Duur is soms goedkoop
Voor renovatiewerken aan woningen die minstens vijf jaar oud zijn betaalt u sinds 1 januari nog maar 6% BTW. Behalve als bij die renovatie dure materialen worden gebruikt. Maar wat is duur?
De BTW op sommige arbeidsintensieve diensten is sedert begin dit jaar verlaagd naar 6%. Maar die verlaging is niet definitief. Zij geldt slechts voor drie jaar. Tot eind december 2002.
Wat er nadien gebeurt, valt niet te voorspellen. De beslissing om de verlaging wel of niet te verlengen, behoort immers niet tot de bevoegdheid van de individuele lidstaten van de Europese Unie. Het zijn de Europese autoriteiten die daarover beslissen. Zoals het ook de Europese autoriteiten zijn die de verschillende lidstaten enkele maanden geleden de kans hebben gegeven om de tijdelijke verlaging van het tarief in te voeren.
Lijst.
Op Europees niveau was daartoe een lijst opgesteld van verschillende diensten die voor de tijdelijke verlaging in aanmerking konden komen. Dat zijn:
de kleine diensten die bestaan in het herstellen van fietsen, schoenen en leder, kleding en huishoudelijk linnen;
de renovatie van en de herstellingen aan privé-woningen (met uitsluiting van de materialen die een beduidend deel vormen van de waarde van de aangeboden dienst);
het wassen van ramen en poetswerk in particuliere huishoudens;
de thuisverzorging van kinderen, bejaarden enzovoort;
de haartooi.
Kiezen.
De lidstaten kregen vervolgens de kans om maximaal twee van deze vijf categorieën van diensten uit te kiezen. België heeft gekozen voor de eerste twee categorieën. Maar dat is lang niet in alle lidstaten het geval.
Om te beginnen, zijn er verschillende lidstaten die van de geboden kans geen gebruik hebben gemaakt. Daar blijft alles bij het oude. Dat is het geval voor Denemarken, Duitsland, Finland, Ierland, Oostenrijk en Zweden. Het Verenigd Koninkrijk heeft wel toestemming gevraagd om het tarief te verlagen, maar het heeft slechts één categorie van diensten uitgekozen (renovatiewerken aan particuliere woningen, maar dan wel ongeacht de ouderdom van de woning).
Drie.
Frankrijk, Luxemburg en Nederland wijken ook af van de algemene regel. Zij hebben toestemming gevraagd om geen twee categorieën van diensten te mogen uitkiezen, maar wel drie. Zij hebben die toestemming gekregen. Bij de derde categorie van diensten die zij kozen, bleek het volgens de Europese instanties immers telkens om diensten te gaan waarvan het economisch effect niet echt significant kon worden genoemd.
Zo heeft Nederland (zoals België) voor de kleine hersteldiensten aan fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen, en daarnaast (anders dan in België) voor de kappersdiensten en de schilder- en stukadoorwerken aan meer dan vijftien jaar oude woningen. Frankrijk koos (zoals België) voor de renovatiewerken aan particuliere woningen; maar terwijl die woningen in België minstens vijf jaar oud moeten zijn, volstaat het in Frankrijk dat zij twee jaar oud zijn. In Frankrijk geldt het verlaagd tarief daarnaast voor de thuiszorg en voor het glazenwassen en het schoonmaken van particuliere woningen. Luxemburg heeft ook gekozen voor het glazenwassen en het schoonmaken van particuliere woningen; maar anders dan in Frankrijk is daar voorts gekozen voor de kappersdiensten en (zoals in België) voor de kleine hersteldiensten aan fietsen, schoeisel enzovoort.
Twee.
De overige lidstaten hebben (zoals België) toestemming gevraagd (en gekregen) om het tarief te verlagen voor twee van de vijf categorieën van diensten.
In Griekenland gaat het tarief omlaag voor thuiszorg en voor de hersteldiensten aan kleding en huishoudlinnen. Spanje houdt het op de kappersdiensten en het metselwerk voor het herstel van particuliere woningen. Italië heeft gekozen voor de thuiszorg en de renovatiewerken aan particuliere woningen (zonder ouderdomsvereiste), en wordt daarin gevolgd door Portugal dat juist voor dezelfde diensten heeft gekozen.
In België gaat het tarief, het weze herhaald, omlaag voor de herstelling van fietsen, schoeisel en lederwaren, de herstelling en het vermaken van kleding en huishoudlinnen, en de renovatiewerken aan woningen die minstens vijf jaar oud zijn.
Slechter.
Wat de renovatiewerken betreft, doet België het dus tegelijk beter en slechter dan sommige andere lidstaten. Beter, omdat de woning slechts vijf jaar oud moet zijn (terwijl ze in Nederland ouder moet zijn dan vijftien jaar); en tegelijk slechter, omdat in veel lidstaten gewoon geen ouderdomsvereiste wordt gesteld (Verenigd Koninkrijk, Portugal enzovoort) of een lagere ouderdomsvereiste (in Frankrijk, slechts twee jaar).
Dat België de ouderdomsvereiste niet (zoals in Nederland) op vijftien jaar heeft gesteld, ligt voor de hand: in België kunnen renovatiewerken aan ten minste vijftien jaar oude woningen al sedert verschillende jaren gebeuren met toepassing van het verlaagd tarief van 6%. Het enige dat men nu (in België) heeft gedaan, is deze tariefverlaging voor de eerstvolgende drie jaar ook van toepassing te verklaren op woningen die nog geen vijftien jaar oud zijn, maar al wel ten minste vijf levensjaren tellen.
Materialen.
Alle lidstaten die op een of andere manier gekozen hebben voor de renovatiewerken aan woningen, hebben een uitdrukkelijk voorbehoud gemaakt voor de materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten. Deze materialen vallen overal buiten de toepassing van het verlaagd tarief.
Die uitsluiting is niet vrijwillig gebeurd. De Europese autoriteiten hebben de lidstaten geen keuze gelaten. De uitsluiting van de materialen waaraan een belangrijk prijskaartje vasthangt, was verplicht.
Maar in verschillende lidstaten heeft men die verplichte uitsluiting op een creatieve wijze ingevuld. In België heeft men dat gedaan door de invoering van een soort vermoeden: alleen de collectieve verwarmingsketels in appartementsgebouwen en de liftinstallaties (of bestanddelen daarvan) in om het even welke woningen, worden geacht een beduidend deel van de prijs te vormen. Bij de andere renovatiewerken hoeft men – en dat is inmiddels officieel door de Belgische administratie bevestigd – niet te kijken naar de waarde van de gebruikte materialen: de hele dienst blijft onderworpen aan het tarief van 6%, ongeacht de waarde van de materialen die daarbij worden gebruikt (uiteraard voorzover het gaat om werken die in principe in aanmerking komen voor het verlaagd tarief).
Praktijk.
Enkele voorbeelden ter verduidelijking:
Levering met plaatsing van bijvoorbeeld vast tapijt in een woning van vier jaar oud: het verlaagd tarief is niet van toepassing, want de woning voldoet niet aan de ouderdomsvereiste.
Levering met plaatsing van vast tapijt in een woning van tien jaar oud; het verlaagd tarief is nu wel van toepassing; de woning voldoet immers aan de ouderdomsvereiste. Of het vast tapijt wel of geen grote waarde heeft, heeft geen belang; de uitsluiting van dure materialen speelt hier niet. Voor de toepassing van het verlaagd tarief is uiteraard wel vereist dat alle andere voorwaarden vervuld zijn; zo is onder meer altijd vereist dat de uitvoering van het werk gebeurt door een geregistreerd aannemer.
Levering met plaatsing van een verwarmingsketel in een eengezinswoning van tien jaar oud; het verlaagd tarief kan voor het geheel van toepassing zijn; de waarde van de verwarmingsketel speelt geen rol; het gaat immers niet om een collectieve verwarmingsketel in een appartementsgebouw.
Levering met plaatsing van een collectieve verwarmingsketel in een appartementsgebouw van zestien jaar oud; ook hier kan het verlaagd tarief voor het geheel van toepassing zijn; de uitsluiting van de prijs die verband houdt met de levering van collectieve verwarmingsketels in appartementsgebouwen geldt immers slechts in de nieuwe tijdelijke regeling die betrekking heeft op woningen die minstens vijf en nog geen vijftien jaar oud zijn; voor renovatiewerken aan minstens vijftien jaar oude woningen verandert er niets: de levering met plaatsing van verwarmingsketels kan – zoals voorheen – voor het geheel met toepassing van het verlaagd tarief gebeuren, ook als die plaatsing gebeurt in een appartementsgebouw.
Levering met plaatsing van een liftinstallatie in een eengezinswoning van tien jaar oud: het verlaagd tarief kan alleen van toepassing zijn op het gedeelte van de prijs dat op de plaatsing slaat; met uitsluiting dus van het gedeelte dat op de levering van de goederen slaat; de prijs van de geleverde liftinstallatie is immers – in de tijdelijke regeling voor woningen die minstens vijf maar geen vijftien jaar oud zijn – altijd uitgesloten van het verlaagd tarief; ongeacht of de plaatsing gebeurt in een appartementsgebouw of een andere woning (of een daarmee gelijkgesteld gebouw); de beperking tot de appartementsgebouwen geldt slechts voor de collectieve verwarmingsketels, niet voor de liftinstallaties.
Koel.
Voor leveranciers van verwarmingsketels en liftinstallaties die tegelijk de plaatsing verzorgen, breken dus bange tijden aan. Zij zullen het hoofd koel moeten houden, niet alleen op het ogenblik dat zij in de liftkoker bengelen, maar misschien nog meer zodra zij zich buigen over het toepasselijk tarief.
jan van dyck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier