Echte beleggers doen in obligaties
De meeste beleggers hebben alleen oog voor de spectaculaire bewegingen op de aandelenmarkten, maar op de obligatiemarkten beweegt er ook heel wat. En dat heeft rechtstreekse gevolgen voor de beurs.
Dat obligaties geen sterke koersbewegingen kunnen maken, is een tweede misvatting. In de afgelopen twee weken werden twee van de sterkste bewegingen van de jongste jaren opgetekend, die qua prijsschommeling aan de nerveuze bewegingen van de aandelenmarkt kunnen tippen. Eerst was er een recorddaling van de langlopende rente als reactie op het nieuws dat de Amerikaanse schatkist de dertigjarige rente stopzette. Deze lange looptijd is een monument in de financiële markten. Het diende als baken voor beheerders tijdens financiële stormen en het was tevens een belangrijk steunpunt voor langlopende beleggingen zoals in de verzekeringssector. De Amerikaanse staat heeft echter een erg lage staatsschuld (ongeveer 33% van het bruto binnenlands product) en niettegenstaande de meeruitgaven door de crisis, zal deze schuld verder blijven afnemen.
Omdat de korte rente onder invloed van de monetaire politiek erg laag staat, doet de staat het omgekeerde van de beleggers: hij verlaat het langlopende einde van de rentecurve en gaat zich op de kortere looptijden financieren. In Washington zei de verantwoordelijke van de Treasury me: “Er is geen dertigjarige rente meer omdat we ze niet meer nodig hebben.”
Als gevolg daarvan wierpen obligatiebeleggers zich in paniek op de tienjarige (de ‘lange’) rente, die prompt daalde. Na deze kooppaniek volgde evenwel ontnuchtering toen men merkte dat de economie wel eens zou kunnen aantrekken, met een sterke verkoopgolf van obligaties en een historische rentesprong naar boven tot gevolg.
Een goede obligatiebeheerder kan over een obligatie vertellen zoals een sommelier over wijn. Obligaties vereisen ook sterke mathematische vaardigheden. Het is dus geen kwestie van blits, maar eerder van nuchterheid en rationaliteit.
Spreek niet van ‘de rente’, want die bestaat niet. Een rente hangt samen met looptijd en kwaliteit. Die kwaliteit wordt in letters uitgedrukt, waarbij AAA (lees: triple A) de hoogste kwaliteit voorstelt. Zowel de overheid als de bedrijven geven obligaties uit. Zelfs in dezelfde kwaliteitsklasse (de hoogste bijvoorbeeld) bestaat er een belangrijk renteverschil tussen beide. Bedrijven betalen normaal steeds meer dan hun overheid. Maar de evolutie van de rente op beide obligaties is verbonden.
Sinds de vorige recessies is de tienjarige Amerikaanse rente op staatsobligaties sterk gedaald: van meer dan 6% tot bijna 4,25%. De dalende inflatie wordt hierbij meestal als reden aangehaald, maar het is niet de enige. De vermindering van de staatsschuld heeft ook een rol gespeeld. Heel wat beleggers hebben risicovrije beleggingen nodig om aan toekomstige verplichtingen (bijvoorbeeld pensioen) te voldoen. Een schaarser wordend product krijgt een hogere prijs, wat leidt tot een lagere rente.
Een dalende rente is goed voor de economie, zo wordt gezegd. Het stimuleert de consumptie, omdat geld goedkoper wordt. Het is ook goed voor de bedrijven, omdat het hun financieringskosten verlaagt. Sinds 1993 is deze laatste stelregel echter niet opgegaan. De daling van de overheidsrente is niet gevolgd door een gelijkaardige daling van de bedrijfsrente. Voor een gelijkaardige kwaliteit (AAA) en dezelfde looptijden is het verschil tussen beide opgelopen van goed 0,75% tot 2,5%.
Deze divergentie heeft echter belang voor de waardering van de beurs.
In het verleden bestond deze renteparadox niet en maakte het niet veel verschil voor de berekening van de waardering van de beurs. Vandaag is dat echter wel het geval. Makelaars op Wall Street gebruiken allen de overheidsrente, en die toont een historisch lage waardering van de beurs. Met de bedrijfsrente als waarderingsfactor is de beurs echter erg duur.
Om deze divergentie en de paradox op te lossen, zijn er drie mogelijkheden. Ofwel begint de bedrijfsrente te dalen. Ofwel stijgt de overheidsrente. Ofwel dalen de aandelenkoersen. De beste keuze in dat laatste geval is het kopen van een corporate bonds fund, een fonds van bedrijfsobligaties.
Geert Noels
De auteur is hoofdeconoom van Petercam.
Als de aandelenkoersen verder dalen, is de beste keuze het kopen van een fonds van bedrijfsobligaties.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier