De energierevolutie volgens Engie: alles moet in de mix
De Franse energiereus Engie wil op Europees niveau alle mogelijke hefbomen inzetten om het doel van decarbonisatie tegen 2050 te bereiken. Er zijn geen taboes. “We zullen alle energiebronnen nodig hebben om dat doel te bereiken.”
“De energietransitie kan alleen een succes worden als ze pragmatisch wordt aangepakt”, stelt Catherine MacGregor, de CEO van Engie. Met woorden en cijfers geeft ze weer wat nodig is om de Europese doelstelling van een koolstofarme economie in 2050 te halen.
Haar bedrijf heeft voor het eerst zijn scenario voor de energierevolutie voorgesteld. Het vergt een duizelingwekkende ambitie: een verviervoudiging van de inspanningen om minder CO2 uit te stoten, 80 procent meer elektriciteit, een verviervoudiging van de flexibiliteitscapaciteit (batterijen, koolstofarme thermische centrales enzovoort) en 34 procent minder energieverbruik, ondanks een bevolkingsgroei van 12 procent. Om dat te bereiken mag geen sprake zijn van dogmatisme: alle hefbomen moeten worden geactiveerd.
“De sleutelwoorden zijn concurrentievermogen en robuustheid van het systeem”, benadrukt Catherine MacGregor. De energiekosten voor particulieren en bedrijven moeten onder controle blijven, net als de totale kosten van de transitie. Ook hier zijn de cijfers op Europees niveau indrukwekkend: 40 miljard euro per jaar voor elektriciteitsinfrastructuur en 6 miljard voor flexibiliteit. “Gezien de fysieke, klimatologische en geopolitieke risico’s, moeten we anders nadenken over energiesoevereiniteit”, benadrukt ze. “Wij geloven in een Europees gedeelde visie en regelgevend kader in het domein van energie.”
Vier pijlers
“Wij geloven in het elektron en de molecule”, gaat de CEO verder. Het ligt voor de hand dat elektrificatie en de massale inzet van hernieuwbare energie de toekomst zijn. Maar tot er voldoende hernieuwbare energie voorhanden is om aan de stijgende vraag te voldoen, stelt Engie een mix van energiebronnen voor om de bevoorradingszekerheid te garanderen: koolstofvrij gas, waterstof, biomassa enzovoort. Kernenergie maakt ook deel uit van die mix, maar het is niet langer een van de strategische prioriteiten van het bedrijf. De visie van Engie is berekend op basis van vijftien geconnecteerde Europese landen en berust op vier pijlers.
De eerste is zuinigheid en efficiëntie. “Als we de klimaatverbintenissen van Europa willen nakomen, moeten we eerst en vooral ons energieverbruik tegen 2050 met 34 procent verminderen en vooral onze gebouwen renoveren en energiezuiniger maken”, zeggen Nicolas Lefevre-Marton en Pierre-Laurent Lucille, respectievelijk het hoofd strategie en de hoofdeconoom van Engie. Belangrijk is dat Engie niet uitgaat van een krimpscenario. Het is gebaseerd op een bevolkingstoename van 12 procent en een gemiddelde jaarlijkse economische groei van 1,3 procent.
De tweede pijler is wind- en zonne-energie. Engie voorziet in zijn mix in 41 procent hernieuwbare energie. “Tegen 2050 zal de vraag naar elektriciteit bijna verdubbelen. Hernieuwbare energiebronnen moeten 78 procent van de vraag dekken in 2035 en tot 90 procent in 2050”, zeggen de Engie-analisten. “Dat betekent dat de Europese productie van wind- en zonne-energie tegen 2035 maal 3,5 moet en tegen 2050 maal 6. De massale uitbouw van hernieuwbare energie is de enige manier om snel en tegen de laagst mogelijke kosten te voldoen aan de groeiende behoefte aan elektriciteit.”
De derde pijler, goed voor een derde van de mix, zijn moleculen. “Koolstofvrije waterstof en uit waterstof geproduceerde moleculen (e-moleculen) zullen een sleutelrol spelen in het transport en voor bepaalde industriële toepassingen. De vraag naar waterstof en e-moleculen zal tegen 2050 verachtvoudigen door de noodzaak om het zware transport en de industrie koolstofvrij te maken. Bijna de helft van die waterstof zal lokaal worden geproduceerd.” Van alle energiebronnen die Engie in zijn mix wil opnemen, zal die naar verwachting de grootste toename kennen. Koolstofarme thermische centrales en biomethaan zullen daarin een sleutelrol spelen, om de productie van de moleculen mogelijk maken.
Engie wijst erop dat de sterke toename van hernieuwbare energie een “verzekeringspolis” kan vormen tegen de vertraging van de ontwikkeling van de nieuwe generatie kerncentrales in Frankrijk. Engies concurrent EDF neemt daarin het voortouw. “We hebben het over een toename van 60 gigawatt tegen 2035”, klinkt het bij Engie. “Dat is ambitieus, maar volgens de sector voor hernieuwbare energie is het mogelijk. De extra kosten zijn ‘beperkt’ tot 2 miljard euro per jaar.”
De vierde pijler (19% van de mix) zal nog steeds bestaan uit biomassa, thermische warmte enzovoort. “We zullen alle bronnen nodig hebben om het doel te bereiken”, benadrukken Nicolas Lefevre-Marton en Pierre-Laurent Lucille.
Miljardeninvesteringen
“Onze studie toont aan dat alle infrastructuur nodig zal zijn”, voegen ze eraan toe. “Voor de massale elektrificatie hebben we het over netwerken. In de vijftien bestudeerde Europese landen is een investering van 40 miljard euro per jaar nodig in alles wat nodig is om hernieuwbare energie te transporteren, schatten we.” In België zijn de projecten voor het transport van de energie afkomstig van offshore windmolens nog ver weg, maar één ding is zeker: die infrastructuur en de versterking van het net zullen de energiefactuur opdrijven.
“Voor gas en moleculen zal de dynamiek anders zijn”, menen de managers van Engie. “Daar moeten we vooral bestaande infrastructuur aanpassen aan waterstof.” De jaarlijkse rekening daarvoor zou 6 miljard euro per jaar bedragen.
Claire Waysand, de secretaris-generaal van Engie, doet enkele aanbevelingen om “die enorme inspanning tot een succes te maken”: “Ten eerste moeten we de ontwikkeling van hernieuwbare energie versnellen. Dat betekent dat het investeringskader moet worden gestabiliseerd, dat het gemakkelijker en sneller moet gaan om op de netten aan te sluiten, en dat vergunningen moeten worden verkregen.” Het Nimby-fenomeen (not in my backyard) blijft daarbij een groot struikelblok.
Pas op voor de terugslag
Er moet worden gekozen voor een breed scala aan energiebronnen en een duidelijk tijdschema voor de implementatie ervan, is ook het credo van Europees Parlementslid en energiespecialist Pascal Canfin (Renaissance): “In geen geval mogen ze tegen elkaar worden uitgespeeld. Onze benadering is ze bij elkaar op te tellen, niet ze om ideologische redenen aan de kant te schuiven. Er is geen sprake van gas of kernenergie te schrappen.”
Die pragmatische visie moet ook het probleem van de acceptatie van die duizelingwekkende transitie aanpakken. “Kijk vooral uit dat de bevolking niet afhaakt”, waarschuwt Canfin. “Technologisch kunnen we deze revolutie, die vergelijkbaar is met de industriële revolutie, wel aan, maar we zullen niet slagen zonder steun van de bevolking. Op dit moment zien we de eerste terugslag in Europa.”
Van een pauze, zoals de Franse president Emmanuel Macron en onze premier Alexander De Croo voorstelden, kan evenwel geen sprake zijn, meent Canfin: “Ik vond dat jammer. We zijn nog ver verwijderd van een pauze.”
Het is aan de politiek om de bevolking aan boord te houden én de economische spelers ondersteunen. “Bij Engie zijn we erg enthousiast over het idee dit project te leiden”, besluit Catherine MacGregor. “We hebben ons bedrijf en onze 96.000 medewerkers structureel klaargemaakt voor deze uitdaging.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier