Economie en vrede

Economie is niet ‘the dismal science’ of de ellendige wetenschap, maar heeft de kracht om oorlogen te voorkomen. Dat is de centrale stelling van The Peacekeeping Economy. De redenering van auteur Lloyd Dumas is eenvoudig. Tijdens de Koude Oorlog hebben de Verenigde Staten miljarden dollars uitgegeven aan bewapening. De kosten waren groter dan de baten, want in de jaren tachtig onder Ronald Reagan ging de Amerikaanse begroting al zwaar in het rood. Dus waren die uitgaven volgens Dumas niet zinvol. De VS hadden dat geld beter in het bevorderen van de handelsrelaties met hun vijanden gestoken.

Volgens Dumas, docent politieke economie aan de universiteit van Texas, is politieke veiligheid vooral een kwestie van economische relaties, niet van militaire afschrikkingskracht. Hij staaft die stelling door opnieuw terug te gaan naar de Koude Oorlog. Ook Frankrijk en Groot-Brittannië konden de VS toen treffen met nucleaire wapens. Toch lagen de Amerikanen daar niet wakker van, omdat beide landen goede economische relaties onderhielden met de VS.

Spijtig genoeg is de relatie tussen economie en vrede niet zo eenvoudig als Dumas beweert. Eigenlijk is dat al een eeuw zo, sinds het boek The Great Illusion (1910) van Norman Angell waarin die stelde dat onder andere de handelsrelaties het onmogelijk maken dat financiële grootmachten als Duitsland en Engeland ooit met elkaar in oorlog gaan. Vier jaar later was het zover.

Heeft Dumas met zijn pleidooi voor economische relaties als hefboom voor vrede dan ongelijk? Onderzoek wijst uit dat het bevorderen van economische activiteit zowel vrede als conflict kan creëren. Het is afhankelijk van de aard van die relatie. Indien de verhouding in oorsprong al onevenwichtig is, bevordert het stimuleren van de economische activiteit net conflicten tussen die landen.

Het boek van Dumas wordt interessant als hij de relaties tussen de huidige economische blokken in de wereld onderzoekt. Volgens de auteur is de handelsrelatie tussen de VS en China niet onevenwichtig. Beide landen halen voordeel uit het handelstekort van de VS met China. De auteur ziet dan ook geen probleem waar veel andere waarnemers er wel een zien. Dumas wijst er zelfs op dat de onevenwichten in Europa volgens hem veel risicovoller zijn. Onlangs nog verklaarde de Poolse minister van Financiën Jacek Rostowski dat er over tien jaar in Europa oorlog kan uitbreken. Dat ligt in het verlengde van de analyse van Dumas.

Vrede is uiteraard meer dan de afwezigheid van oorlog, het is ook de aanwezigheid van fatsoen ( decency), stelt Dumas. Hij verwijst naar de ‘ chalk theory‘ van Kenneth Boulding. Volgens Boulding kunnen we het uitbreken van oorlog vergelijken met het breken van een krijtje. Als de krachten op een land groter zijn dan de weerstand van dat land om aan die krachten te weerstaan, dan breekt het land. De dubbele opdracht is dan ook de weerstand van dat land te vergroten en/of de inwerkende krachten te verminderen.

Als politiek econoom stelt Dumas dat dat mogelijk is door het versterken van de economie van het land en het bevorderen van de handelsrelaties met dat land. Dat is in zijn ogen de rationele oplossing. Maar de voorbije jaren is aangetoond dat de economische actoren allesbehalve rationeel denken en handelen.

Lloyd Dumas, The Peacekeeping Economy, Yale University Press, 2011, 432 blz., 35 euro

THIERRY DEBELS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content