E-mail met zout
Elektronische post is niet langer het prerogatief van landrotten.
Tot zo’n 20 jaar geleden verliep de kommunikatie tussen schip en wal meestal met de hulp van morse over radiogolven. Vandaag sturen de zeebonken op de West-Afrikalijn van CMB een mailtje vanachter hun pc. Zij gebruiken een systeem dat in 1994 door het Belgische Sait Marine op de markt is gebracht. Cedis-Mail werkt via het analoge Inmarsat-A-satellietsysteem of via GSM in havens, als daar tenminste een GSM-netwerk is. Een versie voor de goedkopere, digitale Inmarsat-B- en -M-systemen is in volle ontwikkeling. Marktleider Sait Marine konkurreert in deze niche met informaticabedrijven als Marinet, Raydex en Bincom.
Net zoals aan de wal is één van de grootste troeven van het mail-systeem de lagere kost voor de uitbater. Door de hoge doorvoersnelheid kan er tot 98 % tegenover een normale telex- of faxverbinding worden bespaard. Met prijzen tussen 144 en 270 frank per minuut voor een verbinding met Inmarsat-A-, -B- of -M-apparatuur is dat doorslaggevend. Bart Vandormael, product manager van Sait Marine : “Een pc met een 80386-processor volstaat. De modem, de software en de aansluiting bij EDC ( European Datacomm, een Antwerpse Value Added Network operator) kosten samen 1000 dollar.” Daarvoor heeft de kapitein dan een produkt dat niet alleen elektronische post verzorgt maar ook, tijdens eenzelfde verbinding, telex, fax of EDI-berichten ( Electronic Data Interchange). De software en de modeminstellingen aan boord kunnen vanuit Antwerpen worden gediagnostizeerd. Transmission delay op de speciale Sait-Devlonics-modem houdt de verbinding in stand ondanks de 72.000 km die het signaal overbrugt tussen schip en satelliet.
SEKONDEN.
De pc zelf wordt voor niets anders gebruikt en staat de hele dag in stand-by, klaar om boodschappen en dokumenten van de wal te ontvangen. “Het laten draaien van het pakket in de achtergrond ( nvdr – terwijl de pc tegelijk voor iets anders wordt gebruikt) gaf te veel crashes,” geeft Bart Vandormael toe, terwijl hij demonstreert hoe je in enkele minuten een bericht vanaf een schip naar een Internet-adres kan sturen. Daarvoor wordt de brief eerst door een algoritme van Sait zelf maximum 80 % gekomprimeerd. Daarna vormt het pakket het door de kapitein gewenste nummer. Dat kan een GSM-nummer zijn, maar op zee is het meestal het elektronisch adres van een grondstation dat instaat voor de verdere verzending van het dokument over land. De initiatie van de kommunikatie met de satelliet duurt zo’n 30 sekonden.
Eenmaal de verbinding gelegd, is ons bericht van enkele regels in 8 sekonden verzonden, waarna de verbinding automatisch wordt verbroken. De totale verbinding met de satelliet heeft dan slechts zo’n 38 sekonden geduurd.
VERTAALSLAG.
Het ontvangststation, dat Coastal Earth Station wordt genoemd, zendt nu het bericht langs een gewone telefoonlijn naar een DIS200 hub, een soort elektronisch verdeelcentrum. Het bericht wordt vervolgens verwerkt in een Unix-hostcomputer, die beschikt over alle mogelijke protokollen en gateways, zeg maar elektronische vertaaldiensten. Eenmaal korrekt vertaald, gaat het ofwel naar een fax (kompleet met de hoofding, die er door de host bijgezet wordt), een telex, een andere computer, of naar het postsysteem van het bedrijf waarvoor de verzender de brief heeft bestemd (meestal de reder of charteraar van het schip). Binnen enkele minuten is de post op zijn bestemming. Een elektronisch ontvangstbewijs kan desgewenst worden teruggestuurd.
Partners bij de uitwerking van Cedis-Mail waren, behalve Sait en EDC, Systems Software Associates (SSA), een wereldleider op het vlak van EDI-oplossingen, en Uti-Maco, het Leuvense bedrijf dat onder meer het bekende beveiligingsprodukt CryptWare commercializeert.
Maar het grootste voordeel aan het Cedis-Mail-systeem is niet de snelheid, en zelfs niet de kostenbesparing, maar wel het feit dat aan elk bericht een kostenkode kan worden verbonden. Zo krijgt de reder de mogelijkheid om elektronische boodschappen, die niet voor hem bestemd zijn maar bijvoorbeeld voor een scheepsagent, door te rekenen aan de uiteindelijke bestemmeling.
JURIDISCHE GRENS.
Overigens zou de telekommunikatielink tussen wal en schip nog veel hechter kunnen worden aangehaald. Een fruitschip met sensoren uitrusten, bijvoorbeeld, zodat vanaf de thuisbasis de temperatuur van de ruimen aan boord kan worden geregeld, is perfekt doenbaar.
Niet alleen de hoge kost staat dergelijke ingrepen echter in de weg. CMB wil er ook om juridische redenen niet aan beginnen. In de huidige omstandigheden is de kapitein persoonlijk en alleen verantwoordelijk voor wat er gebeurt met boot, lading en bemanning. Bouwt men sensoren in waardoor het mogelijk wordt dat de reder zich gaat “bemoeien” met het beheer van het schip, dan ontstaat er een juridisch vacuüm : wie is verantwoordelijk als er iets mis gaat ? De kapitein of de reder ?
A.E.
BART VANDORMAEL (SAIT) Vanaf de boot naar het Internet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier