Zonnepanelen worden opnieuw Made in Belgium: hoe komt dat?

Voor mensen met zonnepanelen werken dynamische tarieven ook in de omgekeerde richting. © Getty Images/iStockphoto

Sinds 2010 is de Europese sector van de zonnepanelenproductie teloorgegaan. Azië nam het voortouw in de industrialisatie van de sector. Maar de kentering is ingezet. Door in te zetten op automatisering, kwaliteit en dienstverlening vinden ook in ons land weer producenten hun weg.

Het gaat hard voor zonne-energie. De kostprijs per opgewekte kilowatt daalt stelselmatig. Het is intussen de goedkoopste vorm van energie. Almaar meer mensen en bedrijven leggen hun daken vol zonnepanelen. Maar die zijn zelden lokaal geproduceerd. Het overgrote deel komt uit Azië. Volgens het International Energy Agency had China in 2022 meer dan 80 procent van de productieketen van zonnepanelen in handen.

Dat is niet altijd zo geweest. Voor 2010 speelde Europa een belangrijke rol in de productie van zonnepanelen. In 2006 was de Europese productie nog dubbel zo groot als die van China. Rond die periode begon het Aziatische land echter massaal te investeren. Het verhoogde de productie en de prijzen gingen drastisch naar beneden. Daar konden de Europese bedrijven door een financiële crisis en dalende overheidssubsidies niet tegenop. De meeste Belgische producenten van zonnepanelen gingen in de jaren na 2010 failliet.

Vandaag zijn er heel wat installateurs van zonnepanelen in ons land, maar de productie gebeurt grotendeels in Azië. Die situatie begint te veranderen. De Europese Unie ondersteunde eind vorig jaar de oprichting van de European Solar Photovoltaic Industry Alliance, die als doel heeft tegen 2025 in Europa voor 25 gigawatt aan energieproductie te hebben. Nu is dat nog 4,5 gigawatt. In Weert, dicht bij de grens met België, bouwt het Nederlandse Solarge een fabriek. En er zijn ook al grote investeringen aangekondigd in Italië, Duitsland en Frankrijk. Ook in België zijn nog bedrijven bezig met de productie van zonnepanelen.

Gevelpanelen

Zo investeert Soltech 10 miljoen euro in een fabriek in Genk. Het bedrijf was oorspronkelijk een onderzoeks- en ontwikkelingsbedrijf met de focus op zonnepanelen, dat in 1989 als spin-off uit imec voortvloeide. Soltech was in die vroege jaren al bezig met de productie van zonnepanelen via zijn dochteronderneming Photovoltech. Die ging failliet in 2012 door Chinese concurrentie.

Soltech moest in 2020 de boeken sluiten, maar kon een doorstart maken. Een aantal investeerders, met als gezicht de bouwondernemer Bas van de Kreeke, de huidige CEO, zorgde voor een nieuw elan. “Momenteel produceren we in Tienen”, stelt Van de Kreeke. “Maar we verhuizen naar onze nieuwe productiefaciliteit in Genk. Onze productie zal in eerste instantie maal drie gaan. We zetten daarnaast in op automatisering. We gaan aan mass customisation doen, zoals dat heet. We zullen massaal panelen op maat maken. Niets standaard en geen voorraad, alles wordt op de maat van de klant gemaakt.”

Professor Bart Vermang
Professor Bart Vermang © National

Van de Kreeke is de oud-CEO van het gelijknamige bouwbedrijf. Dat hij uit die sector komt, is niet toevallig. Het vernieuwde Soltech wil voornamelijk aan de bouw verkopen. “We geloven dat het dubbele gebruik van oppervlakten de enige juiste manier is om te verduurzamen”, stelt hij. “Een mooi weiland dat vol lelijke zonnepanelen ligt, zien we liever niet.”

Het idee van Soltech is gespecialiseerde zonnepanelen te maken, die zich integreren in een oppervlakte als een gevel of zelfs een plein. “Onze grote concurrent is baksteen”, stelt Van de Kreeke. “We slagen er almaar vaker in de consumenten te overtuigen een actief in plaats van een passief gevelelement te kiezen.” Van de Kreeke gelooft dat er in België plaats is voor een producent in die niche. “Het product dat wij maken, is sterk kennisgedreven. Interessant genoeg verkopen we erg veel zonnepanelen aan Azië. De regio die massaal goedkope zonnepanelen produceert, wil onze mooie gevelpanelen hebben. We zullen nooit de goedkoopste zijn, maar dat betekent niet dat er geen markt voor ons is.”

SOLTECH In Genk is net een nieuwe fabriek voor zonnepanelen op maat opengegaan.
SOLTECH In Genk is net een nieuwe fabriek voor zonnepanelen op maat opengegaan. © National

Om echt met Azië te concurreren, zal Soltech ook op andere gebieden moeten uitblinken. “Zeker voor kleinere projecten zijn wij in het voordeel tegenover Aziatische spelers”, stelt Van de Kreeke. “Wij doen de engineering, zorgen dat de panelen voldoen aan de lokale wetgeving en zorgen ervoor dat ze just in time op de werf aankomen. Als iets misgaat bij de montage, dan kunnen we in drie dagen een nieuw paneel leveren. Die service zal een Aziatisch bedrijf nooit aanbieden.”

Dienstverlening

Over de taalgrens, in Marche-en-Famenne, is Evocells in volle uitbreiding. Het ging onlangs een joint venture aan in Luxemburg om ook daar een fabriek voor zonnepanelen op te richten. Anders dan Soltech maakt Evocells reguliere zonnepanelen. Het voelt de concurrentie uit Azië. “Je moet panelen verkopen aan een goed segment van klanten”, stelt de eigenaar en CEO Frederic Conrads. “Onze klanten hechten veel belang aan dienstverlening. Als je een paneel uit Azië krijgt, dan heb je vaak weinig klantenservice. Installateurs kopen Aziatische panelen en wanneer jaren later een probleem opduikt, bestaat de originele producent soms niet meer en krijg je het probleem maar moeilijk opgelost.”

Frederic Conrads, CEO van Evocells
Frederic Conrads, CEO van Evocells © National

Evocells legt dan ook de nadruk op dienstverlening en een goede inbedding in de lokale netwerken van installateurs en bouwbedrijven. Met die aanpak doet het bedrijf het naar eigen zeggen goed. Evocells draaide met 30 werknemers 6,5 miljoen euro omzet in 2022. De fabriek in Marche-En-Famenne produceert jaarlijks 40.000 panelen. Dankzij een nieuwe investering moet de capaciteit deze zomer stijgen naar 70.000 stuks, goed voor 30 megawatt productie per jaar.

Voor de ruimtevaart

Soms kan een fabriek in België overleven door te focussen op een hightech niche. Dat is ook het idee achter de Hasseltse fabriek van Thales Alenia Space. De Franse multinational maakt er zonnepanelen voor de ruimtevaart. “Onze panelen zijn heel anders dan degene die je op huizen ziet”, stelt Claude Schuler, die de fabriek in Hasselt leidt. “In de ruimte heb je schadelijke straling van de zon en temperaturen tussen -190 en 110 graden. Zo’n paneel moet bovendien vijftien jaar lang werken zonder dat je onderhoud kunt doen.”

De fabriek is in volle expansie. Het team moet groeien van 30 naar 40 tot 45 mensen. De vestiging levert voorlopig vooral aan Thales Alenia Space, de zonnepanelen gaan dus op de satellieten van het Franse bedrijf. Schuler sluit echter niet uit dat ze in de toekomst ook aan externe klanten zullen leveren.

Volgens Schuler was België een logische keuze voor de fabriek. “Het Europese ruimtevaartagentschap ESA wil een Europese oplossing”, stelt hij. “België ligt niet ver van ons hoofdkwartier in Cannes. Hasselt is ook dicht bij onze andere vestiging, in Charleroi, die veel ervaring heeft met het fabriceren van satellietonderdelen.”

Schuler vindt het lokale ecosysteem aan bedrijven en organisaties cruciaal. “België telt veel spelers met mooie technologie. We steunen op lokale leveranciers voor onze apparatuur en producten. Zeker in de regio Hasselt, Leuven, Brussel en Charleroi zijn er veel bedrijven die goede steun leveren.”

Technologie is ook cruciaal om de productie betaalbaar te houden. “Dankzij ons hoge niveau van automatisatie kunnen we de productie hier houden”, stelt Schuler. “De helft van onze productie is geautomatiseerd, en dat proberen we constant te verhogen.”

Regionalisering

De overgebleven fabrikanten van zonnepanelen zijn dus hoopvol over België. Toch blijft het een moeilijk verhaal. In Luik ging Issol failliet. De fabriek produceerde gevelpanelen, zoals die van Soltech. Bovendien maken de Belgische producenten de cruciale onderdelen van hun panelen, zoals de zonnecellen die zonlicht in energie omzetten, niet zelf. Ze assembleren de panelen.

Toch lijkt er opnieuw dynamiek in de sector te komen. “China is erin geslaagd de productie van zonnepanelen op te schalen”, stelt Bart Vermang, professor gespecialiseerd in zonne-energie, en verbonden aan de UHasselt, imec en EnergyVille. “Het heeft de industrialisering goed aangepakt. Zeker vanaf 2012 zag je een grote verschuiving naar Azië. Dat zorgde voor een grote daling van de prijs. Dat zonne-energie nu de goedkoopste vorm van energieproductie in de wereld is, is voor een groot deel te danken aan China. Toch is het jammer dat veel productie uit Europa verdween.”

Zeker op Europees niveau bestaat het besef dat een deel van die productie terug moet komen. “Door de oorlog in Oekraïne is nogmaals gebleken hoe belangrijk lokale productie is”, stelt Vermang. “Dat besef zie je ook op het terrein meer en meer. Er zou tot 50 gigawatt aan Europese productie in de pijplijn kunnen zitten.”

Dat bewustzijn is in België nog maar in beperkte mate doorgedrongen. Zonne-energie is een gewestelijke materie, en de deelstaten tonen weinig dynamiek in het dossier, volgens Vermang. Dat staat in schril contrast met de explosieve groei van windenergie op de Noordzee, een federale materie, stelt hij. “Onze overheidsstructuur helpt niet”, stelt Vermang. “De Vlaamse minister van Energie zet spijtig genoeg niet echt in op zonne-energie. Buurlanden als Nederland en Frankrijk zetten daarentegen verschillende initiatieven op. Zij beseffen dat het nu of nooit is. Als we nieuwe productie willen, dan moeten we het nu doen. De kennis is er. EnergyVille is een van de sterkste onderzoekscentra in de wereld op dat gebied. Wij zijn vragende partij om meer productie te ondersteunen.”

Ondanks de overheidsperikelen blijft de sector positief. “Er keert productie terug”, erkent Van de Kreeke. “In Duitsland en Nederland worden grote fabrieken gebouwd. In Nederland is net een fabriek opengegaan, die vier keer groter is dan de onze, alhoewel onze aanpak natuurlijk meer op maatwerk steunt. Er komt veel productie op gang in Europa.”

Toch moeten we volgens de ondernemers realistisch blijven. “In verschillende niches is er altijd plaats om te groeien”, besluit Conrads. “Maar ik denk niet dat België plots 80 procent van zijn zonnepanelen lokaal zal produceren. Prijs zal altijd een criterium zijn, en op prijs kun je nu eenmaal niet concurreren met Azië.”

80 procent van de productieketen van zonnepanelen had China in 2022 in handen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content