10 jaar na de sluiting van Ford Genk: het toeristisch reveil van Limburg
Na de sluiting van Ford Genk vond Limburg hernieuwde kracht in het toerisme, met innovatieve fietsprojecten als vaandeldrager. De vrijetijdseconomie groeide uit tot een Limburgse banenmotor, niet het minst voor laaggeschoolden, aldus Igor Philtjens, de voorzitter van Visit Limburg. “Met artificiële intelligentie kun je geen hotelbed opmaken.”
Limburg valt stilaan niet meer los te denken van fietsen. Het fietspad onder de waterlijn in Bokrijk, voltooid in 2016, is een klassieker geworden. In de jaren daarna volgde een cirkelvormig fietspad door de boomkruinen in het Nationaal Park Bosland en een houten fietsbrug van 300 meter in het Nationaal Park Hoge Kempen. Dit jaar opende een pontonbrug van 380 meter op het water tussen de oude mijnterrils van Eisden. De projecten regen de internationale bekroningen aan elkaar.
Fietsen in Limburg
De bezieler van de fietsprojecten is Igor Philtjens. Hij werd provinciaal gedeputeerde in december 2012, twee maanden na de aankondiging van de sluiting van Ford Genk. In die functie maakte hij deel uit van het team achter het economische herstelplan SALK (Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat). “Ik heb de pen vastgehouden voor het deel toerisme”, zegt Philtjens, die ook voorzitter van Visit Limburg is, de organisatie die in opdracht van de provincie het Limburgse toerisme promoot, en daarvoor samenwerkt met steden, gemeenten en private partners. Daarnaast stuurt Visit Limburg toeristische investeringsprojecten aan.
“Ik wilde projecten met impact, en zo ben ik uitgekomen bij het toenmalige fietsroutenetwerk in Limburg”, blikt Philtjens terug. “Dat was tweeduizend kilometer lang, pakweg de afstand tot het zuiden van Frankrijk en terug. Maar het waren geen fietsroutes die je kon verkopen als beleving. Ik ben op zoek gegaan naar mooie landschappen langs de fietsroutes. Daar liet ik een ingreep doen, met als doel de fietsers een ander perspectief op de omgeving te bieden, bijvoorbeeld door het fietspad te verlagen tot onder de waterlijn of te verhogen tot in de boomkruinen. Het Limburgse fietsroutenetwerk 2.0 was geboren.”
Het bleek een goede gok. Tussen 2014 en 2024 is het fietstoerisme in Limburg gegroeid van jaarlijks gemiddeld 2,1 miljoen fietsers tot 3,5 miljoen, met pieken tot 4 miljoen in droge jaren, volgens cijfers van Visit Limburg.
Lees verder onder deze link
Tweede leven
De fietsroutes lopen ook langs de oude kolenmijnen, die allemaal een tweede leven kregen. De mijnsite Be-Mine in Beringen is de grootste industriële-erfgoedsite van Vlaanderen. Je kunt er mountainbiken, klimmen en duiken, maar ook het leven van de vroegere mijnwerkers leren kennen in het belevingscentrum. “In Beringen gaan we 40.000 vierkante meter aan mijninfrastructuur museaal ontsluiten”, zegt Philtjens. “We nemen je mee op het pad van de vroegere mijnwerker of mijningenieur die vertelt over het leven in de mijnen.”
De opzet is toeristische projecten een betekenis te geven die het loutere plezier overstijgt. “Mensen gaan altijd op zoek naar een betekenis, want die blijft langer kleven”, zegt Philtjens. “Dat maakt het verschil met de pure beleveniseconomie. In een pretpark draai je vier keer overkop op de achtbaan en daarop ga je naar de volgende attractie, terwijl je de vorige alweer vergeten bent. Ik wil geen attracties. Ik wil belevenissen die bijblijven.” Dat is ook het plan met het Fruitspoor, de spoorlijn die in 1878 werd aangelegd voor het vervoer van fruit en suikerbieten tussen Sint-Truiden en Tongeren. Vandaag is het een fietspad, dat Philtjens wil herontwikkelen met verwijzingen naar de geschiedenis.
‘In het toerisme kan iedereen aan de slag, met elk opleidingsniveau. En het zijn meestal lokaal verankerde banen’
Igor Philtjens, Visit Limburg
De belevenissen brengen blijkbaar ook geld op, aldus data van Visit Limburg. In de voorbije tien jaar zag de Limburgse vrijetijdseconomie haar jaarlijkse omzet stijgen van 1 tot 1,7 miljard euro, en groeide zo uit tot de grootste economische sector in Limburg, na de zorg, de maakindustrie en de bouw. In 2023 boekte Limburg 448.000 overnachtingen extra tegenover 2019, wat betekent dat het verblijfstoerisme in Limburg gemiddeld vier keer sneller groeit dan in de rest van Vlaanderen.
Maar er is ook winst die niet in cijfers uit te drukken valt. Limburg kreeg een goede reputatie over de grenzen heen. “Dat is te danken aan onze publiciteitscampagnes, maar ook aan de internationale bekroningen voor onze fietsprojecten”, zegt Philtjens. “Die kregen weerklank in de pers. Limburg krijgt zo het imago van een innovatieve regio, en dat straalt ook af op andere economische sectoren.”
Twee uur rijden
Voor een sterke toeristische reputatie zijn niet alleen investeringen in toeristische projecten nodig, maar ook in de Limburgse toerismebedrijven. Zo verschaft het Limburgse Leisurefonds investeringssubsidies voor innovaties in de vrijetijdseconomie en zijn er professionaliseringstrajecten voor uitbaters van kleinschalige logies. “Niet elke uitbater van logies hoeft door te groeien tot een vijfsterrenhotel”, zegt Philtjens. “Soms gaat het om niet meer dan een boerderij waar de kinderen het nest uitgevlogen zijn en de lege kamers verhuurd worden als B&B. Maar zelfs dan doe je er goed aan te weten wat je klant verwacht en hoe je je aanbod het best verwoordt voor een internationaal publiek.”
Tot waar reikt het rekruteringsgebied van Visit Limburg? “Onze campagnes werven een publiek in een straal van twee uur rijden van Limburg”, zegt Philtjens. “Dat betekent dat we niet alleen werven in Vlaanderen en Wallonië, maar ook in Nederland en Duitsland. Ik weet dat de werving van buitenlandse toeristen een taak van Toerisme Vlaanderen is. Maar Limburg ligt nu eenmaal vlak bij Nederland en Duitsland. Mijn pink is te dik om Vlaanderen aan te duiden op de wereldbol van mijn dochter, laat staan dat ik Limburg moet aanduiden. We hebben al marketingcampagnes gevoerd met Nederlandse en Duitse partners. Maar we vergeten ook de Limburgers niet. Zij hoeven niet meer ver te reizen om te onthaasten. Dat kan nu dicht bij huis. Ook dat heeft zijn verdiensten. Als je West-Vlamingen naar hier haalt, waarom zou je de Limburgers dan naar de West-Vlaamse kust laten trekken?”
Lokaal verankerd
Hoe zit het met de banen? De voorbije tien jaar steeg het aantal banen in de Limburgse vrijetijdseconomie van 34.000 naar 43.000, aldus Visit Limburg. Daarmee lijkt de sluiting van Ford Genk goed verteerd. “Banen: die waren het hoofdpunt van mijn plan”, zegt Philtjens. “In het toerisme kan iedereen aan de slag, met elk opleidingsniveau. Iemand die de hotelbedden opmaakt, is net zo onmisbaar als iemand die achter de computer de reserveringen bijhoudt, of aan een bureau de strategie uittekent. En het zijn meestal lokaal verankerde banen. Je kunt het werk van het kamermeisje niet verhuizen naar lagelonenlanden of vervangen door technologie. Met artificiële intelligentie kun je geen hotelbed opmaken.”
De keuze van de hoofdredactie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier