niet voldoende is. “Het vraagt een integrale aanpak om wijken waar er veel criminaliteit is te heroveren”, legt Willy Bruggeman uit. “Naast de politie moeten ook de OCMW’s en stadsdiensten erbij worden betrokken. Een aanpak die in Antwerpen en Gent al vruchten heeft afgeworpen. In Amsterdam gaat men daar zelfs zeer ver in. Panden in wijken waar criminaliteit welig tiert worden gewoon opgekocht door het stadsbestuur.

De Ruyver: “De parallelle criminele samenlevingen zoals ze in een aantal steden bestaan moeten eruit. En dat kan pas door een aanhoudende aanpak. Dat is nodig in steden als Brussel of Oostende waar men bereid moet zijn om de volledige criminele circuits te ontmantelen. Laat men na om zoiets te doen, dan verziekt de situatie verder.”

ALAIN MOUTON

Tijdens de recessie van 2009 is de criminaliteit in België licht gestegen (+1,9 %), maar in Brussel is die sterk gedaald (-8,9 %).

“Er is niet louter een rechtstreekse lijn tussen werkloosheid en misdaad” Brice De Ruyver, veiligeheidsexpert

” Het is verkeerd te denken dat criminaliteit eenvoudigweg zal verdwijnen als er geen werklozen meer zijn” Marc Cools, UGent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content