Duitsland verdient meer aandacht

De crisis in de eurozone is terug van nooit weggeweest. Het gaat nu minder over Griekenland, ook al blijft het land gevangen in een onmogelijke situatie. De voorbije weken trok Spanje de meeste aandacht naar zich toe. Het land kreunt onder de gevolgen van een spectaculaire vastgoedzeepbel en de daarmee samenhangende ontwrichting van het bankwezen. Sedert enkele dagen staan Frankrijk en Nederland dan weer volop in de kijker. Zeker voor Nederland is dat pijnlijk. Onze noorderburen lazen de voorbije jaren de budgettaire zondaars streng de levieten, vooral bij monde van minister van Financiën Jan Kees de Jager. Maar nu raakt het land zelfs niet uit de startblokken in de race naar besparingen. Bovendien dreigen de gevolgen van de uiteengespatte vastgoedzeepbel ook in Nederland langdurig over de economie uit te deinen. Spanje op klompen…

Wat Frankrijk betreft, is het evident dat bij een zege van de socialist François Hollande in de presidentsverkiezingen, de argwaan in de financiële markten snel zal escaleren. Met een begrotingstekort dat halsstarrig boven de 5 procent blijft en een overheidsschuld op weg naar de 90 procent van het bbp ziet niemand marge voor het herverdelende en interventionistische beleid dat de socialistische kandidaat verdedigt. Bovendien benadrukte Hollande om de haverklap dat hij Europese akkoorden zoals het fiscal compact opnieuw tegen het licht wil houden. Vooral Berlijn krijgt het van zo’n houding zwaar op de heupen.

Het valt op hoe naar aanleiding van deze ontwikkelingen nogal lichtvoetig over Duitsland en zijn gevoeligheden heen gestapt wordt. Dat is een fundamentele vergissing, want het is in Berlijn en Frankfurt, en nergens anders, dat over de toekomst van de euro en de monetaire unie in Europa beslist wordt. Dat was gisteren zo en dat zal morgen nog veel meer zo zijn, hoe hard mensen als François Hollande ook roepen. Meer dan ooit leeft de Europese gedachte bij de gratie van Duitsland. Wat de rest van Europa, en dan vooral Frankrijk, niet in de gaten lijkt te hebben, is dat de Duitse publieke opinie en een toenemende schare Duitse politici niet echt meer rekening houdt met de zogenaamde historische beladenheid van Duitsland. Dagelijks wint het gevoel kracht dat het land zijn morele en financiële schuld voor de zware misstappen in de twintigste eeuw ingelost heeft.

Duitsland vaart vandaag wel bij de euro en dit om twee redenen. Ten eerste is de euro voor de Duitse economische machine een ondergewaardeerde munt. Mocht de Duitse mark nog bestaan, dan zou die op wisselmarkten minstens 20 procent hoger noteren dan de euro. Via zo’n ondergewaardeerde munt floreert de Duitse export als nooit tevoren. Ten tweede kan Duitsland zich erg goedkoop financieren, mede door de financieringsproblemen van diverse andere eurolanden. Voor leningen op tien jaar betaalt de Duitse overheid 1,7 procent. Met een inflatie die schommelt rond 2 procent, is dat money for nothing.

Het euroverhaal houdt voor Duitsland helaas niet op bij die twee meevallers. Er zijn ook twee negatieve elementen. Het eerste is de budgettaire impact voor Duitsland van de reddingsoperaties en van het stabiliteitsfonds. Naarmate de kredietwaardigheid van de andere landen in de eurozone achteruit boert – Frankrijk zal onder Hollande verder afglijden en een downgrade van Nederland zit er ook aan te komen – komt de last van dat alles expliciet en impliciet steeds meer op de Duitse schouders terecht. De Duitse politicus die aan zijn publiek moet uitleggen dat in Duitsland moet bespaard worden omdat Europa méér geld van Duitsland vergt, kan beter onmiddellijk inpakken.

Het tweede negatieve aspect voor Duitsland is de Europese Centrale Bank (ECB). Voorzitter Jens Weidmann houdt zijn kritiek nog een beetje proper, maar de Duitse Bundesbank keert zich hoe langer hoe nadrukkelijker af van het ECB-beleid. Zowel de rechtstreekse aankopen van papier van noodlijdende landen, als de massale operaties ter ondersteuning van de Europese banken kunnen op geen enkele sympathie rekenen.

Ondertussen laat Duitsland er niet de minste twijfel over bestaan dat het zijn economische toekomst veeleer buiten het traditionele West-Europa ziet. Terwijl Frankrijk en Nederland voor een nieuwe stroomstoot in de eurocrisis zorgden, onderhandelden de Duitsers intensief met China over nauwere handels- en investeringsbanden. Duitse bedrijven investeren ook massaal in Oost-Europa. De rest van de eurozone heeft te weinig aandacht voor de échte intenties van Duitsland.

JOHAN VAN OVERTVELDT

Duitsland laat er niet de minste twijfel over bestaan dat het zijn economische toekomst veeleer buiten het traditionele West-Europa ziet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content